Bijlage 2: ondersteuningsplan formulieren pagina 12 t/m
17
Bijlage 3: ondersteuningsplan
pagina 18 t/m 29
Bijlage 4: plan van aanpak pagina 30 t/m
34
Bijlage 5: leeswijzer pagina 35 t/m
42
Bijlage 6: adviesbeoordeling praktijk
pagina 43 & 44
1
,Inleiding
Naarmate een ouder meer beroep kan doen op omgevingssteun wordt dit een grotere
beschermingsfactor. Het kan zijn dat de ouder hulp krijgt van familie, vrienden of buurtgenoten
met de opvoeding, maar de hulp kan ook komen vanuit professionele zorg. Een kinderdagcentrum
kan zo’n beschermende factor zijn voor een kind met een verstandelijke beperking (Becker, 2012).
Afgelopen schooljaar heb ik voor mijn 3e jaar van de opleiding Social Work stage gelopen op
kinderdagcentrum - - in -. Op dit kinderdagcentrum streven we er dagelijks naar om zoveel mogelijk
een beschermende factor te zijn voor kinderen en hun ouders. - is een kinderdagcentrum die
dagbehandeling biedt voor kinderen met een lichamelijke of verstandelijke beperking. Ik heb mijn
stage doorgebracht op groep -. Deze groep wordt ook wel de jonge kind groep genoemd. De meest
voorkomende diagnoses op deze groep zijn autisme en een ontwikkelingsachterstand. Deze twee
gaan vaak met elkaar samen.
Tijdens dit jaar ben ik een begeleidingstraject aangegaan met een van de kinderen op deze groep.
Zijn naam is I. (afgekort vanwege privacy) en hij is vijf jaar oud. I. is een lieve, vrolijke jongen die
thuis woont bij zijn ouders en voor dagbehandeling vijf dagen per week aanwezig is op -. I. heeft
autisme en een ontwikkelingsachterstand.
In dit verslag beschrijf ik het tweede halfjaar van dit begeleidingstraject. Ik ga in op hoe ik dit
proces doorlopen heb in samenwerking met I. en zijn ouders.
2
,Procesverslag
Algemeen proces
Het tweede half jaar van mijn stage ben ik begonnen met het in kaart brengen welke informatie
nodig was om I. verder te kunnen begeleiden en te komen tot een volledig ondersteuningsplan.
Hiervoor heb ik onder andere gebruik gemaakt van de ondersteuningsplan formulieren (zie bijlage
2). Aan de hand van deze formulieren ben ik informatie gaan verzamelen. Ik heb hierbij gebruik
gemaakt van de aanwezige expertise op -. Allereerst is er door de gedragsdeskundige een onderzoek
gedaan naar de ontwikkeling van I.. Dit verslag heb ik doorgelezen en uit de resultaten van dit
verslag heb ik een beginnend beeld gekregen wat I. zijn behoeftes zijn voor het aankomende jaar.
Na het doorlezen van dit verslag heb ik de inhoud met de gedragsdeskundige besproken om zo tot
overzichtelijke behoeftes te komen. Naast het gesprek met de gedragsdeskundige ben ik ook in
gesprek gegaan met de logopediste. I. heeft één keer per week individuele logopedie. Dit omdat het
vanuit ouders een vraag is dat I. zijn communicatievaardigheden verbetert. Vanuit het gesprek met
ouders in de voorgaande begeleidingsperiode was voor mij duidelijk geworden dat ouders veel
waarde hechten aan deze behoefte. Ik heb hierom de logopediste om een kort verslag gevraagd
over I. en zijn vooruitgang tijdens de individuele logopedie. Dit verslag heb ik meegegeven aan
ouders zodat zij dit door konden lezen en hier eventueel vragen over konden stellen. Ook heb ik
hiervan de resultaten weer meegenomen in het schrijven van mijn ondersteuningsplan.
