Een uitgebreide samenvatting van de hoofdstukken 1 t/m 24. Daarbij ook nog een samenvatting van de anatomie/fysiologie/pathologie van de schild-en bijschildklieren toegevoegd.
Ziekenhuiszorg behoort tot de curesector Organisatie richt zich primair op behandeling en
genezing.
Dit in tegenstelling tot de caresector Verlenen van zorg.
De scheiding tussen cure en care is niet heel strikt. Denk bijvoorbeeld aan mensen die thuis
chemotherapie krijgen of thuis dialyseren.
De verpleegkundige zorg in een ziekenhuis is gericht op verzorging, begeleiding en
observatie van de zorgvragers.
Bij ziekenhuiszorg is er sprake van een aantal specifieke kenmerken:
1. Klinische opnamen Zorgvrager moet binnen de muren van het ziekenhuis
verblijven. Gaan hierbij er van uit dat de zorg nergens anders geboden kan worden.
2. Somatische problematiek Psychische en/of PG-problematiek wordt tegenwoordig
ook wel behandeld in een ziekenhuis op een PAAZ of GAAZ (Psychiatrische of
Geriatrische Afdeling Algemeen Ziekenhuis)
3. Altijd sprake van een relatief kortdurende opname Gemiddeld aantal ligdagen in
2011 was iets meer dan 5 dagen.
4. Zorg is vaak complex en er wordt gebruik gemaakt van hoogwaardige technologieen.
5. Multidisciplinaire zorg Groot team van professionals betrokkken bij zorg,
diagnostiek en behandeling. Afstemming op elkaar is erg belangrijk.
Wanneer worden zuigelingen en/of baby’s opgenomen:
1. Te vroeg geboren en.of een te laag geboortegewicht (prematuriteit/dysmaturiteit)
2. Te veel bilirubine in het bloed (hyperbilirubinemie)
3. Te laag bloedsuikergehalte (hypoglykemie)
4. Observatie in verband met infectie, medicijngebruik van moeder tijdens
zwangerschap, belaste anamnese, geboortetrauma.
5. Luchtweginfecties.
Jongvolwassenen komen relatief weinig in een ziekenhuis. Bij volwassenen (45-65 jaar)
neemt het percentage flink toe. Voorbeelden van specialismen:
Interne geneeskunde (maagbloeding, hevige buikklachten en instellen DM)
Cardiologie
Chirurgie
Verloskunde/gynaecologie
Oogheelkunde
Keel-, Neus-, en Oorheelkunde.
Dermatologie.
Urologie.
Longziekten.
Neurologie
Reumatologie.
Orthopedie (kijkoperatie van de knie, plaatsen heupprothese)
Geriatrie en psychiatrie.
,De meeste zorgvragers die gebruikmaken van ziekenhuiszorg zijn de 65-plussers. Het
stijgende percentage kan worden verklaard door het feit dat mensen langer leven, maar
daardoor ook meer en langer ziek zijn.
Vergrijzing Het percentage mensen met een leeftijd van boven de 65 jaar neemt toe ten
opzichte van de andere leeftijdsgroepen.
Dubbele vergrijzing de toename van het percentage van de bevolking van 85+ op de
totale bevolking
Driedubbele vergrijzing De piek in de vergrijzing rond 2040 valt samen met een historisch
laag aantal twintigers.
Ziek zijn van ouderen wijkt af van ’gewoon’ ziek zijn:
Symptomen van ziekte uiten zich bij ouderen vaak anders dan bij jongere mensen.
Andere aandoeningen dan waarvoor men is opgenomen, kunnen van invloed zijn op
het ziek-zijn.
Medicijnen kunnen sneller bijwerkingen vertonen of elkaar beinvloeden.
Meer kans op complicaties, zoals delier en depressie.
Bedcomplicaties treden sneller op bij ouderen.
Herstel verloopt vaak langzamer.
Het fragiele evenwicht van zelfredzaamheid is snel doorbroken, waardoor de
afhankelijkheid toeneemt.
Hoofdstuk 2: Geschiedenis van de ziekenhuiszorg en voorzieningen.
Grieken maakten zich los van het magische denken en verhieven het zelfstandig redeneren
tot kunst. Zo ontwikkelde de geneeskunde zich.
Aan de school van Hippocrates van Kos (460-377 voor Christus) waren gerichte observatie,
experimenteren en redeneren bekende methoden. Deze school stelde de zorgvrager
centraal en stelde strenge eisen aan het morele en zedelijke karakter van artsen.
