1.1 KENNISCLIPS VAD
bekijk verwerkingsvragen voor examen!
1.1.1 ONTSTAAN VAN MIDDELGERELATEERDE EN VERSLAVINGSPROBLEMEN: EEN
DYNAMISCH PROCES
1. van experimenteel tot schadelijk gebruik
niet elk gebruik is problematisch
o 2 soorten gebruiken
experimenteel gebruik
het eenmalig gebruik of een tijdje uitproberen van middelen, uit
nieuwsgierigheid, om mee te doen met vrienden, om stoer te doen of
aantrekkelijk over te komen
recreatief gebruik
recreatief gebruik slaat op mensen die af en toe gebruiken, gewoon
omdat ze de effecten leuk vinden. sommigen stoppen er na een tijdje
zelf mee, of gaan uit zichzelf minder gebruiken
o wanneer wordt het een probleem?
Experimenteel en recreatief gebruik zijn niet zonder risico's. Een psychoactief
middel zorg voor een roes. Dat verstoort de waarneming, het denken, het
bewegen en het gedrag. Zo ontstaan risico's op vlak van gezondheid en
veiligheid. Denk aan rijden onder invloed, ongevallen of een overdosis.
Kwetsbaarheid kan een risico zijn: Sommigen gebruiken om met bepaalde
moeilijkheden om te gaan. Als gebruik zo'n probleemoplossende functie heeft,
betekent dat een extra risico op ontwikkeling van middelengerelateerde- of
verslavingsstoornissen.
welke factoren verhogen de kans op gebruik en problemen?
o het MMM-model
mens
milieu
middel
o er zijn zowel beschermende als risicofactoren die de kans op gebruik en
eventuele problemen bepalen
de risicofactoren voor beginnend gebruik zijn niet noodzakelijk
dezelfde als de risicofactoren voor de ontwikkeling van een
middelengerelateerde stoornis
1
,2. van keuze naar automatisme
De eerste keer dat iemand een middel gebruikt, is dat vaak een relatief bewuste keuze. Maar
bij wie langdurig overmatig gebruikt, kan de impuls om te gebruiken onweerstaanbaar
worden. Het gebruik is dan niet langer een keuze, maar een automatisme. In dit deel gaan
we dieper op deze verandering in. Overmatig en langdurig gebruik van psychoactieve
middelen of gokken/gamen leidt tot aanpassingen in de hersenen. Zo ontstaan automatische
en onbewuste processen.
tolerantie
steeds meer nodig hebben van het middel om dezelfde sterke beloning te ervaren
onthoudingsverschijnselen
symptomen die optreden wanneer er minder of niet gebruikt wordt
craving
de onweerstaanbare drang naar het middel
terugval
terugkeer naar het oude gedragspatroon
drugzoekend gedrag
steeds meer moeite doen om het middel te verkrijgen
gewoontes
steeds meer en sterkere druggerelateerde gewoontes, hier hangt een grote
emotionele betrokkenheid aan vast
controleverlies
steeds minder impulsen onder hun controle
o een drijvende kracht achter het proces dat leidt naar middel gerelateerde
stoornissen, dit regelen verschillen delen in onze hersenen
beloningscentrum
het beloningscentrum motiveert om bepaald gedrag te stellen door het
vrijkomen van stoffen die een gevoel van plezier en voldoening geven
impulsen
Impulsen zorgen ervoor dat we op korte termijn behoefte gaan
bevredigen maar dit is niet altijd een goed idee
ontregeld systeem
Langdurig overmatig middelengebruik of gokken en gamen maakt het
beloningssysteem overgevoelig voor stimuli die samenhangen met
gebruik.
Daardoor ontstaat drang om te gebruiken. De automatische impulsieve
reacties die hierdoor in werking treden zijn nog maar moeilijk te
controleren. Ook gewoontegedrag wordt automatisch en onbewust.
het reflectief controlerend systeem
Het reflectief controlerend systeem houdt de impulsen in toom die door
het beloningssysteem opkomen
2
, waarom is een verslaving zo moeilijk te doorbreken?
o 2 systemen in het hoofd
automatisch systeem bewuste systeem
snel traag
impulsief reflectief
onbewust bewust
impliciet expliciet
automatisch executief
flexibel
o paard en ruiter
Langdurig gebruik leidt tot sterke automatismen (het paard). Tegelijk zorgt
het ervoor dat het controlerend systeem (de ruiter) minder sterk wordt.