Om tot een volledig ondersteuningsplan te komen heb ik ook nog gebruik gemaakt van het gesprek
met ouders dat plaats heeft gevonden tijdens het eerste halfjaar van het begeleidingstraject. Dit
gesprek ging deels over I. zijn toekomstperspectief. Er was hierbij iemand vanuit de gemeente
aanwezig om mee te praten over eventueel doorstromen naar onderwijs.
Door deze verschillende bronnen te combineren samen met eigen observaties op de groep kon ik
een begin maken aan het schrijven van het ondersteuningsplan. Wanneer ik twijfels had tijdens het
schrijven of ergens tegenaan liep zocht ik een van bovenstaande bronnen op om zo meer informatie
te verzamelen. Zo ben ik bij twijfels over I. zijn gedrag en de reden hiervoor in gesprek gegaan met
de gedragsdeskundige. Ook heb ik vragen aan ouders gesteld waar nodig. Voor feedback heb ik mijn
geschreven ondersteuningsplan door meerdere mensen laten doorlezen. Allereerst door een
begeleider van de groep waarop I. zit. Dit omdat zij I. ook goed kent en inhoudelijk feedback kan
geven. Hierna heb ik feedback gevraagd aan mijn stagebegeleidster. Zij las het ondersteuningsplan
door kijkend naar de manier van schrijven, de volgorde en eventuele herhalingen. Als laatste heeft
de gedragsdeskundige het ondersteuningsplan doorgelezen. Dit is nodig voor het afronden van het
ondersteuningsplan. Ook moet de gedragsdeskundige na goedkeuring het ondersteuningsplan
ondertekenen. Nadat iedereen het ondersteuningsplan had doorgelezen heb ik alle feedback
verwerkt en het verslag klaar gelegd om mee te geven aan ouders.
Een aantal vragen aan ouders heb ik opgeschreven om op een later moment te stellen. Dit omdat er
normaal na het voltooien van een ondersteuningsplan een zogenaamd ‘goed leven gesprek’
plaatsvindt. Dit is een gesprek tussen de persoonlijk begeleider van een cliënt en zijn/haar ouders.
Voorafgaand aan dit gesprek hebben ouders het ondersteuningsplan doorgelezen en tijdens dit
gesprek wordt het ondersteuningsplan besproken en kunnen ouders vragen stellen of eventueel
toevoegingen benoemen. Ook andersom kan de begeleider om dat moment nog vragen stellen aan
ouders. Na het plaats vinden van dit gesprek wordt dan de besproken informatie nog verwerkt in het
ondersteuningsplan. Hierna vindt pas het tekenen van het ondersteuningsplan plaats en is het
afgerond. Door het sluiten van - door corona omstandigheden heeft dit gesprek niet plaatsgevonden
en heb ik het verslag ook niet meer geprint mee kunnen geven aan ouders. In plaats daarvan hebben
we het ondersteuningsplan opgestuurd naar ouders met de vraag of zij telefonisch het verslag willen
bespreken of wachten en het gesprek later plaats laten vinden. De ouders van I. kozen ervoor om
het gesprek later plaats te laten vinden. Hierdoor is het verzamelen van informatie en in kaart
brengen van de behoeftes nog niet helemaal volledig en zal dit later afgerond worden.
