Samenvatting fysiologie van de voeding 2
Kimmy Mesbahi
Kimmy Mesbahi VDK2
, 1. Inleiding
Voedsel voeding voedingstoestand gezondheid
Chemische reacties in het lichaam
Planten gebruiken zonne-energie om koolhydraten te produceren uit kooldioxide en water
organische moleculen = fotosynthese
Mensen en dieren eten de planten en gebruiken deze koolhydraten als brandstof voor hun lichaam
Tijdens de vertering, de energieleverende nutriënten worden afgebroken tot monosachariden, vetzuren,
glycerol en aminozuren energie om in ons lichaam te gebruiken
In verschillende metabolismen worden ze verder afgebroken tot energie in de vorm van ATP, water en
kooldioxide
Metabolisme = het gehele netwerk van chemische processen betrokken bij het in stand houden van leven.
Energie metabolisme = de manier waarop het lichaam energie uit voeding verkrijgt en spendeert.
Metabolische reacties vinden plaats in cellen, meer specifiek in levercellen
Anabolisme is het opbouwen van verbindingen en vergt energie
Katabolisme is het afbreken van verbindingen, energie komt vrij
Metabolische processen: reversibele conversies
Glycogenese: glucose glycogeen
Glycogenolyse: glycogeen glucose
Gluconeogenese: aminozuren, glycerol of lactaat glucose
Lipogenese: glucose of vetzuren vet
Lipolyse: vetten vetzuren of glycerol
Energiethermodynamica
1e wet: Onder normale omstandigheden kan energie niet gevormd of vernietigd worden; het kan enkel
getransformeerd worden van de ene soort naar de andere.
- Licht chemische energie
- Chemische energie chemische energie
- Chemische energie elektrische energie
- Chemische energie mechanische energie
Het transport van energie in het lichaam: ATP
- Een hoogenergetische component adenosine trifosfaat wordt gevormd
ATP
- Belangrijkste energiebron voor cellen
- Gebruikt voor spiercontracties, enzymactiviteit…
- Katabolisme resulteert in de productie van verschillende ATP-moleculen = energie
- Wordt door het lichaam gebruikt als er energie nodig is
- Hydrolyse verbreekt de verbindingen in ATP om energie vrij te maken
Energie en het leven
Chemische energie
- Koolhydraten
- Vetten
- …
Chemisch verbruik
- Koolstofdioxide
- Water
Warmte verlaat het lichaam
ATP metabolisatie warmte
Kimmy Mesbahi VDK2
,Afbraak van nutriënten voor energie
Afbraak van glucose
- Start met glycolyse tot pyruvaat
- Pyruvaat kan omgezet worden tot lactaat anaeroob en tot
acetyl co-enyme A aeroob
- Uiteindelijk komen alle energiehoudende nutriënten in de
krebbscyclus en de elektronentransportketting
o De laatste stappen van katabolisme: de
elektronentransportketting
Verbruikt zuurstof
Produceert koolstofdioxide en water
Produceert energie in de vorm van ATP
Afbraak van vetzuren en glycerol
Afbraak van aminozuren
Chemische energie in het voedsel zal
- Als chemische energie het lichaam terug verlaten
- Gebruikt worden voor diverse vormen van arbeid
- Als reserve-energie worden opgeslagen
- Als warmte het lichaam verlaten
Bomcalorimeter
- Voedsel wordt verbrand in de bomcalorimeter; de chemische verbindingen tussen de koolzuren en
waterstoffen worden verbroken; zo komt er energie vrij onder de vorm van warmte
- Deze hoeveelheid warmte is de hoeveelheid energie die in de chemische verbindingen van voedsel zit
1g koolhydraten: 4 kcal
1g proteïnen: 4 kcal
1g vetten: 9 kcal
1g alcohol: 7 kcal
Kimmy Mesbahi VDK2
, 2. Metabole kenmerken van organen en weefsels
2.1 Het metabolisme van weefsels en organen
- Weefsels en organen kunnen uit meer dan 1 celtype bestaan
o Vb. nieren: 2 soorten weefsels: cortex en medulla; elk bestaan uit verschillende soorten cellen
- Belangrijkste weefsels in het metabolisme: beenderen, spieren en vetweefsel
o 1 bepaald soort weefsel zal op dezelfde manier reageren over heel het lichaam
- Energiemetabolisme: belangrijkste organen en weefsels die betrokken zijn bij het gebruik en omzetting
van substraten die cellen in staat stellen hun energie te voorzien
- 1 van de belangrijkste mechanismen: glucosetransport in en uit de cel via specifieke transporteiwitten in
de celmembraan van verschillende organen en weefsels
Transport van glucose doorheen de celmembraan
- Diffusie door een specifieke carrier (geen gewone vrije diffusie doorheen celmembraan)
- Transporters:
o Eiwitten
o Passieve transporters
- Glucose doorheen celmembraan: afhankelijk van de concentratie binnen en buiten de cel
o Van hogere naar lagere concentratie
- In geval van SGLT-1= glucose doorheen membraan tegen concentratiegradiënt in
o Omdat Na-ionen wel via dalende concentratiegradiënt worden verplaatst; tegelijk met glucose
getransporteerd
o Vereist energie: Na/K-pomp
- Hoe de transporters werken: weefselspecifiek; hun gedrag is essentieel voor het glucosemetabolisme
Effect specifieke karakteristieken van glucose transporters op snelheid glucose opname in de cel
2.2 De lever
2.2.1Algemene beschrijving
- Hepatisch
- 1-1,5 kg; vlak onder middenrif
- Bloed voorzien: arteria hepatica (20%) en vena portae (poortader)
o Poortader: transporteert bloed afkomstig uit complexe systeem van
bloedvaten dat zich in en rond de gastro-intestinale organen bevindt
Gevormd door samenkomen van verschillende venen afkomstig uit
verschillende delen GI-stelsel
Deze venen transporteren stoffen die door de dunne darm geabsorbeerd zijn en zo in de
bloedbaan terechtgekomen zijn; monosachariden en aminozuren
- Wateroplosbare voedingsstoffen: eerst naar de lever getransporteerd voor ze in algemene
bloedcirculatie terechtkomen
o Niet alle macronutriënten passeren de lever: vetten komen niet in het bloed terecht maar in de
lymfevaten passeren niet bij de lever, maar komen via lymfevaten in vena subclavia terecht
- Venen uit de pancreas: vervoegen de poortader vlak voor ze de lever bereikt
o Bevatten bloed met de pancreatische hormonen insuline en glucagon
o Deze hormonen: eerst effect op lever voor ze in grote bloedsomloop terecht komen
- Bloed verlaat lever: venae hepatica; monden uit in vena cava inferior
o Vena cava inferior: bloed afkomstig uit onderste deel lichaam terugvoeren naar hart
- Ander belangrijke vatensysteem: gal naar galblaas
o Bevat galzouten: essentieel voor vertering en absorptie vetten in dunne darm
o Galexcretie: manier voor het lichaam om toxische afvalstoffen kwijt te geraken die door de lever
gedetoxifieerd werden
o 500-1000 ml gal/dag: netwerk van afvoerkanaaltjes die uitkomen in ductus hepaticus (eindigt in
galblaas (vlak onder lever))
o Gal: opgeslagen in de galblaas tussen maaltijden door; wordt geledigd tijdens vertering
afgevoerd doorheen ductus choledocus naar duodenum
Gemaakt in de lever, via kleine kanaaltjes naar ductus choledocus en zo naar galblaas
Kimmy Mesbahi VDK2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kimmymesbahi. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.26. You're not tied to anything after your purchase.