Voeding en Dietetiek, Fysiotherapie, Logopedie, Ergotherapie
Onderzoek
All documents for this subject (47)
4
reviews
By: liefspaula1 • 7 year ago
By: Renatevandenberg • 8 year ago
By: félinivanheijster • 8 year ago
By: Irisvandruten • 8 year ago
By: noortjeberendsen • 8 year ago
Translated by Google
Why one star? What do you no good at it?
Seller
Follow
noortjeberendsen
Reviews received
Content preview
Onderzoek
Week 1:
• De DIO weet hoe de onderzoeksleerlijn in periode 3 is opgebouwd.
• De DIO kan beoordelen of zijn onderzoek voldoet aan de “Gedragscode
studentonderzoekers bij het uitvoeren van praktijkgericht onderzoek”.
• De DIO weet wat de taak is van de adviescommissie Praktijkgericht Onderzoek van
de Faculteit GGM van de HAN.
• De DIO kan de begrippen validiteit en betrouwbaarheid uitleggen.
Ethiek: goed doen, niet schaden (beslisboom). Wat gebeurt er met de data? Lichamelijk niet
schaden. Kinderen en zwakken. Alle data moet gebruikt worden. Gedragscode GGM.
Betrouwbaarheid; is wat je opnieuw meet steeds hetzelfde (kwaliteit meetinstrument):
- Kwantitatief: steekproefgrootte, vissen naar verbanden (fishing), soort meetinstrument en
betrouwbaarheid
- Kwalitatief: interbeoordelaars betrouwbaarheid
Validiteit; is wat je meet hetzelfde als wat je wilt weten:
- Construct heb je gemeten wat je wilde weten, manier van meten:
o Inadequate operationalisaties: is het vertalen van de meetgegevens goed
gebeurd.
o Hypothese raden: de respondenten raden wat ze denken dat je wilt horen en
vertellen dat.
o Onderzoeksverwachtingen: de verwachtingen beinvloeden onbewust de
resultaten, dubbelblind is een goede oplossing.
- Intern is er een alternatieve verklaring voor het gevonden verband/ gevonden
resultaten, toetsend en exploratief onderzoek:
o Derde variabele, een factor waar je geen rekening mee hebt gehouden die van
invloed is op de resultaten
o History, wellicht vond er een gebeurtenis plaats die van invloed is op de
resultaten. Daarom is het belangrijk om een onderzoekslogboek bij te houden.
o Selectie, niet representatieve doelgroep door bv. zelf kiezen om mee te doen aan
een onderzoek.
o Mortaliteit/ drop-outs, tijdens het onderzoek kunnen mensen afvallen door bv.
onvrede.
o Ambiguïteit over de richting van het verband, of A B veroorzaakt of andersom.
- Extern zijn de resultaten generaliseerbaar naar de grote groep.
Algemene regels gedragscode:
- Bij het voorbereiden, het uitvoeren en na het afronden van je onderzoek, zorg je ervoor
dat je altijd: Met je docentbegeleider, of indien nodig met de opdrachtgever overlegt,
advies vraagt en afspraken maakt, als: o je twijfelt en/of iets onduidelijk vindt; o zich een
probleem voordoet dat de onderzoekspersoon of het onderzoek schade zou kunnen
berokkenen. Respectvol met onderzoekspersonen omgaat Dat betekent dat je altijd
vraagt om toestemming voor het verzamelen van de patiëntgegevens, je altijd uitleg geeft
over het doel en de werkwijze van het onderzoek en dat je dat doet aangepast aan het
bevattingsvermogen van de onderzoekspersoon. Je moet altijd het schaden van de
belangen van de onderzoekspersoon voorkomen. Zorgvuldig met minderjarige of
wilsonbekwame onderzoekspersonen omgaat Als je onderzoek doet met kinderen en/of
onder begeleiding/toezicht gestelde onderzoekspersonen (wilsonbekwamen), geef dan
ook altijd de meerderjarige ouders/ wettelijk vertegenwoordigers de uitleg en vraag hen
om toestemming. Bij minderjarigen tussen de 12 en 18 jaar is zowel schriftelijke
toestemming van het kind als van de ouders of wettelijk vertegenwoordigers verplicht.
- Zorgvuldig met de verzamelde informatie omgaat
- Zorg ervoor dat het verzamelen, bewerken en bewaren van gegevens veilig gebeurt.
Bedenk dat je geheimhoudingsplicht hebt bij privacygevoelige gegevens.
Als je onderzoek in aanmerking komt voor een ethisch advies, meld je dit bij de
Adviescommissie Praktijkgericht Onderzoek GGM. Deze maken gebruik van een beslisboom.
,Week 2 bloedglucose en bloeddruk:
• De DIO kan bloedglucose en bloeddruk meten en verzamelde data vastleggen
• De DIO kan aangeven wat referentiewaarden zijn voor bloedglucose en welke
veranderingen er verwacht worden na het drinken van ranja
• De DIO kan aangeven wat referentiewaarden zijn voor bloeddruk en welke veranderingen
verwacht worden na inspanning.
