SAMENVATTING NEDERLANDS : DEEL 1
1. WAAROM IS TAALONDERWIJS AAN KLEUTERS ZO BELANGRIJK
• Kinderen leren niet vanzelf praten
• Ouders, leerkracht zijn onmisbaar in het ontwikkelen van de communicatieve vaardigheden
• Eerste levensjaren
• Beginnen traag (voor de kleuterschool)
• Leerkracht = middenin deze kritische periode
WAT IS COMMUNICEREN
• Met of zonder woorden
• Niets zeggen = ook boodschap
• Non-verbale communicatie
• Verbale communicatie
• Bij kleuters = extra non)verbale communicatie nodig
NON - VERBALE COMMUNICATIE
➢ Signalen en symbolen voor uitwisseling van boodschappen (pictogrammen)
➢ Lichaamstaal/lichaamshouding
➢ Gezichtsuitdrukking/gebaren
VERBALE COMMUNICATIE
➢ Uitdrukking met woorden of geluiden
➢ Gesproken/geschreven
➢ Mondeling/schriftelijk
IN LEERPLANNEN KLEUTERONDERWIJS = TAALVAARDIGHEID
HOE BEPAAL JE DE BEGINSITUATIE VAN NEDERLANDS -> WELBEVINDEN EN BETROKKENHEID
• Veilig voelen = spontaan praten
• Welbevinden is afhankelijk aan hun basisbehoeften
• Kijk hoe spontaan een kind zich gedraagt
• Welbevinden is geen garantie voor een goede ontwikkeling
• Kinderen zijn gemotiveerd wanneer hun exploratiedrang en behoeftepatroon aan de grens van hun
mogelijkheden situeert
,BEPALEN VAN BEGINSITUATIE
➢ Checklist -> Taal en Onderwijs
BIJ HET INSCHATTEN VAN DE BEGINSITUATIE DIENEN DEZE ASPECTEN ZEKER AAN BOD TE
KOMEN
➢ Taalvaardigheid
➢ Taal in alle leergebieden
➢ Taalbeschouwing
➢ Taalattitudes
➢ Beurtverdeling actieve participatie
➢ Taalproblemen
4 SOORTEN LUISTEREN
➢ Herkennend
➢ Begrijpend
➢ Kritisch
➢ Creatief
➢ Invoeren en naleven van gespreksregels
INSCHATTEN CONCENTRATIEDUUR
➢ Leeftijd kleuters (JK = ca 10 min, OK = ca 25 min)
➢ Betrokkenheid (meer aanspreekt = meer boeien -> langere aandacht)
HOE BEPAAL JE HET TAALNIVEAU
• Inzicht in taalverwerving
• Observeren van taalcomponenten
NORMALE TAALONTWIKKELING (VISIES)
➢ Theoretische manier (taalverwervingstheorieën) HOE komt het dat een mens taal kan leren
➢ Taalkundige manier (alle componenten waar taal is opgebouwd -> essentieel belang voor bepalen van
beginsituatie)
➢ Chronologische manier (wanneer kind een taal verwerft)
,TAALVERWERVINGSTHEORIEËN
DE BEHAVIORISTEN: SKINNER (1957)
Taalverwerving op basis van imitatie
Correct taalgebruik = beloond, begrepen
Foutief taalgebruik = ontmoedigd, niet begrepen
Na sturing = uiteindelijk goed taalgebruik
Taalaanbod heeft een centrale rol
DE NATIVISTEN: CHOMSKY (’70)
Elk kind beschikt over : aangeboren language acquisition device (LAD)
Geboren met aanleg om te leren
Taalregels en taalstructuren zijn sinds geboorte aanwezig
Geactiveerd worden (systematiek)
Systematiek op basis van een taalleervermogen:
➢ Ontdekking van een regel en toepassing daarvan
➢ Ontdekking nieuwe regel, waarbij generalisering of overregualisering kan optreden. Nieuwe regel
wordt toegepast waar het niet mag
➢ Bijsturing en correcte toepassing van beide regels
Voorbeelden
Verwerving van meervoudsvormen:
Ontdekken en toepassen Meervouden op -en
Ontdekken en toepassen Meervouden op -s en overregualrisering (stoels, honds)
Correct gebruik van stoelen, honden
Verwerving van verleden tijd:
Ontdekking en toepassen van sterke werkwoorden
Ontdekken van zwakke werkwoorden op -de en -te (loopte, koopte)
Correct gebruik van liep, kocht
BELANGRIJK ARGUMENT IN HET VOORDEEL VAN DE NATIVISTISCHE THEORIE
Kinderen gebruiken vormen en woorden die een volwassene nooit produceert. Kinderen gaan via creatief
taalgebruik zelf woorden bedenken.
DE INTERACTIONISTEN (’90)
Taal wordt verworven in interactie met omgeving
Aangeboren taalvermogen
, Stimulatie omgeving = nodig om te kunnen ontwikkelen
Nood aan rijk taalaanbod en veelvuldige interactie
ALS LEERKACHT…
➢ Moet je niet enkel taalverwervingsproces opvolgen, vooral voor een rijk taalaanbod zorgen
➢ Taalaanbod moet aansluiten bij ontwikkelingsniveau en interesses van het kind
➢ Betere afstemming = kind leert beter
Interne factoren die invloed hebben op de kwaliteit en snelheid van de taalontwikkeling:
• Eigen zijn aan het individu en vasthangen aan de anatomische en neurologische ontwikkeling van het
kind
DIEPTESTRUCTUUR
• Boodschap zoals die eigenlijk zou moeten zijn
OPPERVLAKTESTRUCTUUR
• Boodschap zoals we die uiten
Voorbeeld: iemand vraagt wat we van het weer vinden, dan zeggen we niet: ík vind het mooi weer’ maar
gewoon ‘mooi’ omdat die andere persoon weet dat het over het weer gaat.
In kindertaal komt dit verschijnsel terug in éénwoordzin, tweewoordzin, meerwoordzin:
“mama”, “lief” = mama is lief
“mama lief” = één woord volstaat niet meer (kind beseft dit) en gaat de 2 belangrijkste woorden met elkaar
verbinden
“mama is lief” = kind begint nu werkwoorden te gebruiken
TAALCOMPONENTEN
FONOLOGISCH ASPECT
• Klanksysteem
• Klanken met betekenis onderscheidende functie = fonemen
• Passief (begrip) = onderscheid horen tussen pad, bad poot, pot
• Actief (productie) = zuiver uitspreken en goed articuleren
MORFOLOGISCHE ASPECT
• Vormverandering als ze in een verschillende zinsstructuur gebruikt worden
• Verschillende aspecten onderscheiden
• Meervoudsvorming, vervoeging van ww, afleidingen, samenstellingen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller zoëdewolf2. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.97. You're not tied to anything after your purchase.