Psychodiagnostiek doelstellingen
Hoofdstuk 1: uitgangspunten van het psychodiagnostisch procesmodel
De negen uitgangspunten van het psychodiagnostisch procesmodel in eigen woorden uit te leggen en te
herkennen in een praktijkcasus
Uitgangspunt 1: psychodiagnosticus handelt en denkt als een scientist-practitioner.
= je bent een praktijk werker (practioner) maar doet dit op een wetenschappelijke, onderbouwe manier (=scientist),
foutbronnen vermijden. Hypothese toetsend denken staat centraal, je past de empirische cyclus toe. Zorgen voor een
controleerbare besluitvorming met verantwoording aan collega’s. Je gaat interventies aanbieden die wetenschappelijk
getoetst zijn (=evidence based)
je bent een gedragswetenschapper die goed samenwerkt met andere (=belangrijke rollen)
Uitgangspunt 2: psychodiagnosticus stelt de cliënt centraal.
= WAT heeft die cliënt nodig? Vetrekken vanuit vraag & behoeften cliënt. Rekening houdend met de normen en
waarden van deze client. Altijd aftoetsen of de cliënt mee is en de samenwerking wilt voortzetten of afbreken
Uitgangspunt 3: de psychodiagnosticus handelt en denkt interventiegericht
= OPLOSSING zoeken voor de client. ADVIES geven op maat van de client. Advies om niets te doen is ook advies.
PSD is hulpmiddel voor tot advies te komen
Uitgangspunt 4: de psychodiagnosticus handelt en denkt systematisch
= het proces is een stappenplan dat je moet volgen en het leidt tot besluitvorming
Uitgangspunt 5: de psychodiagnosticus hanteert een transactioneel referentiekader
= iemand heeft klachten en problemen, dit heeft altijd te maken met de afstemming tussen individu en omgeving.
Gedrag van mensen wordt beïnvloedt door omgeving
Uitgangspunt 6: de psychiodiagnosticus werkt constructief samen met de client en andere betrokkenen
= samenwerken, goede transparante communicatie handteren. Openstaan voor feedback
Uitgangspunt 7: de psychodiagnosticus handelt en denkt cultuurbewust
= afstemmen en rekening houden met de cultuur en achtergrond van de persoon. Zorgen voor een betrouwbare
testafname
Uitgangspunt 8: de psychodiagnosticus benut en versterkt de positieve aspecten van de client en zijn omgeving
= positieve psychologie is hier van belang, wat loopt er wel goed?
is er sprake van protectieve en beschermende factoren?
Uitgangspunt 9: het handelen van de psychodiagnosticus is steeds in lijn met de deontologische code,
wetenschappelijke richtlijnen en ethische normen en waarden
De bronnen aan te geven waarop de uitgangspunten van het procesmodel zijn gebaseerd
Sterkte punten van andere modellen geïntegreerd
Relatie psychodiagnostiek en begeleiding als belangrijk gezien
Beleids- en maatschappelijke ontwikkelingen
Praktijkervaring van PD
Onderzoek naar kwaliteit van psychodiagnostiek in de praktijk
Concreet toe te lichten waarom en hoe een psychologisch consulent moet denken en handelen als een
scientist-practioner in de rol van psychodiagnosticus
= we willen een zo een betrouwbaar mogelijke diagnostiek realiseren, hiervoor dienen we gebruik te maken van de
empirische cyclus en wetenschappelijk onderbouwde instrumenten
controleerbare besluiten die je kan beargumenteren waarom je een bepaalde diagnose hebt gedaan
Bv als het ene kind niet gestandaardiseerd wordt getest voor haar intelligentie kunnen de scores niet als betrouwbaar,
valide zijn. Waardoor de score niet met de normgroep vergeleken kan worden
, Uit te leggen wat een transactioneel referentiekader inhoudt met een uitgewerkt voorbeeld
= houdt in dat als iemand een klacht of probleem ervaart het te maken heeft met de afstemming tussen het individu
zelf en zijn omgeving. Als er miscommunicatie is en de afstemming ontbreekt, kunnen er klachten/ problemen
ontstaan.
