100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting cardio prof. Demeyer (alles) $6.98
Add to cart

Summary

Samenvatting cardio prof. Demeyer (alles)

 6 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting cardio prof. Demeyer (alles)

Preview 3 out of 28  pages

  • January 6, 2023
  • 28
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Diabetes: prof. Demeyer

Link diabetes – cardiovasculaire aandoeningen
 Diabetes: belangrijke cardiovasculaire risicofactor
 DiabetesP: 2-4 keer meer kans op hartaandoening/CVA
 Allemaal: cardiovasculaire patiënten
 Diabetes type II en cardiovasculaire aandoening: delen gemeenschappelijke risicofactoren

Glucose metabolisme (fysiologie)




 2 belangrijke organen: lever & pancreas
 Te veel suiker (hyperglycemie):
 Secretie insuline (in α -cellen)  cellen open voor glucose  te veel glucose in bloedbaan:
opslag in spieren, weefsel, lever (glycogeen)
 Glucose  glycogeen
 Te weinig suiker (hypoglycemie):
 Pancreas: activatie ß-cellen = secretie glucagon  stimuleren glycogenolys (glycogeen 
glucose  bloedbaan)
 Glycogeen in spieren  pyrodruivenzuur  lever  lever in glucose  bloedbaan = stijging
bloedglucose-spiegel

 Glucose:
 Normaalwaarden:
 Plasmaglucose tss 70-125 mg/dl voor een maaltijd
 Nuchter (8h geen maaltijd) < 100 mg/dl
 Na een maaltijd (1-2h na maaltijd) < 160 mg/dl
 Hyperglycemie = nuchter > 125 mg/dl OF na maaltijd > 180 mg/dl
 Hypoglycemie = < 70 mg/dl
 Verhoging v 10 mg/dl zorgt voor:
 Stimulering insuline afgifte + onderdrukking secretie glucagon
 Daling v 20 mg/dl zorgt voor:
 Verlaagde insuline afgifte + verlaagde opname v glucose in hersenen + triggert afgifte v
glucagon en andere tegen regulerende hormonen

 Insuline:
 Zorgen vr transport glucose nr cellen (absorptie glucose)  omzetten v koolhydraten in
energie vr cellen
 Activeren ‘signaling pathway’ dr te binden met receptoren in lever, spier, nier en adipeus
weefsel
 Glucose gebruikt als E-bron
 Glycogenese (glucose  glycogeen)
 Zorgt voor:
1

,  Suppressie afgifte glucagon
 Translocatie v glucose transport in spier en adipeus weefsel




 Insuline binden op insulinereceptoren  tyrosine kinase  IRS1/IRS2  …  translocatie v
GLUT-4 transporters naar celmembraan  glucose kan via GLUT-4 transporters in cel
 Start actie = insuline = 2 rode bolletjes
 Deuren = insuline receptoren (α -ß)
 Sleutel: insuline binden op insuline receptor
 Glucose transporters = GLUT-4 transloceren naar celwand: zorgen vr opening  glucose in cel

 Glucagon
 Secretie dr α -cellen in pancreas
 Als glucose concentratie daalt  verminderen insuline productie (dr glucagon)
 Hypoglycemie (< 70 mg/dl): glucagon en adrenaline en cortisol en groeihormoon ↑
 Glucagon ↑: bindt met receptoren lever
 Glycogenolyse: omzetten glycogeen  glucose in lever
+ gluconeogenese: synthese v glucose uit niet-koolhydraat bronnen
 Onmiddelijke actie
 Adrenaline ↑: afgifte dr veranderingen in OS (stresshormoon, ‘fight or flight’
 Stimuleren lever tot glycogenolyse en gluconeogenese, inhibitie v insulinereactie
 Onmiddelijke actie
 Cortisol ↑: maakt cellen (spier,vet) minder gevoelig vr insuline
 Verhoogt productie v glucose dr leven
 Activatie duurt enkele uren
 Groeihormoon ↑: maakt cellen (spier,vet) minder gevoelig vr insuline
 Activatie duurt enkele uren

 Anti-insuline/tegen regulerende hormonen:
 Glucagon
 Adrenaline
 Groeihormoon
 Cortisol

 Samenvatting:
 Hypoglycemie  secretie glucagon  pancreas: glucagon  stimuleren glycogenolyse 
bloedsuiker stijgt
 Hyperglycemie  secretie insuline  pancreas: insuline  stimuleren glycognese 
bloedsuiker daalt
Definitie en classificatie van diabetes
 Diabetes mellitus:
 Chronische metabole aandoening
2

,  Verschillende oorzaken
 Gekarakteriseerd dr chronische hyperglycemie (↑ levels v glucose in bloed) omdat er
geen/te weinig insuline geproduceerd w dr lichaam (pancreas) en/of insuline die
geproduceerd w nt effectief gebruikt w
 Geassocieerd met ontwikkeling v specifieke macrovasculaire en microvasculaire
compliaties (bvb. retinopathie, nefropathie, neuropathie …)
 Prevalentie:
 Wereld: 425 miljoen (2017)  8.8% vd bevolking, estimatie 9.9% in 2045
 België: 500 000 personen  6.1%
 Classificatie:
 DMI: 5%
 DMII: 90%

DM I (type 1) DM II (type 2)
% 5% 90%
Geslacht 40-70 j: meer mannen Mannen = vrouwen
+ 75j: meer vrouwen
Leeftijd Diagnose: vooral bij kinderen en Diagnose bij volwassenen > 40j
diagnose jongeren < 40j Laatste jaren: spectaculaire daling v
DM2 op jonge leeftijd
Stoornis Geen/te weinig insuline Insulineresistentie
productie Insulineresistentie in lever-, spier-, vet-
Stoornis in immuunsysteem die weefsel, productie insuline is initieel
insuline-producerende ß-cellen in aanwezig, mr werking thv Langerhans
pancreas vernietigt  onvoldoende cellen is onvoldoende met stoornis in
insuline aanmaak (insuline-afh- insulineproductie in de pancreas als
diabetes) gevolg
(nt-insuline-afh-diabetes)
Oorzaak Auto-immuun aandoening Overgewicht, obesitas, inactiviteit !!!
Exacte oorzaak niet gekend Ongezonde levensstijl (metabool
syndroom, roken)
Behandeling Insulinetherapie (pen, pomp, !! Dieet en lichaamsbeweging !!
monitoring) Niet voldoende?  facmacotherapie
Gezonde voeding
Fysieke activiteit

 Classificatie: overige 5% buiten DM1 en DM2:
 Zwangerschapsdiabetes:
 Insulineresistentie, hyperglycemie tijdens zwangerschap
 Leeftijd, overgewicht, gewichtstoename tijdens zwangerschap zijn risicofactoren
 Verhoogd risico op DM2 voor moeder + kind
 LADA = latent auto-immune diabetes in adults
 Vorm v DM1, vaak tragere evolutie
 Diagnose bij volwassenen
 MODY = maturity onset diabetes of the young
 Zeldzame, erfelijke variant (dominante genmutatie)
 Diagnose: 10-25j
 Diabetes insipidus:
 Stoornis in productie/gevoeligheid voor ADH
 Polydipsie (extreme dorst) en polyurie

Diagnose en opvolging van diabetes
 Diagnose DM:
 Karakterisrende symptomen:
 Polydipsie, polyurie, onverklaarbaar gewichtsverlies, recurrente infecties
 Glycemie
 Insuline resistentie
 HbA1c

 Glycemie:
3

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mariestanssens. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.98. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.98
  • (0)
Add to cart
Added