Overzichtelijke schema’s
(inclusief de arresten) per week
Recht van de Europese Unie
Week 1
Negatieve en positieve integratie
Negatieve integratie zijn de verboden in een Verdrag. De focus hier ligt op de nationale
wetgeving die het functioneren van de interne markt belemmert.
Positieve integratie is de secundaire EU-wetgeving. Nationale wetgeving wordt omgezet in
een uniforme Europese Norm: denk bijvoorbeeld aan een richtlijn of een verordening. De
focus ligt op EU-standaarden die het functioneren van de interne markt bevorderen.
Positieve integratie wordt ook wel harmonisatie genoemd. In het geval van harmonisatie
vormt de Europese secundaire wetgeving het beoordelingskader voor nationale regels.
Harmonisatie vooronderstelt wetgevend optreden van de Unie, zodat een rechtsgrondslag
noodzakelijk zal zijn. op grond van het attributiebeginsel moet de Unie gebruik maken van
de juiste rechtsgrondslag om harmoniserend op te treden.
Sperrwirkung: zodra de Unie harmoniserend is opgetreden m.b.t een bepaald
onderwerp, is daarmee de soevereiniteit van de lidstaten op dat onderwerp
overgedragen aan de Unie. Maatregelen van de lidstaten zullen op dit terrein dus
verenigbaar moeten zijn met de harmonisatiemaatregel.
Als er geen harmonisatie is (dus negatieve integratie) vormen de verboden in het Verdrag
het beoordelingskader voor nationale regels.
Art. 30 VwEU – HGW
Art. 110 VwEU – binnenlandse belastingen
In- of uitvoerrecht of een HGW is altijd een verkapte belastingheffing en ook altijd
verboden. Het is een absoluut verbod; er geldt geen ondergrens en er zijn ook geen
uitzonderingen.
Een HGW is: ‘elke eenzijdig opgelegde gelijke last, ongeacht de benaming of de structuur
ervan die wegens grensoverschrijding over goederen wordt geheven en geen douanerecht
is.’
Als een belasting geheel ten goede komt aan de nationale producenten en de uitkeringen
gelijk zijn aan de door de nationale producenten betaalde belasting, zal die heffing alleen
rusten op ingevoerde producten en als HGW verboden zijn ex art. 30 VwEU.
Afbakening begrip HGW van binnenlandse belasting:
Outokumpu
Er geldt een algemeen verbod op directe (en indirecte) discriminatie. Een eenzijdige
opgelegde feitelijke last is geen HGW als het deel uitmaakt van het algemene stelsel van
binnenlandse belastingen, waardoor categorieën producten stelselmatig worden
,getroffen volgens objectieve criteria. Zowel binnenlandse als ingevoerde producten
moeten hetzelfde worden belast. Differentiatie is toegestaan, mits dit geschiedt op
objectieve gronden.
Art. 110 VwEU is alleen van toepassing op indirecte belastingen. Het artikel verbiedt zowel
discriminerende als protectionistische belastingen:
a. Discriminerende belastingen (soortgelijke producten)
o Humblot: verbod op indirecte discriminatie, tenzij objectief
gerechtvaardigd.
b. Protectionistische/beschermende belastingen (concurrerende producten)
Humblot
Een binnenlandse belasting ex art. 110 VwEU is toegestaan voor zover die belasting geen
discriminerende of beschermende werking heeft. Er geldt een verbod op indirecte
discriminatie, tenzij dit objectief gerechtvaardigd is en verenigbaar met de doelstellingen
van de Unie.
Conclusie
Een heffing valt niet langer onder art. 30 VwEU als deze deel uitmaakt van een algemeen
stelsel van binnenlandse belastingen. Een HGW is dus altijd verboden en kan nooit worden
gerechtvaardigd. Binnenlandse belastingen mogen alleen niet
discrimineren/beschermende werking hebben. Zij mogen enkel differentieren.
Differentiatie is alleen toegestaan indien dit plaatsvindt op objectieve gronden die
verenigbaar zijn met doelstellingen van de Unie (Outokumpu).
Stappenplan art. 34 VwEU
MGW – beperking van het vrije goederen verkeer
1. Is er een grensoverschrijdend effect?
o Art. 34 VwEU is niet van toepassing op omgekeerde discriminatie (U-bocht).
Hiervan is sprake als een lidstaat de eigen onderdanen strenger behandelt
dan de onderdanen van andere lidstaten.
o Een volledig interne situatie kan alleen Unierechtelijk worden bestreden
d.m.v harmonisatie of op grond van een nationaalrechtelijk beginsel van
gelijkheid/non-discriminatie.
2. Is er sprake van harmonisatie?
3. Is er sprake van rechtstreekse werking?
o Art. 34 VwEU heeft verticale rechtstreekse werking.
o Het verplicht lidstaten handhavend op te treden tegen duurzame
beperkingen van het vrije verkeer. Indien een lidstaat niet de vereiste
maatregelen heeft betroffen ter opheffing van het vrije goederenverkeer.
Zij moeten altijd passende en noodzakelijke maatregelen treffen om
belemmeringen te voorkomen op grond van het loyaliteitsbeginsel.
(Schmidberger).
o Geen horizontale rechtstreekse werking.
