100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting ontwikkelingspsychologie $7.72   Add to cart

Summary

Samenvatting ontwikkelingspsychologie

 11 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

In deze samenvatting staat alle informatie van de cursus en de lessen. Voor definities staan er volzinnen in, verder opsommingen en kenmerken van de fases. Ik heb gebruik gemaakt van foto's. De samenvatting is in totaal 35 pagina's.

Preview 4 out of 35  pages

  • January 6, 2023
  • 35
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting ontwikkelingspsychologie

Deel 1: Emotionele ontwikkeling
1. Beschrijving van de structuur van de emotionele ontwikkeling
 Emotionele ontwikkeling
 Sterk verbonden met de sociale ontwikkeling  socio-emotionele ontwikkeling
 Bestaat uit:
o Evolutie van de eigen emoties
o Inzicht in de emoties van anderen
 beiden noodzakelijk gezonde ontwikkeling: goed functioneren in
omgeving
 anderzijds sociale omgeving + biologische bepalingen
1.1 Evolutie van de eigen emoties
 Zelfbewustzijn
 Zelfregulatie
1.1.1 Zelfbewustzijn
De zuigeling
 Senso-motorische ervaringen
 Pasgeborene: geen onderscheid tussen zichzelf + buitenwereld
 Erg op zichzelf gericht
 Gevoelig voor de omgeving bv. pasgeborenen meer huilen wanneer andere baby’s in
omgeving ook huilen
 Gevoel  opwinding
o Lust of onlust
 Stemmingen
 Na twee maanden: gevoelens duurzamer  stemmingen die variëren tussen
o Opgeruimdheid
o Neerslachtigheid
 Drie drijfveren
 Na 3 tal maanden zintuigen zodanig ontwikkeld  baby op ontdekking bv. kijken,
luisteren, grijpen, proeven…
1. Genotsdrang: lust wordt herhaald, onlust vermeden
2. Sensatiegedrang: kijken en (mond-) voelen
3. Activiteitsdrang: speldrang, nabootingsdrang (van zichzelf en andere)

 Bewuster van andere mensen
 Rond 6 maanden: baby bewuster andere mensen + in buurt willen vertoeven
 Gedifferentieerde gevoelens
o Grossman, Striano en Friederici  onderzoek hersengolven die gelijken op
die wanneer volwassenen gezichtsuitdrukkingen opvangen

 Uitdrukken van gevoelens
 Rond 1 jaar: gevoelens uitdrukken via zijn lichamelijkheid bv. huilen, lachen, gebrek
aan eetlust, rumoerigheid…
 Uitingen van gevoelens waarop hij op bepaalde momenten mee zit

 Deelnemen aan het sociale leven
 Peuter: wil deelnemen aan sociale leven + meespelen met anderen
 Zelfbewustzijn
 Bv. koppig tonen, agressief, brutaal, affectie tonen  directe uitingen wat zich in zijn
omgeving voordoet
1

,1.1.1.2 De kleuter
Ontwikkeling van het IK-beleven
 Middelpunt van de wereld
 Einde peuterfase  onderscheid tussen ‘ik’ en ‘niet-ik’
 Eigenmachtsgevoel
 Alle gevoelens  eigen ik
 Egocentrisme
o Kind ziet zichzelf als middelpunt van de wereld
o Zoals hij voelt en denkt  doen anderen dit ook
o Kan nog geen afstand van zichzelf nemen
o Tot uiting in; spel, fantasie, motieven voor gedrag …

Uitbreiding van sociale contacten en gevoelens
 Veel kinderen
 Nieuwe situatie: naar school
 Gedwongen om te leren omgaan met kinderen bv. aard, afkomst en cultuur, andere
opvoeding…
 Eerst bedreigend  geleidelijk vertrouwd
 De kleuterleidster
 Zeer belangrijke rol in hun leven
 Hechten aan deze persoon
 Vertrouwensfiguur
 Merkt het op wanneer er iets mis is met de kleuter
 Behoefte aan leeftijdsgenootjes
 Behoefte aan contact met hen
 Mee willen spelen
 Verzinnen in fantasie
 Beginnend empathisch vermogen
 Beïnvloeden elkaars gedrag sterk

Prestatiedrang en initiatiefname
 Prestaties vergelijken
 3 à 4 jaar  prestatiegericht gedrag
 Prestaties vergelijken
o Gestimuleerd om beter te doen
o Meer initiatieven nemen
 Meisjes
o Goedkeuring en lof horen
 Jongens
o Prestaties centraal
 Opgavenbewustzijn
 Onderscheid tussen wat ze willen bereiken & wat ze verwachten te bereiken
 Kleuter helpen  kan eigen mogelijkheden nog niet inschatten
 Overschat  voelen als mislukkeling en teleurgesteld  twijfelen aan zichzelf -
overcompensatie
 Ondersteunen: haalbare doelstellingen

1.1.1.3 Het lagere schoolkind
 Eigen prestaties beoordelen
 Opnieuw andere wereld
 Nieuwe reeks van gevoelens
 Zelfwaardegevoel
2

