Samenvatting Talent and Management Development (boek + lesnotities + slides) (semester 1), Arteveldehogeschool, Bedrijfsmanagement AJ '23-'24
Enkel hoofdstuk 1, 3, 7, 8 en 11 zijn samengevat aangezien dit de leerstof is voor het examen.
Boek: Management 14e editie.
Lesgever: Burhan Karanfi...
Samenvatting
Talent &
Management
Development
Management 14e editie
Silke De Loose
2023-2024
,INHOUD
H1 inleiding tot management en organisaties ........................................................................................ 1
1.1 wie zijn de managers? ................................................................................................................... 1
1.2 Wat is management? .................................................................................................................... 2
1.3 wat doet een manager? ................................................................................................................ 2
1.3.1 managementfuncties en -processen ...................................................................................... 2
1.3.3 managementvaardigheden .................................................................................................... 3
1.3.4 omgaan met veranderingen (zowel binnen als buiten een organisatie) ............................... 4
1.4 wat is een organisatie? .................................................................................................................. 5
1.5 het belang van management......................................................................................................... 6
H3 de speelruimte van de manager ........................................................................................................ 7
3.1 de cultuur binnen een organisatie ................................................................................................ 7
3.2 actuele organisatiecultuurkwesties voor managers ................................................................... 11
3.4 Management in een wereldwijde omgeving............................................................................... 11
H7 planning ........................................................................................................................................... 14
7.1 wat is planning? ........................................................................................................................... 14
7.2 waarom plannen managers? ....................................................................................................... 14
7.2.1 het doel van planning ........................................................................................................... 14
7.2.2 de relatie tussen planning en prestaties .............................................................................. 14
7.3 hoe plannen managers? .............................................................................................................. 15
7.4 doelstellingen formuleren en plannen ontwikkelen ................................................................... 16
7.4.1 het formuleren van doelstellingen ....................................................................................... 16
7.4.2 Plannen ontwikkelen ............................................................................................................ 17
7.5 actuele vraagstukken over planning ....................................................................................... 18
H8 strategische management ............................................................................................................... 19
8.1 het belang van strategisch management .................................................................................... 19
8.1.2 wat is strategisch management? .......................................................................................... 19
8.1.2 waarom is strategisch management belangrijk?.................................................................. 19
8.2 het strategisch-managementproces ........................................................................................... 19
8.3 de externe omgeving ................................................................................................................... 22
8.3.1 de specifieke omgeving ........................................................................................................ 22
8.3.2 De algemene omgeving ........................................................................................................ 23
H11 humanresourcesmanagement ....................................................................................................... 24
11.1 het humanresourcesmanagementproces ................................................................................. 24
, 11.1.1 de uitgangspunten van HRM .............................................................................................. 24
11.1.2 het belang van HRM ........................................................................................................... 24
11.2 externe invloeden op het HRM-proces ..................................................................................... 25
11.3 humanresourceplanning ........................................................................................................... 26
11.3.1 beoordeling van de huidige situatie ................................................................................... 26
11.3.2 het invullen van toekomstige HR-behoeften ..................................................................... 26
11.4 werving en afvloeiing ................................................................................................................ 26
11.5 selectie....................................................................................................................................... 27
11.5.1 wat is selectie? ................................................................................................................... 27
11.5.2 validiteit en betrouwbaarheid ............................................................................................ 28
11.5.3 typen selectie-instrumenten .............................................................................................. 28
11.5.4 verwachtingen managen .................................................................................................... 28
11.6 oriëntatie ................................................................................................................................... 28
11.7 opleiding van het personeel ...................................................................................................... 28
11.8 performancemanagement ........................................................................................................ 29
11.9 het salaris en andere arbeidsvoorwaarden............................................................................... 29
11.10 carrièreperspectief .................................................................................................................. 29
11.11 actuele vraagstukken over HRM ............................................................................................. 30
,H1 INLEIDING TOT MANAGEMENT EN ORGANISATIES
1.1 WIE ZIJN DE MANAGERS?
Manager = iemand die samenwerkt met anderen en daarin een coördinerende en leidinggevende
taak heeft, met als oogmerk de doelstelling van de organisatie te verwezenlijken.
Ze kunnen naast het leiding geven en coördineren van het werk van anderen ook uitvoerende taken
hebben. Ook medewerkers krijgen soms ook managementactiviteiten toebedeeld.
Bedrijven met een traditionele, hiërarchische opbouw: bedrijven met meer werknemers onderaan
dan bovenaan de ladder, waarbij de organisatiestructuur de vorm heeft van een piramide. Zoals in de
figuur hierboven te zien is, beschrijven we managers in dit type organisatie doorgaans als lagere,
midden− en hogere of topmanagers.
