-‐ Inhuren
transportdienst:
kost
=
prijs
van
de
transportoperator
-‐ Eigen
vervoer:
kost
=
tijd
–
en
afstandskosten
ü Grootst
mogelijke
lading
Wanneer
het
puur
aankomt
op
het
beperken
van
transportkosten,
moet
men
kiezen
voor
de
grootst
mogelijke
lading.
è
schaalvoordelen
In
praktijk
is
dit
niet
zo
omdat
men
ook
rekening
moet
houden
met
andere
logistieke
kosten,
die
snel
stijgen
naargelang
de
hoeveelheid
stijgt.
ü Traagste
transportmodus
Wanneer
het
puur
aankomt
op
het
beperken
van
transportkosten,
kiest
men
voor
de
traagste
transportmodus.
o Traag
transport
=
goedkoop
(bv
via
schip
of
binnenschip)
o Snel
transport
=
duur
(via
vliegtuig
of
vrachtwagen)
Maar
er
zijn
meer
logistieke
kosten
waarmee
men
rekening
moet
houden.
2. Handling
kosten
-‐ Door
eigen
personeel
/
materiaal
-‐ Door
derden
De
goederencategorie
speelt
een
grote
rol
hier.
Soms
zijn
de
handling
kosten
immens
groot
en
andere
keren
zijn
ze
te
verwaarlozen
(bij
flat
rate)
3. Voorraadkosten
Trade
–
off
tussen
voorraad
–
en
transportkosten.
ð JIT
&
Zero
Stock:
hogere
transportkosten
worden
aanvaardt
om
lagere
voorraadkosten
te
bekomen.
Transport
kan
voorraden
creëren:
cyclische
stock.
Voorraad
verkoper
Vooraad
producent:
omgekeerd
zaagpatroon
1
, Gemiddelde
voorraad
is
de
helft
van
bestelhoeveelheid
Q
(zelfs
bij
fluctuaties
in
consumptie).
Fluctuaties
in
consumptie
moeten
random
zijn
en
niet
afhankelijk
van
levering
nieuwe
stock.
Wanneer
de
bestelde
hoeveelheid
direct
wordt
geconsummeerd
zou
de
cycle
stock
0
zijn.
Om
zich
te
beschermen
tegen
de
tijdsfactor
(tijd
tussen
bestellen
en
leveren)
wordt
vaak
ook
een
veiligheidsvoorraad
aangelegd.
Cycle
costs:
à
verhogen
de
keuze
voor
transport
in
kleine
hoeveelheden
KOSTEN
OM
GOEDEREN
IN
STOCK
TE
HOUDEN
ð h
=
holding
cost
De
kost
om
1
eenheid
van
een
specifiek
goed
in
voorraad
te
houden
voor
1
jaar.
• Interest
kosten
((1
+
nominale
intrest)
/
(1
+
inflatie))
–
1
• Verzekeringskosten
Of
risicokosten
Meestal
te
verwaarlozen:
tenzij
tijdens
in
–
transit
• Ontwaarding
van
goederen
Fysieke
ontwaarding
(rot
fruit)
Economische
ontwaarding:
afhankelijk
van
economische
levensduur
à
zeer
productspecifiek
• Magazijnkosten
o Public
warehouse:
kost
=
jaarlijkse
kost
aangerekend
o Private
warehouse:
kost
=
veel
meer
kosten
in
rekening
brengen
(verwarming
verlichting,…)
o Private
owned
warehouse
§ Short
term:
variabele
kosten
=
0
§ Long
term:
afhankelijk
van
stock
levels
4. In
–
Transit
kosten
De
snelste
transportmodus
transporteren
ook
de
kleinste
zendingen.
-‐ Geen
magazijnkosten
-‐ Hoge
verzekeringskosten
Voorraden
tijdens
vervoer
kunnen
groter
zijn
dan
cyclische
voorraad.
(langer
in
transit
dan
in
voorraad)
à
Cycle
costs:
verhogen
de
keuze
voor
transport
in
kleine
hoeveelheden
(
2
, à
in
–
transit
costs:
verhogen
de
keuze
voor
een
snelle
transportmodus.
