Deze samenvatting bevat alle inhoud die je moet kennen voor het examen: alle slides en wat gezegd werd in de hoorcolleges staat genoteerd. Duidelijke afbeeldingen en besprekingen van grafieken, onderzoeken en stroomschema's.
2. Essentiële onderdelen om te kunnen spreken van een zintuig .......................................................................................... 6
3. Verwevenheid waarneming en handelen ......................................................................................................................... 8
, Biologische psychologie II
HOOFDSTUK 1: Inleiding
1. Structuren en functies
Biologische psychologie I (voorkennis):
• Evolutie en gedragsgenetica: overerfbaar DNA à fysieke structuren à gedrag
o Vb. heratibiliteit IQ geschat op 50%: 50% van de variantie in dat IQ wordt bepaald door de genetische
code
o Er is een onontkenbare link tussen de fysieke en psychologische structuur
• Micro- en macrostructuur van het zenuwstelsel: het macrostelsel is de landkaart (een netwerk, ruggenmerg
etc.).
• Belangrijkste onderzoeksmethoden
Biologische psychologie II: functies
• Inzoomen op processen in specifieke deelstructuren (vooral zenuwstelsel)
o Zintuigen
o Motoriek
o Slaap en biologische ritmes
o Leren en geheugen
o Stress
o Niet vermeld: seksueel gedrag, eetgedrag …
• Uitermate breed en gespecialiseerd vakgebied; work in progress
o Helikopterzicht van belangrijkste functies
• Belang van netwerkstructuren
2. Netwerkstructuren: voorbeelden
Netwerken zijn groepen van neuronen die met elkaar communiceren, in allerlei lussen. Dit is complexe materie.
Dit zijn een aantal bouwstenen van netwerken. De axon is de zender, de neuron heeft dendrieten (ontvanger) waarmee
neuron B signalen ontvangt van neuron A. De boodschappenstofjes worden opgevangen door sleutelgaten (dendrieten
van neuron B). Wanneer dit gaat binden, gaat dit de rustpotentiaal van neuron B verstoren. In rust is er een negatieve
lading. Dit is eigenaardig. Om dat negatief te houden, is dit een ‘dure grap’ voor neuron B. Waarom niet gewoon op 0
leggen? Zo werkt het niet.
De rustpotentiaal is één van de manieren waarop het zenuwstelsel
ingebouwde manieren heeft om ruis een klein beetje te onderdrukken.
• Hormonale communicatie: dit is niet specifiek, niet voor één cel, aspecifieke boodschap (puberteit is niet
specifiek, komt wel op gang)
• Neuronale communicatie: dit is een sms’je sturen naar één persoon, met één inhoud, en één bepaalde timing.
Het stelt je in staat om op tijd weg te lopen als er plots een leeuw in de C&A opduikt. Je maakt duidelijke
beslissingen.
Neuron A werkt niet perfect, het geeft niet alleen een actiepotentiaal wanneer het dat moet doen, soms wordt er een
foutje gemaakt. Er zijn hiervoor controlemechanismen.
1
, Eenvoudige keten:
Neuron A communiceert met neuron B, die communiceert met neuron C. Dit gebeurt bv. in het ruggenmerg.
Convergentie:
Meerdere neuronen in laag A projecteren op éénzelfde neuron in laag B. Convergentie is er altijd, in meer of
mindere mate.
• Kwantitatieve integratie: de neuronen in laag A doen hetzelfde, maar het is de optelsom die relevant is.
o Retina: verschillende lichtgevoelige cellen: die projecteren maar één volgende cel in de keten. Deze cel
kan een optelsom maken van de neuronen in laag A.
• Kwalitatieve integratie:
o Neuron in visuele cortex: de geeft de prikkeling van de retina door aan
neuron B. Een andere neuron A geeft ook mee wat de ogen aan het doen
zijn. B heeft dit allemaal nodig. Er is input van verschillende bronnen nodig.
Drie neuronen in laag A en drie neuronen in laag B. Dit is niet convergentie: het is niet zo dat
ze in laag B ze het met minder moeten doen dan in laag A.
Divergentie
Hier is 1 neuron in laag A, en drie in laag B.
• Bv. dorsaal kolomsysteem: wanneer dit aankomt in het brein zijn er enerzijds
projecties naar de cortext, anderzijds naar het cerebellum. Dit kan pas door deze
situatie; één neuron die verschillende neuronen projecteert.
• Dopamine: wordt aangemaakt in het brein; maar dopamine-gevoelige
neuronen kom je in gans het brein tegen. Alle cellen in het brein worden
beïnvloed.
Neuronen leiden tot spiercontracties. Er zijn 10,000en spiervezelcellen. 1 neuron laat niet één spiervezel
samentrekken. Je krijgt piramidale neuronen die op hun eentje 10,000en spiervezels kunnen doen samentrekken.
Dit is divergentie.
Er moet ingebouwde foutencontrole zijn. Dat kan je doen o.b.v. een enkel paar neuronen (bv. rustpotentiaal), of
via netwerkstructuren. Je komt dit doorheen het zenuwstelsel veel tegen.
Feedbacklus: eenvoudig netwerk
Hier is neuron C nieuw. Zowel neuron B als C worden geëxciteerd door neuron A. Neuron C heeft een inhibitoire
invloed op neuron A. Dit betekent: als neuron C vuurt, neemt de kans af dat neuron A nog eens gaat vuren. Dit is
een feedback-systeem. Het signaal van A komt bijna gelijktijdig aan bij B en C. Een beetje later komt er een
signaal van C naar A. Indien A zich duidelijk uitspreekt, dan ontvangt B de boodschap. Indien A zich minder
duidelijk uitspreekt, het signaal niet doorgegeven wordt. Dit is een scherper
onderscheid tussen ‘ja’ en ‘nee’. Soms wordt een actiepotentiaal doorgegeven om
de machinerie te onderhouden. Er zit dus ruis op het systeem, het is niet perfect. C
zorgt ervoor dat kleinere, subtiele signalen niet doorgegeven worden.
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Nora275. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.80. You're not tied to anything after your purchase.