Bv opstandig gedrag bij leerling leerkracht past zijn gedrag aan (meer structuur) opstandig gedrag zo goed als
verdwenen
Aan te geven hoe de psychodiagnosticus het transactioneel denkkader toegepast in de praktijk van de
psychodiagnostiek
Door middel van bijvoorbeeld het KOP-model kan het transactioneel denkkader toegepast worden. Aanbevelingen
worden dan gedaan rekening houdend met de eigenheid van zowel de persoon als zijn/haar omgeving. Concreet wil
het zeggen dat de PD het transactioneel referentiekader inzet in het psychodiagnostisch proces en;
In de intakefase informatie verzamelt over zowel klachten als de relevante omgevings- en cliëntgebonden
factoren bij het opstellen van het voorlopig intergratief beeld expliciet aandacht heeft voor de onderlinge
verbanden tussen deze drie componenten.
Hypothese formuleert mbt deze drie componenten en hun onderlinge verbanden aanbevelingen formuleert
om de afstemming tussen de omgeving en client te optimaliseren
De voordelen aan te geven van het psychodiagnostisch proces voor de praktijk van een psychologisch
consulent in de rol van psychodiagnosticus
Breed inzetbaar, los specifiek psychologisch denkkader
Systematisch, transparant en beredeneerd werken (kwaliteitsverhoging door minder fout)
Fouten voorkomen
Hogere betrokkenheid van client en omgeving
Hogere tevredenheid
Uniforme taal, gegevens uitwisselen is makkelijker
Evidence based
Te verwoorden waarom een psychodiagnosticus de positieve aspecten van de client moet benutten en
deze moet versterken in het diagnostisch proces
- oplossingsgericht denken/handelen en focussen op de zaken die wel goed lopen
- zorgen voor een intrinsieke motivatie
- positieve psychologie geeft energie
Bv beschermende factoren: goede intellectuele bagage (bij een leerling met een eetstoornis)
In eigen woorden kort uit te leggen wat faire en cultuurbewuste psychodiagnostiek inhoudt met enkele
concrete voorbeelden vanuit de psychodiagnostiek praktijk
= de diagnostiek wordt aangepast aan de (culture) achtergrond van de client. Communicatie aanpassen, redenaties
aanpassen
Bv je kunt niet volledig gestandaardiseerd te werk gaan als iemand blind is en je wilt de WISC afnemen.
,Hoofdstuk 2: clusteren en classificeren
Thema 1 ordenen en clusteren
Kernachtig uit te leggen wat het K(Pr)OP-model inhoudt
= het KOP model is een eenvoudig en gemakkelijk hulpmiddel om te ordenen en clusteren zodat je een overzichtelijke
eenheid wordt. Het is een verklaringsmodel en biedt een transactioneel kader: klachten, omgeving en persoon. Het is
een verklaringsmodel
➔ Het is wetenschappelijk onderbouwd en gebaseerd op de empirische cyclus
➔ Client wordt sterk betrokken in dit model
3 componenten in het KOP-model:
1. Klachten (4G’s; gewaarwording, gevoelens, gedachten en gedrag)
2. Omstandigheden (stressoren en tegenslagen)
3. Persoonlijkheid/ persoonlijke stijl
Prop- model= ontwikkeld voor kinderen en omvat 3 componenten. Het is voor lichte en milde psychische klachten. Het
prop-model is rechtstreeks gekoppeld aan interventies
3 componenten in het Prop- model:
1. Probleem
2. Omgeving
3. Persoonlijke stijl
Aan te geven wat de functie is van het K(Pr)OP-model in het psychodiagnostisch procesmodel
De functie van dit model is vooral clientkenmerken handig te kunnen ordenen en clusteren. Om zo meer zicht te
krijgen in de diagnostiek van de client. Met de informatie van dit model kunnen we het voorlopig integratief beeld
opstellen
Kernachtig uit te leggen wat het ICF-model concreet betekent in het psychodiagnostisch procesmodel
Internationale Classificatie van het menselijk Functioneren (ook vanuit de overheid M-decreet)
= een bio-psycho-sociaal classificatiesysteem om het functioneren en de beïnvloedende factoren te clusteren en te
