KA24: De bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel
opzicht van de Nederlandse republiek
KA25: Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van de
wereldeconomie
Moedernegotie en stapelmarkt
In de 15e eeuw werd de landbouwsituatie in de kustgewesten slechter. Het grondwater was
zo hoog dat de grond niet meer gebruikt kon worden voor het verbouwen. Wel konden op
die gronden koeien grazen. Dus stapte de boeren van graanteelt over op rundveehouderij.
De boeren verkochte luxe voedingsmiddelen zoals boter, kaas en slachtvee. Tegelijkertijd
was in Noord-Duitse gebieden en ten oosten daarvan juist een toename van de
graanproductie. Graanhandelaren kochten graan in dit Oostzeegebied en verkochten dat in
de kustgewesten van de Nederlanden. De zuivelproducten uit de Nederlanden werden in het
Oostzeegebied verkocht. Deze winstgevende handel wordt moedernegotie genoemd. Een
groot deel van de handel liep via Amsterdam. De stad groeide nog meer uit tot het centrum
van het handelskapitalisme nadat de Spanjaarden in 1585 Antwerpen veroverde.
Amsterdam groeide uit tot de belangrijkste stapelmarkt van Europa.
Handelscompagnieën
Veel kooplieden investeerden hun winst uit de moedernegotie in handelscompagnieën, die
handelsreizen naar bijv. het Middellandse Zeegebied organiseerden. Portugezen beheersten
de handel in specerijen, zijde en andere Aziatische luxeproducten (zij hadden de zeeroute
naar Azië ontdekt). Die handel leverde veel geld op. Sommige kooplieden uit Amsterdam
richtten een handelscompagnie op om 4 schepen naar Azië te sturen. Deze 4 schepen
moesten onder leiding van Cornelis de Houtman de zeeroute naar Azië vinden en vastleggen.
Na 2 jaar keerde Houtman terug van de ‘eerste Schipvaart’. 1 van de 4 schepen was weg,
twee derde van de bemanning was dood en de hoeveelheid ingekochte specerijen was klein.
Handelaren leden verlies maar wel had de Eerste Schipvaart bewezen dat ook Hollanders
naar Azië konden varen.
In 1598 voeren 22 schepen vanuit de Republiek naar Azië en in 1599 voeren er 68 schepen.
Binnen enkele jaren speelde de Republiek een hoofdrol in de handel in Aziatische producten.
Alle handelscompagnieën werden in 1602 samengevoegd tot de Verenigde Oost-Indische
Compagnie (VOC)
, VOC en WIC
De VOC kregen van de Staten-Generaal het handelsmonopolie op Azië. Alleen de VOC mocht
daar handeldrijven niemand anders. De VOC mocht handelsovereenkomsten met inlandse
vorsten sluiten, soldaten en bestuursambtenaren in dienst nemen, aan vreemde kusten
forten bouwen en oorlog voeren. De VOC kreeg ook toestemming van de Staten-Generaal
om schepen van de vijand te kapen.
Niet alleen de Republiek gaf hun handelsmonopolie aan 1 compagnie. In 1600 verenigde
Britse kooplieden zich in de East India Company en in 1642 richtten ook de Fransen een
compagnie op.
Voor handel met West-Afrika en Amerika organiseerde de Republiek in 1621 de West-
Indische Compagnie (WIC). WIC bouwde forten en handelsnederzettingen en stichtte
koloniën. Ze nam een deel van de Spaanse slavenhandel over en was actief in de kaapvaart.
Doordat de handel de verschillende werelddelen met elkaar verbond, was er meer sprake
van een wereldeconomie.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller 108914. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.24. You're not tied to anything after your purchase.