- Een oplossing kan zuur, basisch of neutraal zijn.
- Om het verschil in zuurgraad in een getalwaarde te kunnen weergeven, gebruik je pH.
- pH < 7, de oplossing is een zuur, hoe lager de pH hoe zuurder de oplossing.
- pH = 7, de oplossing is neutraal.
- pH > 7, de oplossing is basisch, hoe hoger de pH hoe basischer de oplossing.
- Met indicatoren kun je aantonen of een oplossing een zuur bevat.
- Er zijn verschillende zuur-base-indicatoren, bijvoorbeeld lakmoes, universeel indicatorpapier
en oplossingen.
Paragraaf 8.2:
- Met stroomgeleiding onderzoek je op macroniveau of er geladen deeltjes in de zure
oplossingen aanwezig zijn.
- Het geleiden van stroom wordt veroorzaakt door het ontstaan van ionen bij het oplossen, de
+¿¿
zuren reageren met water -> het zuur geeft een H -ion af aan het watermolecuul, hierbij
+ ¿¿
ontstaan H 3O -ionen -> dit ion heet het oxoniumion.
- Zure oplossingen bevatten waterstofionen gekoppeld aan watermoleculen.
- Er is een lineair verband tussen de molariteit van de oplossing en de geleidbaarheid.
- Als je de oplossing tweemaal verdunt, dan halveert de geleidbaarheid.
- Bij oplossingen met een grotere molariteit zijn er minder ionen in de oplossing dan mogelijk
is, de reactie is hierdoor geen aflopende reactie maar een evenwichtsreactie.
+¿¿
- Sterke zuren: zuren die zich volledig splitsen in ionen (staan alle H -ionen af, één pijl).
- Zwakke zuren: zuren die zich niet volledig splitsen in ionen (evenwichtsreactie).
Paragraaf 8.3:
- Organische zuren zijn stoffen waarvan de moleculen een koolstofskelet hebben.
+¿¿
- Als een zuurgroep in een molecuul aanwezig kan het een H -ion afstaan, maar alleen het
waterstofatoom dat in de zuurgroep zit kan worden afgestaan.
+¿¿
- Eenwaardig zuur: zuur dat maar één kan H -ion afstaan.
+ ¿¿
- Naast het H 3O -ion ontstaat er ook een negatief geladen ion, dit is het zuurrestion.
+¿¿
- Meerwaardige zuren: zuren die in staat zijn meer dan één H -ion af te staan.
- Anorganische zuren: zuren zonder koolstofskelet.
+¿¿
- Een meerwaardig zwak zuur verliest maar één H -ion in water.
Paragraaf 8.4:
+ ¿¿
- pH = - log[ H 3O ]
- Hoe hoger de concentratie, hoe lager de pH.
+ ¿¿
- [ H 3O ] = 10−pH
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller willystouten. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.85. You're not tied to anything after your purchase.