,  Sterk verbonden aan prestaties + wat buitenwereld daarvan denkt
 Minderwaardigheidsgevoelens, schuldgevoelens, spijt & schaamte
 Zeer gevoelig voor positieve en negatieve opmerkingen
o Over zichzelf, wat ze doen, hun milieu
 Gevoelens over anderen
 Zichzelf met anderen vergelijken zorgt voor gevoelens van:
o Bewondering, spot, leedvermaak, ijverzucht

Besluit: lagere schoolkind  uitbreiding van sociale gevoelens + ontstaan morele gevoelens
Tegenstrijdige gevoelens, stemmingen wisselen nog gemakkelijker


 Weinig diepgang
 Gevoelens bij school kind weinig diepgang
 Verklaring voor
o Uitlachen zieke of misvormde kameraadjes, pijnigen van dieren…

1.1.2 Emotionele zelfregulatie
 Emotionele zelfregulatie
= strategieën die we gebruiken om onze emoties aan te passen tot een comfortabele
intensiteit zodat we onze doelen kunnen bereiken

 Hersenontwikkeling
 Prefontale hersenschors  belangrijke rol vaardigheid emoties controleren
o Bij baby’s: nauwelijks ontwikkelt  kunnen emoties niet controleren
 Strategie van kleuter
 Gaan iets anders doen waardoor ze andere gevoelens krijgen
 Ontwikkeling taal  leren gebruiken
 Probleemgerichte aanpak van lagere schoolkind
 Onderscheid maken tussen:
o Probleemgerichte coping:
Situatie onaangenaam  probleem aanpakken indien mogelijk
o Emotiegerichte coping
Weinig kunnen veranderen aan situatie  staan zichzelf toe om bijhorende
emoties te ervaren

 Synaptische groei
 Rond 12 jaar: synaptische groei prefrontale hersenzone
 Rond 17 jaar: periode synaptogenese in temporale hersenzone
o Ontwikkeling taalgebied  complexe emoties opzetten naar taal

1.2 Evolutie van het inzicht in emoties van anderen
1.2.1 Temperament
 Reageren op prikkels
 Temperament = aangeboren tendens om op prikkels te reageren
 Prikkels van binnenuit en buitenaf
 Hevig prikkels zijn + hoe ermee omgaan  afhankelijk van temperament
o Geeft aan hoe hevig we emoties voelen + erop reageren
 Prikkels van buitenaf
 Noodzakelijk: signalen anderen te ontvangen + hierop reageren
 Temperament een rol in:
o Hoe intens signalen binnenkomen
3

, o Hoe rustig of hevig reageren op prikkels

1.2.2 Social referencing
 Social referencing
= doelbewust zoeken naar informatie over de gevoelens van anderen om onduidelijke
omstandigheden en gebeurtenissen te kunnen plaatsen
 Baby
 Steun zoeken bij volwassenen  fysieke nabijheid
 Non-verbale signalen anderen begrijpen  in onzekere situaties steun zoeken door
bv. te kijken naar ouders/verzorgingspersoon
Bv. baby speelt met melkkannetje en kijkt naar uitdrukking gezicht van mama,
walging uitdrukken zorgt ervoor dat baby er korter mee speelt + verkleint kans dat hij
dit opnieuw zal doen
 Social referencing mogelijk door
 (1) Baby’s dezelfde emoties ervaren wanneer ze gezichtsuitdrukking waarnemen
o Verwijzing vroege vorm empathie
 (2) baby haalt nodige informatie uit gezichtsuitdrukking bv. die blik betekent dat ik er
maar beter mee stop

1.2.3 Empathie
 Empathie
= emotionele respons die correspondeert met gevoelens van een andere persoon
 Empathic distress
 Zelf een gevoel van onbehagen ervaren bv. je bent getuige van een situatie die voor
een ander pijnlijk, gênant, eng… is  zelf een gevoel van dat onbehagen ervaren
 Baby’s: ervaren dit als iemand in de buurt negatieve gevoelens ervaart bv. andere
baby huilt, zelf ook gaan huilen of troost zoeken
o Reactie op eigen gevoel, geen emotionele respons op ander
 Stemmingen
 Inzien dat andere gedrag stellen met bepaald doel voor ogen bv. oma smeert
boterhammen om te kunnen eten
 Beginnende empathie
 Twee jarige leeftijd: eerste sporen empathie bv. droevig peutertje gaan troosten
 Emotionele signalen opvangen  gevoel dat die signalen geven  motiverend actie
ondernemen + emotionele respons stellen
1.2.4 Spiegelneuronen
 Spiegelneuronen
= zenuwcellen die verspreid zijn door de hersenen, vooral motorische gebieden van de
frontaalkwabben
 Onderzoek
 Italiaanse onderzoeker Rizzotalli
 Onderzoek apen: onderzoeker gaf beloning aan apen (rozijnen), bij aap gingen
motorische cellen oplichten alsof ze dezelfde beweging maakten als onderzoeker
 Cellen spiegelden de handeling
 Emotie
 Ook verbonden met emotionele schakelingen hersenen
 Emoties van anderen ‘weerspiegelen’ bv. als we iemand zien vallen


1.2.5 Theory of mind and role taking
 Theory of mind


4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller diethe. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.72. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

72042 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.72
  • (0)
  Add to cart