beschrijven
Componenten
Functies, anatomische eigenschappen en stoornissen
Activiteiten en beperkingen
Externe factoren
Participaties = moeite met uitvoeren van (in de maatschappij)
Activiteiten = beperkingen in vermogen tot
Persoonlijke factoren
Te situatie in het PDP:
Intake en vooronderzoek voorlopig integratief beeld informatie ordenen & clusteren
Manier van informatie te ordenen en clusteren
Om zo tot een mooi overzicht te komen en waarmee een goed VIB kan opstellen & verbanden kan leggen
De belangrijkste uitgangspunten van het ICF-model toe te lichten
- Werkt niet enkel op basis van causaliteit (niet opzoek naar oorzaken), wel wisselwerking
- Universeel (=toepasbaar op alle leeftijdsgroepen), integratief (=vertrekken vanuit het medische maar kijkt sterk naar
interactie met het psychosociale), interactief model (=het ene beïnvloedt het andere)
- Focus op personen in omgeving
, - Toepasbaar over culturen heen
- Richt niet enkel op problemen, op ook positieve protectieve factoren
Een eenvoudige casus te plaatsen in het ICF-model
De verschillende componenten van het ICF-model toe te lichten met concrete voorbeelden
Fysiologische en mentale functies (b-body): stoornis in of verlies van
Anatomische eigenschappen (s-structures): stoornis in of afwijkingen aan
Activiteiten en beperkingen (a-activities): leren en toepassen van kennis, communicatie, zelfverzorging,… =
beperkingen in het vermogen tot
Participatie en participatieproblemen (p-participation) : in menselijke interacties, in de maatschappij = moeite
met uitvoer van
Externe factoren (e): werkomgeving, natuur, opgroeiende omgeving = belemmerende of bevorderende
factoren
Persoonlijke factoren: leeftijd, ras, geslacht
Het onderscheid tussen uitvoering en vermogen uit te leggen
Uitvoering: het beschrijft wat iemand in zijn bestaande omgeving doet. Omdat die omgeving de maatschappelijke
context inbrengt, kan de uitvoering ook worden begrepen als ‘betrokkenheid in een levenssituatie’ of ‘de ervaring van
wat beleeft wordt’ van mensen in de huidige context waarin ze leven. De context houdt de externe factoren in – alle
aspecten van fysieke en sociale wereld en de wereld van attitudes. De verschijnselen van de bestaande omgeving
kunnen met behulp van de externe factoren worden gecodeerd
Vermogen: beschrijft of iemand een taak of handeling kan uitvoeren. Dit construct heeft tot doel het niveau van
functioneren aan te geven dat iemand kan bereiken in een bepaald deelterrein op een bepaald moment
Verschil: tussen vermogen en uitvoering verschaft nuttige informatie over wat er aan iemand zijn omgeving gedaan
kan worden om de uitvoering te bevorderen
De cognitieve shift te beschrijven door de implementatie van het ICF-model in de hulpverlening
= door de implementatie werden er heel wat veranderingen gekomen
Categoriale diagnose beschrijvende diagnose
Remediërende verbeterde kwaliteit leven client
Therapeutische aanpak coachende aanpak
Meer aandacht voor participatie, persoonlijke en externe factoren
Meerwaarde van het ICF-model voor de hulpverleningspraktijk aan te geven
Inzicht bredere probleemsamenhang (=HOE hangt alles samen en welke verbanden kunnen gelegd worden)
Gelijkwaardigheid van verschillende domeinen en factoren
Nadruk op contextuele factoren
Focus op activiteiten en participatie waardoor client inzicht krijgt
Visualisatie van de effecten van behandeling op alle domeinen
Betere communicatie met client (universele taal)
Biedt een overzichtelijk conceptueel kader
Uit te leggen waarom ICF een universeel, integraties en interactief model is
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller romyvanherk1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.72. You're not tied to anything after your purchase.