, 4. Is er een beperking?
o Directe discriminatie
o Indirecte discriminatie
o Alle overige belemmeringen van het vrije goederenverkeer: een MGW is
iedere handelsregeling die de intracommunautaire handel tussen lidstaten
al dan niet daadwerkelijk, rechtstreeks of potentieel belemmert
(Dassonville).
o Art. 34 is niet van toepassing op nationale bepalingen die zo onzeker en
indirect zijn, dat daarvan niet gezegd kan worden dat zij de handel tussen
lidstaten belemmeren (Krantz).
5. Kan die beperking gerechtvaardigd worden?
o Rechtvaardiging door art. 36 VwEU of door de Cassis-rechtvaardiging.
- Van belang bij beide rechtvaardigingsgronden is dat er geen sprake mag
zijn van harmonisatie! Noem dit ook altijd in je antwoord. Indien er
namelijk wel sprake is van harmonisatie, moet je in de betreffende
richtlijn/verordening kijken om te toetsen of de nationale bepaling een
beperking vormt.
o Art. 36 VwEU bevat een limitatieve opsomming, die tevens gebruikt kan
worden voor direct discriminerende maatregelen.
o De Cassis-rechtvaardiging vormt een niet-limitatieve opsomming van
potentiële rechtvaardigingsgronden (bijv. consumentenbescherming). En is
alleen van toepassing op indirect discriminerende maatregelen: dus
maatregelen zonder onderscheid!
o kan een legitiem belang vormen voor een beperking van het vrije verkeer
van goederen (Schmidberger).
o Ook moet hier de evenredigheidstoets worden toegepast. Kijk of de
maatregel (1) geschikt en (2) noodzakelijk is. De geschiktheid ziet op of de
maatregel geschikt is om het doel te verwezenlijken. De noodzakelijkheid
ziet op of er geen minder vergaande/belastende alternatieven zijn die het
doel kunnen verwezenlijken. Indien er sprake is van een fundamenteel
recht/grondrecht nog een 3e stap: evenredigheid stricto sensu. Dit is een
belangenafweging: weegt het belang van de overheid zwaarder dan die van
de marktdeelnemer?
Criteria voor de Cassis-rechtvaardiging
a. Een dwingende reden van algemeen belang
o Bijvoorbeeld consumentenbescherming of milieubescherming
b. Maatregel zonder onderscheid
o Geen directe discriminatie
c. Geen harmonisatie t.a.v de dwingende reden
d. Evenredigheid
o Geschikt & noodzakelijk
e. Geen schending van fundamentele rechten
Wat tevens uit Cassis de Dijon voortvloeit is het beginsel van wederzijdse
, erkenning. Dit beginsel houdt in dat als een lidstaat een product rechtmatig op de
markt heeft gebracht, een andere lidstaat dit moet erkennen en hier geen extra
voorwaarden aan mag stellen. Er moet zonder problemen kunnen worden
geëxporteerd.
Conegate
Een lidstaat kan zien t.a.v een invoerverbod op aanstootgevende/ontuchtige goederen
niet beroepen op de openbare zedelijkheid als rechtvaardigingsgrond, wanneer diezelfde
goederen vrijelijk op zijn grondgebied worden vervaardigd.
Producteisen en verkoopmodaliteiten
Keck & Mithouard
Het feit dat een rechtvaardiging van een MGW er niet voor zorgt dat er geen schending
meer is van art. 34 VwEU, maar deze slechts wordt gerechtvaardigd door de Cassis-
rechtvaardiging of art. 36 VwEU, is van belang voor Keck & Mithouard…
Dit arrest geldt t.a.v bepaalde verkoopmodaliteiten. Het bevat de Keck-uitzondering voor
bepaalde verkoopmodaliteiten. Indien aan deze uitzondering (de twee mitsen) is voldaan,
is er geen sprake van een MGW… De markttoegang wordt niet verhinderd of moeilijker
gemaakt dan voor nationale producten.
Verkoopmodaliteiten zijn regels die iets zeggen over wijze waarop een product moet
worden verkocht.
De uitzondering geldt voor:
‘Alle nationale bepalingen die een bepaalde verkoopmodaliteit aan banden legt of
verbiedt, mits de bepalingen van toepassing zijn op alle marktdeelnemers die op het
grondgebied activiteiten ontplooien, en mits zij zowel rechtens als feitelijk dezelfde
invloed heeft op de verhandeling van nationale producten en ingevoerde producten.’
Familiapress – onderscheid producteisen en verkoopmodaliteit
Een producteis is als iets moet worden veranderd aan (de inhoud van) het product:
samenstelling, verpakking, productieproces.
Indien de maatregel niet noopt tot een verandering van het product zelf is het een
verkoopmodaliteit. Reclamedingen of slogans zijn bijvoorbeeld verkoopmodaliteiten.
Gourmet International – verduidelijking ‘mitsen’
In dit arrest wordt de Keck-uitzondering een beetje verduidelijkt. Hieruit komt naar voren
dat de uitzondering eigenlijk een soort markttoetredingstoets is. Hier gold een verbod op
reclame voor alcoholhoudende dranken. Er is sprake van een toetredingsbelemmering
voor in andere lidstaten gevestigde ondernemingen. Het verbod maakt de toegang tot de
markt in die lidstaat moeilijker.
Dus bepaalde verkoopmodaliteiten zijn geen MGW, tenzij ze direct/indirect discrimineren
en dus de markttoegang bemoeilijken.
Gebruiksverboden
Italiaanse Aanhangwagens
Gebruiksverboden zijn ook altijd een MGW. Zo volgt uit Italiaanse Aanhangwagens. Hier
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller JudithhhhS. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.94. You're not tied to anything after your purchase.