Bloedglucose meten:
- Zet eerst de bloedglucosemeter aan.
- Zorg dat er een nieuwe strip in de meter zit.
- Controleer het nummer dat de meter aangeeft met het nummer op het potje met strip!
- Zet de prikker aan de zijkant van je middelvinger en duw de prikker tegen je vinger. Druk
vervolgens met de duim op de injector totdat de injector afgaat.
- Hou je vinger met het druppeltje bloed tegen de strip en de meting begint.
- Veeg het druppeltje bloed af met het gaasje.
- Plak een pleister op de prikplaats.
NB.: diabetes bij 2x nuchter waarde ≥ 7 mM óf 1x nuchter ≥ 7 mM met klachten óf 1x willekeurig ≥ 11
mM met klachten
Na diagnose, tijdens behandeling:
Capillair volbloed Veneus plasma
Normaal glucose <5,6 <6,1
nuchter
glucose niet <7,8 <7,8
nuchter
Gestoord glucose ≥5,6 en ≤6,0 ≥6,1 en ≤6,9
nuchter
Diabetes glucose >6,0 >6,9
mellitus nuchter
glucose niet >11,0 >11,0
nuchter
Draagbare bloedglucosemeters zouden niet gebruikt mogen worden bij de diagnostiek van diabetes
mellitus, maar wel bij de screening op diabetes en bij de glucosecontrole tijdens behandeling van
diabetes.
Bloeddruk meten:
, Handmatig bloeddrukmeten:
- Laat de proefpersoon de linkerarm ontbloten tot ruim boven de elleboog.
- Doe de band van de handmatige bloeddrukmeter om de linker bovenarm.
- Zorg dat de bloeddrukband boven de elleboog om de arm zit.
- Doe de stethoscoop in je oren (let op dat de oorstukken naar voren wijzen).
- Zet het membraan van de stethoscoop in de elleboog.
- Pomp nu langzaam lucht in de band met de ballon.
- Pomp op tot rond de 150 mmHg.
- Hoor je door de stethoscoop de slagader pulseren (polsslag), pomp dan hoger op tot
180mmHg.
- Laat nu langzaam de ballon leeglopen door aan de ventielknop te draaien.
- De band loopt nu langzaam leeg.
- Let op het moment dat je de slagader hoort pulseren (polsslag). Dit is de bovendruk,
onthoud deze.
- Laat de band verder leeglopen.
- Let op het moment dat je géén pulsatie meer hoort. Dit is de onderdruk.
- Laat nu de band volledig leeglopen.
- Herhaal dit 1 keer na inspanning, bijvoorbeeld 2 keer een trap oplopen of 10
kniebuigingen.
Elektronisch bloeddrukmeten:
- Laat de proefpersoon de linkerarm ontbloten tot ruim boven de elleboog (wanneer dunne
kleding gedragen wordt, mag de bloeddrukband over deze kleding heen).
- Zorg dat de bloeddrukband boven de elleboog om de arm zit.
- De proefpersoon mag tijdens de meting niet praten, hoesten, niezen of bewegen!
- Druk op de startknop en laat de meting beginnen.
- Lees de waarde af en herhaal de meting.
‘Normaal’ 120/ 80 >140/90 is verhoogde bloeddruk.
Wat bepaalt (globaal) de RR?
- Hart: snelheid van pompen, kracht waarmee het hart pompt
- Weerstand waartegen het hart moet pompen:vasoconstrictie/ dilatatie van vaten,
bloedvolume, kwaliteit vaten (vb. atherosclerose)
Week 3 evidence based practice:
, • De DIO kan aangeven wat bedoeld wordt met Evidence Based Practice
• De DIO kan het onderdeel inleiding/methode van een wetenschappelijk artikel beoordelen
op kwaliteit.
Powerpoint eveidence based practice:
Evidence-based medicine (EBM) is the conscientious, explicit and judicious use of current best
evidence in making decisions about the care of individual patients. The practice of evidence based
medicine means integrating individual clinical expertise with the best of best research evidence and
patient values (Sackett 1996).
Soorten bewijs:
1. Patient values samen tot besluitvorming komen, cliënt centraal
The unique preferences, concerns and expectations each patient brings into the process.
Make it explicit for both parties;
Client centered
Mutual decisionmaking
Let op:
Relativering van eigen perspectief
Maatschappelijke normen bijv. zelfsturing
2. Empirical evidence
Deze ervaring kan inzichtelijk gemaakt worden door:
- Goed en helder te registreren
- Case studies
- Ervaringen delen met andere collega’s al dan niet internationaal en met andere
professies.
Or clinical expertise; the ability to use our skills and experience to rapidly identify each patients unique
health state, diagnose, their individual risks, and benefits of potential interventions, to choose a
intervention and to evaluate it.
Make your thinking explicit
metacognitive
biopsychosocially
Register thorougly
Case studies
Share experiences with other collegues, other professions (inter)national
Experience is a hard teacher cause she gives the test first and the lesson afterwards (V.S. Law)
3. Scientific evidence Evidentiepyramide
‘drilling for evidence’
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller noortjeberendsen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.82. You're not tied to anything after your purchase.