Heup = art. coxae
De heupregio
Er moet voldoende mobiliteit voorzien zijn om het gehele
onderbeen te voorzien van voldoende bewegingsmogelijkheden.
Stabiliteit is hier echter belangrijk, vooral het stabiliseren van de
romp.
→ heup dislocaties komen weinig voor (stabiliteit!)
Art. coxae
- art. sphaeroidea (kogelgewricht)
- 3 vrijheidsgraden
- de transversale as, waaromheen flexie/extensie mogelijk is
- de sagittale as, voor de abductie/adductie-bewegingen
- de verticale as, voor de exo-- en de endorotatie.
- MCPP: maximale extensie en endorotatie
- Kapsel en ligamenten zijn op spanning gebracht (lig. lopen diagonaal)
- Meer extensie = meer spanning op anterieure gedeelte v.h. kapsel
- tov flexie: ligamenten ontspannen en men bereikt een onstabiele
stand
- Ligamenten van heup zijn allen intra-articulair dus verstevigingen van kapsel
- Deze spanning zorgt voor effectief gewrichtscontact
- Ruststand: ± 30° flexie, ± 30° abductie en beetje exorotatie
- Flexie: ligamenten zijn ontspannen
- caput femoris wordt niet meer krachtig in acetabulum getrokken
- = Onstabiele stand
- Als gecombineerd met adductie: nog minder stabiliteit
- contactoppervlak tussen caput en acetabulum verkleint: komt overeen
met persoon met ene been gekruist over het andere = dashboard
trauma
- na plaatsen nieuwe heup, zijn anteflexie boven 90° en adductie
(+ endorotatie) verboden = preventie van reluxatie
antalgische houding heup = lichte heupflexie?
*antalgische houding = streven naar LPP
- wanneer?
- Capsulitis
- RA
- bursitis
- waarom?
- Normaal intra-articulaire p < atmosferische p
- Inflammatie → vochttoename → intra-articulaire pstijgt waardoor meer
spanning op kapsel / ligamenten
1
, Hellingshoek: collum femoris
Oriëntatie acetabulum:
- gericht naar lateraal, caudaal en ventraal (= tractierichting)
As collum femoris:
- gericht naar craniaal, mediaal en ventraal
Hellingshoek tussen collum femoris en femurschacht
= 125° = inclinatiehoek
Declinatiehoek = anteversiehoek → hoek tussen as van cullum en frontale vlak
- bij geboorte: 35° en neemt af naarmate je ouder wordt: 10 a 15°
- groter bij vrouwen (10°-15°) dan mannen (8°- 10°)
- hoe groter AVH:
- hoe groter mobiliteit in endorotatierichting
- hoe beperkter mobiliteit in exorotatieriching
- hoe groter anterieure luxatie neiging
- gevolg: in-toeing door overmatige anteversie column → streven
naar maximale congruentie in
- Hoek van Wiberg: maat voor hoeveelheid van caput femoris dat bedekt
wordt door acetabulum = 30°
- Kleinere de hoek : kans op craniaalwaartse luxatie stijgt
- Grotere hoek: grotere stabiliteit maar minder mobiliteit.
→ AVA : acetabulum anteversie
Grotere hoek: meer anteversie mogelijkheid.
Deze hoek verkleint naarmate het ouder worden .
⇒ Hoeken worden gemeten door RX-opname, CT-scan, MRI, …
heup parameters:
2
De heupregio
Er moet voldoende mobiliteit voorzien zijn om het gehele
onderbeen te voorzien van voldoende bewegingsmogelijkheden.
Stabiliteit is hier echter belangrijk, vooral het stabiliseren van de
romp.
→ heup dislocaties komen weinig voor (stabiliteit!)
Art. coxae
- art. sphaeroidea (kogelgewricht)
- 3 vrijheidsgraden
- de transversale as, waaromheen flexie/extensie mogelijk is
- de sagittale as, voor de abductie/adductie-bewegingen
- de verticale as, voor de exo-- en de endorotatie.
- MCPP: maximale extensie en endorotatie
- Kapsel en ligamenten zijn op spanning gebracht (lig. lopen diagonaal)
- Meer extensie = meer spanning op anterieure gedeelte v.h. kapsel
- tov flexie: ligamenten ontspannen en men bereikt een onstabiele
stand
- Ligamenten van heup zijn allen intra-articulair dus verstevigingen van kapsel
- Deze spanning zorgt voor effectief gewrichtscontact
- Ruststand: ± 30° flexie, ± 30° abductie en beetje exorotatie
- Flexie: ligamenten zijn ontspannen
- caput femoris wordt niet meer krachtig in acetabulum getrokken
- = Onstabiele stand
- Als gecombineerd met adductie: nog minder stabiliteit
- contactoppervlak tussen caput en acetabulum verkleint: komt overeen
met persoon met ene been gekruist over het andere = dashboard
trauma
- na plaatsen nieuwe heup, zijn anteflexie boven 90° en adductie
(+ endorotatie) verboden = preventie van reluxatie
antalgische houding heup = lichte heupflexie?
*antalgische houding = streven naar LPP
- wanneer?
- Capsulitis
- RA
- bursitis
- waarom?
- Normaal intra-articulaire p < atmosferische p
- Inflammatie → vochttoename → intra-articulaire pstijgt waardoor meer
spanning op kapsel / ligamenten
1
, Hellingshoek: collum femoris
Oriëntatie acetabulum:
- gericht naar lateraal, caudaal en ventraal (= tractierichting)
As collum femoris:
- gericht naar craniaal, mediaal en ventraal
Hellingshoek tussen collum femoris en femurschacht
= 125° = inclinatiehoek
Declinatiehoek = anteversiehoek → hoek tussen as van cullum en frontale vlak
- bij geboorte: 35° en neemt af naarmate je ouder wordt: 10 a 15°
- groter bij vrouwen (10°-15°) dan mannen (8°- 10°)
- hoe groter AVH:
- hoe groter mobiliteit in endorotatierichting
- hoe beperkter mobiliteit in exorotatieriching
- hoe groter anterieure luxatie neiging
- gevolg: in-toeing door overmatige anteversie column → streven
naar maximale congruentie in
- Hoek van Wiberg: maat voor hoeveelheid van caput femoris dat bedekt
wordt door acetabulum = 30°
- Kleinere de hoek : kans op craniaalwaartse luxatie stijgt
- Grotere hoek: grotere stabiliteit maar minder mobiliteit.
→ AVA : acetabulum anteversie
Grotere hoek: meer anteversie mogelijkheid.
Deze hoek verkleint naarmate het ouder worden .
⇒ Hoeken worden gemeten door RX-opname, CT-scan, MRI, …
heup parameters:
2