(snel
transport
gewenst
maar
wegens
volume
niet
mogelijk
bv
zeeschip)
De
snelste
transportmodus
transporteren
ook
de
kleinste
zendingen.
5. Veiligheidsvoorraad
=
buffer
Wordt
bovenop
de
cyclische
voorraad
aangehouden
wegens
de
onzekerheid
rond
consumentenvraag
of
order
lead
time
(tijd
nodig
tussen
plaatsen
bestelling
en
levering)
ð Om
stock-‐out
te
voorkomen
Safety
stock
houdt
rekening
met:
-‐ Order
lead
time
-‐ Vraag
-‐ Stock
–
out
acceptatie
o Hoog
stock
–
out
risico:
lage
veiligheidsvoorraad
o Laag
stock
–
out
risico:
hoge
veiligheidsvoorraad
-‐ Stock
monitoring
methode
o Continue
o Periodiek
Oefening
veiligheidsvoorraad
bepalen
(gelijke
kansen
in
levertijd
en
vraagniveau)
Wanneer
de
vraag
tijdens
order
lead
time
normaal
verdeeld
is
kunnen
we
de
veiligheidsvoorraad
S
berekenen
via:
𝑆 = 𝐾𝜎
𝜎
=
standaard
variatie
van
de
vraag
tijdens
de
lead
time
K
=
constante,
afhankelijk
van
het
risico
dat
men
wil
nemen
op
een
stock
–
out
tijdens
de
lead
time.
Ø Berekening
van
𝜎
𝜎 =
(𝑇𝑣 + 𝑉 + 𝑡
T
=
gemiddelde
order
lead
time
V
=
gemiddelde
vraag
(grote
V
=
stipt
transport)
t
=
variantie
van
de
order
lead
time
v
=
vraagvariantie
(grote
v
=
snel
transport
kiezen)
à
kleiner
krijgen
door
een
van
de
4
variabelen
te
veranderen.
à
JIT:
v
en
t
naar
0
brengen.
• v:
strikte
planning
van
consuptie
• t:
punctualiteit
in
supply
en
transport
3
, Ø berekening
van
K
(tabel
van
de
normaal
verdeling)
=
constante
bv.
Men
is
bereid
0,5
risico
te
lopen
op
een
stock
–
out
tijdens
de
order
lead
time
(voor
levering)
à
K
=
0
(geen
veiligheidsstock
nodig
want
de
orders
worden
geplaatst
om
te
arriveren
wanneer
de
bestaande
stocks
0
worden)
à
in
1
op
2
gevallen
zal
er
zich
een
stock
–
out
voordoen
tijdens
OLT.
Wanneer
men
het
risico
wil
terugdringen
tot
0,45
dan
moet
men
een
safety
stock
aanhouden
van
0,13
x
standaard
variatie
van
de
vraag
tijdens
OLT.
à
in
45
%
van
de
bestellingen
zal
te
laat
zijn.
Hoe
kleiner
het
risico
dat
men
wil
nemen,
hoe
groter
K.
k
=
het
volume
met
dewelke
de
safety
stock
moet
toenemen
om
het
risico
op
stockbreuk
te
verminderen
met
0,0001.
=
de
additonele
stockhoeveelheid
nodig
om
het
risico
op
stockout
te
verminderen
𝑡𝑜𝑒𝑛𝑎𝑚𝑒
𝑆
𝑜𝑚
𝑟𝑖𝑠𝑖𝑐𝑜
𝑡𝑒
𝑣𝑒𝑟𝑚𝑖𝑛𝑑𝑒𝑟𝑒𝑛 = 𝑘𝜎
Tolerated
risk
level
=
0,4
q
=
0,00026
x
𝜎
Tolerated
risk
level
=
0,005
q
=
0,00692
x
𝜎
Hoe
meer
men
het
risico
wil
verminderen,
hoe
groter
de
additionele
kost
om
het
risico
verder
te
verminderen
met
een
additionele
0,0001.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Vector. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $12.87. You're not tied to anything after your purchase.