100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting verschillende organen bij shock $4.82
Add to cart

Summary

Samenvatting verschillende organen bij shock

 31 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Dit is een samenvatting van de powerpoints over de verschillende organen bij shock (nier, hart, longen, darm en lever)

Preview 3 out of 19  pages

  • January 8, 2023
  • 19
  • 2019/2020
  • Summary
avatar-seller
Individuele organen bij shock
1. ARDS - Shock long
Definitie
 Acuut respiratoir distress syndroom  ontstekingsreactie die hypoxie veroorzaakt
 Hypoxemie
 Alveolaire infiltraten  alveoli vol vocht i.p.v. lucht
 Rekbaarheid, elasticiteit  verminderde compliantie, de rekbaarheid van de longen is eruit
 Bij shock komen er meestal producten vrij door de cellyse maar bij de long is dat niet zo
 We gaan kwaliteit van long meten
 PaO2/ FiO2  bepaald hoe slecht de gasuitwisseling is, de zwaartegraad
 PaO2 = 85 – 100 mmHg, FiO2 = 0,21 (kan ook 0,5 of 1 of … zijn)
 Arteriële zuurstofdruk delen door fractie van lucht die uit O2 bestaat
 >300 mmHg (400 is normaal) = geen beschadiging
 200-300 mmHg = acute longbeschadiging
 <200 mmHg = ARDS
Risicofactoren van ARDS
 Direct:
 Longontsteking of pneumonie (kleine procent)
 Verdrinking  vuil in longen
 Aspiratie  maaginhoud in longen, veel H+ (patiënten met een herseninfarct kunnen
soms niet meer slikken)
 Longcontusie  penetratie of kneuzing bij ongeval door bv. ribben
 Indirect:
 Sepsis
 Polytransfusie (van meerdere pers. bloed krijgen) = bij shocklong  transfusie VS shock
 Trauma (ongeval)
 Vetembolen  in lange beenderen zit altijd vet
 Extracorporeel circuit  hart stilleggen bij
operatie en bloed in kunsthart laten stromen
De spelers
 Neutrofiele granulocyt
 Alveolaire macrofaag
 Epitheel
 Concentratie WBC in long stijgt
 Lavage = techniek waarmee we inhoud long wegwassen en
zo de beelden rechts kunnen verkrijgen
 Bovenste afbeelding is van prof. Jorens en de onderste van
ARDS-patiënt. De neutrofiele granulocyten hebben een
gesegmenteerde kern (3 lobben) als inflammatoire reactie
op orgaanfalen en RBC kleuren grijs doordat stolling
verstoord is.

,Verschillende stappen
 WBC worden aangetrokken (chemotaxis)
 Neutrofielen stellen veel mediatoren vrij bij het degranuleren, er worden proteasen
en zuurstofradicalen afgegeven die de long zullen beschadigen
 ARDS = heftige ontstekingsreactie
 Elastase is zo’n protease
 Deze degradeert elastine en collageen (maakt de long stijf)
 Verhindert de fagocytose (Ig kapotmaken) wat kans geeft op
secundaire bijbesmetting
 Interageren met endotheel (adhesie)
 Over epitheel ligt het surfactant dat dient
om de opp spanning te verlagen en
beschermt tegen inflammatoire reacties
 Clara cellen = cellen die tussen de alveolaire
endotheelcellen liggen maar geen
trilhaartjes bevatten, zij secreteren stoffen
die het surfactant onderhouden en staan in
voor de bescherming tegen inflam. reactie
Drie stadia
 Eiwitrijk exsudaat  eiwitrijke oplossing door vele ontstekingsmediatoren
 Verschil met transsudaat: dit is een eiwitarme oplossing, komt voor bij
oedeem (linkerhartfalen) waar het vocht dus eiwitarm is (veranderingen
wijzen op hemostatische problemen)
 Diuretica helpt niet bij ARDS, bij het exsudaat worden niet de mediatoren
afgedreven. Werkt wel goed bij oedeem waar vocht wordt afgedreven.
 Hyaliene membranen  samengeklit afval, komt voor bij te kort aan surfactant bij
pasgeborenen. Op de microscoop ziet men dit als donkere rode plekken (fibrose)
 Fibroproliferatief stadium  long wordt stijf, hepatitisatie van de long, long wordt
enorm dicht zoals lever.

, 4 basisconcepten - fysiopathogenese
 Gasuitwisseling
 Integriteit alveolo-capillaire membraan gaat verloren  geen O2 opnemen en
CO2 afgeven
o Vocht in alveolaire ruimte
o Exsudaat degradeert surfactant, aantasting V/P-verhouding
o Shunt tot 25%  nog wel perfusie maar geen interactie meer met de
omgeving, 25 procent van de long komt niet meer in contact met zuurstof
 Compliantie
 Interstitiëel en alveolair oedeem
 Collaps kleine luchtwegen en alveoli
 Pulmonale hypertensie (door trombose)
 Hypoxische vasoconstrictie, trombose en circulerende vasoconstrictoren
 Verminderde vrijstelling NO
 Laat optreden van fibrose (slechte prognose)
 Verhoogde ademarbeid
 Hypoxie, dode ruimte ventilatie, verhoogde luchtweerstand
 ARDS: 50% zuurstofconsumptie gaat naar ademhalingsspieren  dit gebeurt
om de long in stand te houden, maar nu gaat er te weinig O2 naar de
hersenen! Vandaar persoon intuberen + verdoven, zodat energie naar falende
organen kan gaan.
Radiologisch
 Witte vlokjes op RX
 Op CT-scan zijn donkere delen nog geventileerd
 Zones van West: dorsale long wordt
 Best geperfundeerd, slechtst geoxigeneerd
 Hepatitisatie niet homogeen, vooral dorsaal
 Patiënt op buik leggen (prone position)
Samenvatting
 Mortaliteit nu rond 30%  overlevenden recupereren (naar normale long) in 99%
van de gevallen na 6 maanden tijd (mortaliteit daalt met de helft als pat. op buik ligt)
 ARDS = shock long
 Licht  PaO2/ FiO2 = 200-300 mmHg
 Zwaar  PaO2/ FiO2 = <200 mmHg
 Witte vlokken op RX  eiwitarm vs eiwitrijk
 Neutrofiele granulocyt heeft gesegmenteerde kern (3 lobben)
 3 fases: eiwitrijk exsudaat, hyaliene membranen, fibroproliferatie
 Risicofactoren: direct en indirect
 Epitheel beschermd door Clara cellen
 Hoge mortaliteit maar bij recuperatie heel goede prognose

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kjellvanrompa. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.82. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

49497 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.82  1x  sold
  • (0)
Add to cart
Added