3
, Om wel samen met I. verder te kunnen werken aan zijn ontwikkeling kies ik ervoor om een werkdoel
te schrijven gebaseerd op zijn oude hoofddoelen. Deze hoofddoelen zijn nog niet officieel
afgesloten omdat het gesprek met ouders nog niet heeft plaatsgevonden en kunnen daardoor dus
nog gebruikt worden. Zoals eerder genoemd gaven ouders aan dat zij graag willen dat wij met I. aan
de slag gaan met zijn communicatieve vaardigheden. Om deze reden heb ik gekozen om een
werkdoel op te stellen passend bij het hoofddoel ‘de communicatievaardigheden van I. worden
uitgebreid’. Ik heb dit doel opgesteld aan de hand van een planciuslijst (zie bijlage 1). Plancius is
een methode waarmee aan de hand van bepaalde leerlijnen de vaardigheden van een kind in kaart
kunnen worden gebracht. Door ja of nee in te vullen bij vaardigheden die I. wel of niet bezit kreeg
ik een overzicht van zijn vaardigheden op het gebied van communicatie. Na het invullen van deze
lijst keek ik per gebied naar de vaardigheden met een ‘nee’ die op het moment het meest relevant
zijn voor I. om aan te werken. Op basis van deze drie vaardigheden heb ik een werkdoel opgesteld
(zie bijlage 1). Om hiermee met I. aan de slag te gaan maak ik gebruik van werkbakken en
alledaagse bezigheden. Ik kies ervoor om beide te gebruiken zodat er niet alleen op werkmomenten
aan zijn communicatie gewerkt wordt, maar de hele dag door. I. kan zich nog niet heel lang
concentreren en werkmomenten kunnen voor hem erg vermoeiend zijn. Door deze momenten kort
te houden en dus gebruik te maken van activiteiten die standaard plaats vinden kan I. optimaal
werken aan zijn doelen zonder dat er teveel van hem gevraagd wordt.
- stelt niet het individuele kind maar het hele gezin centraal. Het als gehele instelling werken met
een visie waarin het gezin centraal staat is noodzakelijk om een gezin zo optimaal mogelijk te laten
functioneren. Er zijn een aantal manieren met betrekking tot beleid van een instelling om bij te
dragen aan een positieve uitkomst van jeugdhulp. Een van deze manieren is er voor te zorgen dat
hulpverleners beschikken over methodische hulpmiddelen die bijdrage aan samenwerking met
ouders, bijvoorbeeld een rapportagesysteem. (Bolt, 2017). - beschikt over het registratiesysteem
PlanCare2. De resultaten van het werken aan de werkdoelen met I. worden gerapporteerd op
PlanCare2. De persoonlijke rapportage van een kind kan ook door ouders gelezen worden. Ouders
kunnen hier telefonisch altijd vragen over stellen. Zo wordt het werken aan werkdoelen in
samenwerking met ouders gedaan.
Doordat het gesprek met ouders over het ondersteuningsplan niet door is gegaan vind ik het extra
belangrijk om contact te onderhouden met ouders en ze goed op de hoogte te houden van waar we
met I. mee bezig zijn. Naast het rapporteren op PlanCare2 geef ik ook de ingevulde planciuslijst
mee aan I. zodat ouders dit thuis kunnen bekijken. Dit doe ik in combinatie met een uitleg over de
lijst en de boodschap dat zij altijd kunnen bellen met vragen. Ik heb hierbij ook de vraag gesteld of
zij verschillen zien tussen vaardigheden die hij op - laat zien en vaardigheden die hij thuis laat zien.
Op deze manier blijf ik ouders betrekken bij de begeleiding. Ook wil ik op deze manier laten zien
dat wij er niet zijn om ouders te vertellen hoe ze het beter kunnen doen, maar juist om met elkaar
in gesprek te gaan over hoe het met de ontwikkeling van I. gaat.
Tegenwoordig wordt er in de Nederlandse maatschappij veel nagedacht over opvoeding. Ouders
krijgen allerlei adviezen over hoe hun kinderen kunnen opgroeien tot succesvolle volwassenen. Ze
worden verantwoordelijk gesteld voor de manier waarop kinderen opgroeien en ervaren daardoor
veel druk. Ouders kunnen zich hierdoor schuldig gaan voelen of het gevoel hebben dat ze falen,
zeker als zij een kind hebben met een beperking. Het is hierdoor belangrijk dat er in de opvoeding
niet alleen gekeken wordt naar ouders, maar naar alle contexten daar omheen (Savenije et al.,
2018). Wij als - zijn zo’n context en dat vind ik belangrijk om mee te geven aan ouders. Wij staan
ook open voor tips en adviezen vanuit ouders, in plaats van alleen maar andersom.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller socialworkHU. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.16. You're not tied to anything after your purchase.