Hiërarchie = de ononderbroken lijn van gezag die van het hoogste organisatieniveau naar de lagere
niveaus loopt en die verduidelijkt wie aan wie verantwoording moet afleggen.
• Uitvoerend personeel: werkt mee aan het behalen van de doelstellingen door concrete
taken uit te voeren
• Lagere managers: zij geven leiding aan, en coördineren/beheren het werk van uitvoerende
(gewone) medewerkers: degenen die verantwoordelijk zijn voor het maken van het
bedrijfsproduct (worden vaak teamleider, productmanager, kantoormanager, chef,..
genoemd)
• Middenmanagers: zij geven leiding aan en coördineren het werk van de lagere managers
(worden vaak afdelingshoofd, projectleider of divisiemanager genoemd). Ze zijn te vinden in
alle lagen tussen het lagere- en het topmanagement.
• Hogere managers of topmanagers: zij zijn verantwoordelijk voor het definiëren van
doelstellingen en het nemen van beslissingen die van invloed zijn op de organisatie als
geheel.
Er zijn ook organisaties die anders en losser gestructureerd zijn, waar de manager niet of minder
duidelijk naar voren komt. Toch hebben zelfs meer flexibele en los gestructureerde organisaties
mensen nodig die de rol van manager vervullen.
1
,1.2 WAT IS MANAGEMENT?
Management = het proces van leidinggeven aan, en het coördineren van werkzaamheden, zodat
deze efficiënt en effectief met en door anderen kunnen worden uitgevoerd.
• De term proces duidt er op dat de taken of primaire activiteiten waar de manager bij
betrokken is, doorlopend zijn (steeds weer terugkomen).
• Taken manager: plannen, organiseren, leiding geven en controleren
→ Managers geven leiding en coördineren <-> Niet−managers voeren de gecoördineerde
taken uit
Efficiëntie: het behalen van de grootst mogelijk productie (output) met de minst mogelijke input.
Activiteiten op de juiste manier uitvoeren, ofwel: de dingen op de juiste manier doen
• KT-doel, kosten laten dalen, productiviteit verhogen, zo min mogelijk verspilling
Effectiviteit: het voltooien van de juiste activiteiten voor het realiseren van de bedrijfsdoelstellingen,
ofwel: de dingen effectief doen
• LT-doel, duurzame groei
Waar efficiëntie te maken heeft met de middelen
(efficiënt werken) om iets gedaan te krijgen, heeft
effectiviteit te maken met het einddoel of het
realiseren van bedrijfsdoelstellingen (het effect van
je werk). Slecht management is vaak te wijten aan
inefficiëntie en ineffectiviteit, maar evengoed aan
effectiviteit die door te inefficiënte middelen is
bereikt.
Efficiëntie en effectiviteit: examenvraag
1.3 WAT DOET EEN MANAGER?
1.3.1 MANAGEMENTFUNCTIES EN -PROCESSEN
4 managementfuncties (Henri Fayol):
• Plannen: formuleren van doelstellingen, ontwikkelen van strategieën voor de realisatie van
deze doelstellingen en het ontwikkelen van plannen om de benodigde activiteiten te
integreren en te coördineren
• Organiseren: indelen van de taken die nodig zijn om de doelstellingen van de organisatie te
realiseren
• Leidinggeven: manager moet samenwerken met anderen om de doelstellingen van de
organisatie te realiseren
• Beheren/controleren: prestaties vaststellen, vergelijken, evalueren en corrigeren
• (vroeger ook coördineren als managementfunctie, nu niet meer)
2
, Het managementproces = het voortdurend nemen van beslissingen en het ontplooien van
activiteiten tijdens het plannen, organiseren, leiding geven en controleren.
1.3.3 MANAGEMENTVAARDIGHEDEN
Managers hebben bepaalde vaardigheden nodig om de taken en werkzaamheden als manager uit te
voeren
3 belangrijkste vaardigheden (Robert L. Katz):
• Technische vaardigheden (technical skills):
o kennis van en vakkundigheid in bepaalde specialismen, bv.: computers, accounting,…
o belangrijkst op lagere managementniveaus, aangezien deze managers direct met het
productiepersoneel te maken hebben
• Menselijke vaardigheden (interpersonal skills):
o goed met anderen kunnen omgaan, zowel individueel als in team.
o essentieel, op alle managementniveaus even belangrijk omdat managers direct met
mensen werken
• Conceptuele vaardigheden (conceptual skills):
o het vermogen om over abstracte en ingewikkelde situaties na te kunnen denken en
ze te conceptualiseren (abstract denken)
o belangrijkst voor topmanagers
→ diverse vaardigheden zijn belangrijk voor meer dan 1 managementfunctie. Zonder
managementvaardigheden zijn de managementfuncties niet uit te voeren
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller SilkeDL. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.26. You're not tied to anything after your purchase.