Wanneer het controlerend systeem minder goed werkt, wordt het moeilijker
om automatisch gedrag tegen te houden of te stoppen.
o brochure VAD: waarom verslaving zo moeilijk te doorbreken is
3. vier vicieuze cirkels
Eenmaal iemand een middelengerelateerde stoornis ontwikkeld heeft, is het dus moeilijk om
hier weer van af te geraken. Zo’n stoornis brengt heel wat problemen met zich mee, en vaak
zijn het net die problemen die aansturen op nieuw gebruik. In dit deel gaan we in op die
vicieuze cirkels.
o 3 types van beinvloedende factoren die…
o de kans vergroten of verkleinen dat iemand middelen begint te gebruiken
o de kans beïnvloeden dat gebruik evolueert naar een stoornis
o zorgen dat het verslavingsproces blijft duren = bestendigende factoren
o de vier cirkels van verslaving
o lichamelijke of pharmacologische cirkel
Lichaam en hersenen passen zich aan aan de aanwezigheid van een middel.
De gebruiker ontwikkelt tolerantie en krijgt ontwenningsverschijnselen als het
middel niet genomen wordt. Door opnieuw te gebruiken verdwijnen de
onaangename gevoelens (voor even).
o psychische cirkel
Door langdurig en/of overmatig gebruik ontstaan negatieve effecten op het
zelfbeeld. De reactie op deze onaangename gevoelens is opnieuw gebruiken.
o cerebrale cirkel
Deze cirkel slaat op het verstoorde evenwicht in de hersenen, wat eerder
werd besproken (cfr. paard en ruiter)
o sociale cirkel
Gebruik leidt vaak tot allerlei sociale problemen en isolatie. Nieuw gebruik kan
voor even een uitweg bieden uit die eenzaamheid. Daarnaast bestaat het
sociaal netwerk van sommigen bijna uitsluitend uit andere mensen die ook
gebruiken. Ook dit maakt stoppen moeilijk.
3
, 4. classificaties van stoornissen
o Hoe kunnen we middelengebruik en -problemen definiëren?
De laatste decennia worden er verschillende manieren gebruikt om problematisch
middelengebruik te definiëren. Fenomenen worden anders benoemd naargelang
de discipline of het perspectief van waaruit men ernaar kijkt. De meest gebruikte
classificaties zijn de ICD-11 en de DSM-5.
o ICD-11
= classificatiesysteem van de WHO (world health organization)
we spreken van…
gebruik
= wanneer het experimenteel, occasioneel of recreatief is van aard
riskant gebruik
= gebruik dat risico inhoud voor de gebruiker of omgeving
schadelijk gebruik
= éénmalig gebruik(spatroon) zorgt voor probleem voor omgeving
of gebruiker
afhankelijkheid
= korte of lange afhankelijk met korte of langdurige herstelperiodes
= middelgerelateerde stoornissen
o DSM-5
= classificatissysteem van de American Psychiatric Association (APA)
= 11 criteria
= spreekt sneller van een stoornis maar de ernst is zeer uiteenlopend
controleverlies (vaker en meer gebruiken dan de bedoeling was)
falen om te minderen/stoppen
preoccupatie (gebruiken en herstellen kost veel tijd)
craving (sterk verlangen)
tekortschieten op werk/school/thuis
blijvend gebruik ondanks relationele problemen
opgeven van hobby’s, sociale activiteiten, ...
blijvend gebruik ondanks gevaar
blijvend gebruik ondanks lichamelijke of psychische problemen
tolerantie (steeds meer nodig hebben voor hetzelfde effect)
onthoudingsverschijnselen
gebruik experimenteel / recreatief / occasioneel
lichte stoornis 2-3 criteria
matige stoornis 4-5 criteria
ernstige stroonis 6 of meer criteria
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ann-sofievanparijs. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.56. You're not tied to anything after your purchase.