Economie H2. Conjunctuuranalyse
§ 1. Het Keynesiaanse kruis
Inkomen en effectieve vraag
De economie wordt in dit hoofdstuk bekeken vanuit Europees perspectief zonder buitenland
formule netto binnenlands inkomen: Y = C + I + O. Een andere manier om de bestedingen in een land
te meten is door te kijken naar de effectieve vraag: de totale vraag in een land naar producten en
diensten die worden voortgebracht uit de productiefactoren in een land. De bestedingen van de een,
zijn de inkomsten van een ander EV = C + I + O en Y = EV.
In figuur 1 zie je het Keynesiaanse kruis: het Keynesiaanse kruis geeft het evenwicht weer op de
goederenmarkt van een economie. Het model geeft het verband weer tussen de bestedingen (de
effectieve vraag: C + I + O) en het inkomen (Y). De 45-gradenlijn geeft aan waar het inkomen gelijk is
aan de effectieve vraag (Y = EV) en waarde goederenmarkt dus in evenwicht is. De bestedingslijn
geeft weer wat de bestedingen zullen zijn van consumenten, bedrijven en de overheid bij een
bepaald inkomensniveau. Waar de lijnen elkaar kruisen korte termijn evenwicht goederenmarkt.
Waardoor verandert de effectieve vraag?
De bestedingslijn begint niet in de oorsprong zonder inkomen worden er toch bestedingen
gedaan. Verklaringen hiervoor:
- Stijging van de autonome consumptie: consumptie die onafhankelijk van het inkomen
worden gedaan. De bestedingslijn stijgt dan bijvoorbeeld door consumentenvertrouwen.
- Stijging van de autonome investeringen: investeringen van bedrijven die onafhankelijk van
het inkomen worden gedaan. De bestedingslijn stijgt dan door de rentestand en het
producentenvertrouwen waardoor bedrijven meer investeren.
- Stijging van de autonome overheidsbestedingen: bestedingen van de overheid die
onafhankelijk van het inkomen worden gedaan. De bestedingslijn stijgt door een nieuw
overheidsbeleid.
Toename van de bestedingen op de bestedingslijn is dus afhankelijk van het inkomen dus de niet-
autonome consumptie. Consumenten kunnen extra inkomen ook sparen of belasting betalen het
komt op Y = B + C + S, samen met Y = C + I + O S = I + (O-B). Dit is het evenwicht op de
vermogensmarkt met links het aanbod van vermogen en rechts de vraag naar vermogen.
Welke invloed hebben sparen en belasting betalen?
Welk bedrag consumenten extra uitgeven wanneer er
extra inkomen binnenkomt, kun je berekenen met de
marginale consumptiequote: het percentage van het
inkomen dat wordt besteed aan consumptie. De
marginale consumptiequote bereken je door de
verandering van de consumptie (C) te delen door de
verandering van het inkomen (Y).
In figuur 3A is de marginale consumptiequote (700 –
250) (C) / 700 (Y) = 0,64. Hoe hoger de marginale
consumptiequote, hoe steiler de bestedingslijn loopt.
, Multipliereffect: effect dat wanneer de marginale consumptiequote of een autonome besteding
toeneemt (bijv. overheidsbesteding), het effect op de totale bestedingen in een land groter zal zijn
dan de toename van de oorspronkelijke besteding zelf. Wanneer autonome bestedingen stijgen met
100 miljard, komt er in figuur 3A een nieuw evenwicht bij 950 miljard. Het vorige evenwicht was bij
700 toename van 250 miljard 250/100 = 2,5 iedere euro die de overheid extra uitgeeft,
levert de economie als geheel €2,50 extra op.
De grootte van de multiplier is afhankelijk van:
- Spaarlek: geeft aan hoeveel van het inkomen consumenten sparen, en dus niet uitgeven
marginale spaarquote: welk deel van het extra inkomen consumenten sparen, en dus niet
uitgeven.
- Belastinglek: geeft aan hoeveel van het inkomen consumenten aan belasting moeten
betalen, en dus niet kunnen uitgeven marginale belastingquote: welk deel van het extra
inkomen consumenten aan belasting moeten betalen, en dus niet kunnen uitgeven.
§ 2. IS-curve en MB-curve
IS-curve
Het Keynesiaanse kruis geeft het evenwicht op de
goederenmarkt aan met een gegeven reële rente en inflatie. In
werkelijkheid zal de rente niet altijd hetzelfde blijven. Door de
centrale bank kan de (refi)rente worden verhoogd banken
moeten de hoge rente doorberekenen aan klanten leidt tot
meer sparen en minder investeringen en totaal minder
bestedingen vlakkere bestedingslijn.
De IS-curve (Investeren-Sparen) geeft alle combinaties tussen
het inkomen en de reële rente weer waarbij een evenwicht op
de goederenmarkt geldt, gegeven een bepaald niveau van de
inflatie. De IS-curve geeft een dalend verband weer tussen de
reële rente en het inkomen consumptie en investeringen
dalen als de reële rente stijgt en andersom.
Veranderingen IS-curve
In figuur 13 is er een daling van de rente van r 1 naar r2
op de goederenmarkt nemen de investeringen en
consumptie toe er komt een nieuw evenwicht op de
goederenmarkt bij een hoger inkomen van Y1 naar Y2.
In figuur 14 is er een verschuiving van de gehele IS-
curve. Dit komt door een verandering van een andere
factor dan de rente zoals de autonome bestedingen. Als
de overheid een stimulerend begrotingsbeleid voert
op de goederenmarkt leidt dit tot een hoger inkomen
de IS-curve schuift naar rechts, want bij iedere reële
rente zal het inkomen hoger zijn bij een nieuw
evenwicht.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jaspergreve. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.05. You're not tied to anything after your purchase.