Een goede en duidelijke samenvatting van het boek "Bedrijfsbeslissingen en Financiële verantwoording" oorspronkelijk geschreven door A.W.W. Heezen. Hierbij zijn hoofdstuk 4 en 5 samengevat door middel van uitgewerkte begrippen, maar ook formules en voorbeelden hierbij.
Bedrijfseconomie TT2
Hoofdstuk 4
Stuurvariabelen – kengetallen die bestuurders binnen een onderneming
gebruiken bij het nemen van beslissingen en bij het achteraf beoordelen van de
resultaten van de genomen beslissingen.
Het verschil tussen de omzet en alle kosten is het EBIT. De EBIT wordt bij een bv
of een nv op de volgende manieren verdeeld:
- De verschaffers van het vreemd vermogen (interestkosten)
- De overheid (te betalen vennootschapsbelasting)
- De verschaffers van het eigen vermogen (winst na
vennootschapsbelasting)
Rentabiliteit = de winstgevendheid van een onderneming uitgedrukt in
een percentage van het gemiddelde vermogen
De ontvangen vergoeding (winst of verlies)
Rentabiliteit = ----------------------------------------------------------- x
100%
Gemiddeld geïnvesteerd vermogen
Ebit (positief of negatief)
Rentabiliteit totaal vermogen (Rtv) = --------------------------------------- x 100%
Gemiddeld totaal vermogen
Resultaat na belasting
Rentabiliteit eigen vermogen (Rev) = ----------------------------------- x 100%
Gemiddeld eigen vermogen
De hoogte van de rentabiliteit van het eigen vermogen is afhankelijk van:
- De rentabiliteit van het totale vermogen
- De gemiddelde kosten van het vreemd vermogen
- De verhouding vreemd/eigen vermogen
- De belastingquote
De berekening van Rev waarbij b = belastingquote :
Rev = (1-b) x [Rtv + (Rtv –Kvv) x VV/EV]
Als Rtv groter is dan Kvv, dan spreek je van een positieve hefboomwerking:
de onderneming verdient aan iedere euro vreemd vermogen. Als dit zo is dan
stijgt Rev dus ook.
Als Rtv lager is dan Kvv wordt er verlies geleden over iedere euro vreemd
vermogen. Dit is een negatieve hefboomwerking en laat ook het Rev dalen.
, Ondernemingen moeten zorgen voor een grote som van de Ebit om faillissement
te voorkomen, het moet toereikend zijn om:
- Aan de verschaffers van vreemd vermogen de vereiste interest te betalen;
- De verschuldigde belastingen te betalen;
- Aan de verschaffers van eigen vermogen de vereiste vergoeding te
betalen;
Naast het vreemd vermogen op korte of lange termijn, kun je het vreemd
vermogen ook opsplitsen in rentedragend en niet-rentedragend vreemd
vermogen. Over de balansposten crediteuren, nog te betalen bedragen en nog te
betalen belastingen worden geen rentekosten berekend en deze horen dus tot de
niet-rentedragende vreemd vermogen. Als er in een onderneming niet-
rentedragende vreemd vermogen aanwezig is, dan valt de Kvv laag uit, want
alleen het rentedragend vreemd vermogen leidt tot interestkosten.
Interestkosten
Interestkosten rentedragend vreemd vermogen =
-------------------------------------------------- x 100%
Gemiddeld rentedragend vreemd
vermogen
Bij rechtsvormen die geen rechtspersoon zijn, zoals eenmanszaak of VOF, kan de
Rev relatief hoog uitvallen. Ze werken namelijk niet in loondienst en krijgen dus
geen vast salaris. De beloning voor het werk dat zij verrichten is een aandeel van
de winst. De loonkosten zijn te laag om op de winst- en verliesrekening te zetten,
waardoor je eigenlijk meer belasting betaalt waardoor de Rev hoog uitvalt.
Rentedekkingsfactor: hieruit kun je afleiden of een onderneming in staat is de
interestkosten terug te verdienen. Een hoge rentedekkingsfactor wijst erop dat de
ebit van de onderneming groot genoeg is om de interestkosten te dekken en dus
terug te verdienen.
Ebit
Rentedekkingsfactor = ------------------------
Interestkosten
De rentabiliteitspercentages Rtv en Rev geven de winstgevendheid van een
onderneming weer als percentage van het gemiddelde geïnvesteerde vermogen.
Een hoog positief rentabiliteitspercentage wijst erop dat de winstgevendheid
hoog is. Een negatief rentabiliteitspercentage laat zien dat er verlies geleden is.
De rentabiliteitspercentages zijn gegevens waar de bestuurders van een
onderneming rekening mee moeten houden, daarom heten ze ook wel
stuurvariabelen. Soms worden ze ook kengetallen genoemd – getallen die de
specifieke kenmerken van een onderneming weergeven.
Een onderneming is liquide als het op ieder moment in staat is om aan de
belastingverplichtingen te voldoen. Tot de schulden op korte termijn horen de
balansposten crediteuren en rekening-courantkrediet. Als bijvoorbeeld een
potentiële investeerder een liquiditeitsbegroting wil maken, dan kan dit niet
zonder interne gegevens. Dan worden er gegevens gebruikt van bijvoorbeeld de
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Nerine. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.