Aan het einde van de opleiding moesten de artsen de eed van Hippocrates afleggen Ook
nu leggen artsen nog een eed af die op deze oude eed is gebaseerd. Met Hippocrates en het
griekse denken is de wetenschappelijke benadering van geneeskunde ontstaan.
Chirurg is afgeleid van de woorden cheir (hand) en ergos (werk).
Na het ontstaan van universiteiten in Zuid-Europa ontstond er een bredere belangstelling
voor de medische wetenschap.
In de middeleeuwen hielden medisch geleerden zich bezig met het geven van adviezen, het
dichtschroeien van wonden, het voorschrijven van medicijnen en de uroscopie (piskijken)
Het chirurgijnswerk en kleine operaties lieten zij over aan de chirurgijnen, die vaak barbier
waren.
De ontwikkeling van de heelkunde vond plaats binnen het gildesysteem (beroepsgroep)
Begrippen als meester en gezel komen uit de gildentijd.
Pesthuizen (16e en 17e eeuw) Voorloper van ziekenhuis. Om pestlijders af te zonderen
van de rest van de bewoners. Patienten werden eerder zieker dan beter. Na de
pestepidemieen werden het gasthuizen. In deze gasthuizen was in de 18e en 19e eeuw de
zorg ronduit slecht. Geld speelde een belangrijke rol. In de 20e eeuw werden veel gasthuizen
opgeheven. Sommige ontwikkelden zich tot een modern ziekenhuis.
, Eind 19e eeuw ontstonden veel nieuwe ziekenhuizen uit particulier initiatief.
Concurrentie ziekenhuizen Opzoeken.
Verschillende soorten ziekenhuizen:
Algemene ziekenhuizen reguliere patientenzorg. Aantal ziekenhuizen levert ook
topklinische zorg. Dit is hooggespecialiseerde zorg waarvoor een vergunning nodig is
vanuit de Wet Bijzondere Medische Verrichtingen. Denk aan hartchirurgie,
neurochirurgie, ivf of transplantaties.
Categorale ziekenhuizen Richt zich op een bepaalde categorie patienten.
Voorbeelden: revalidatiecentra, astmacentra, epilepsiecentra etc.
Soms vormt een categoraal ziekenhuis een onderdeek van een academisch ziekenhuis.
Revalidatiecentra vormt de grootste groep. Je hebt klinische (opname) en poliklinische
(dagbehandeling) revalidatie.
Universitaire medische centra Centrum voor opleiding, onderzoek en wetenschap.
Ziekenhuis is verbonden aan een universiteit. Opleiding en onderzoek zijn
belangrijkste functies. Er zijn wel zorgvragers nodig waardoor er ook reguliere
patientenzorg, topklinische zorg en topreferente zorg (zeldzame, moeilijk te
diagnosticeren of moeilijk te behandelen aandoeningen) plaatsvindt.
Basisspecialismen zin in een UMC aangevuld met een verdergaande specialisering.
Interne geneeskunde is bijvoorbeeld onderverdeeld een aantal ‘super’ specialismen.
Zelfstandige behandelcentra Prive-klinieken met een vergunning om behandeling
en zorg te bieden.
Prive klinieken zijn vaak wat luxer, meer persoonlijke aandacht, kortere wachttijden
door klein aantal specialistische onderzoeken en/of behandelingen en door de
concentratie op enkele medische gebieden veel deskundigheid en ervaring
beschikbaar.
Werken steeds meer samen met ziekenhuizen.
Raad van bestuur heeft de dagelijkse leiding en is verantwoording schuldig aan de Raad van
toezicht. Een niveau lager bevinden zich de operationele managers.
De medisch specialisten kunnen in loondienst zijn maar zijn vaker georganiseerd in
maatschappen (eigen bedrijfje binnen de muren van het ziekenhuis). Dokter is niet
afhankelijk van het ziekenhuis waardoor ziekenhuis weinig grip heeft op de specialist.
We onderscheiden de volgende afdelingen:
Polikliniek als klinische opname niet noodzakelijk is.
Dagbehandeling/short stay afdeling Voor kleinere ingrepen. In de ochtend opname
en dezelfde dag nog naar huis.
Spoedeisende hulp (SEH) Zorgvragers met problemen van de vitale functies.
Kliniek/opname Langer dan een dag.
Gespecialiseerde afdeling Intensive care (beademings en bewakingsapparatuur),
mediumcareafdeling (iets minder specialistisch als IC), Coronary-care afdeling
( Complexe cardiale problematiek), nierdialyse, recovery-ruimtes (verkoeverkamers
voor zorgvragers totdat ze helemaal uit de anesthesie zijn gekomen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller rickdijkstra. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.88. You're not tied to anything after your purchase.