Eind 19e eeuw werden virussen gedefinieerd in termen dat ze gefilterd konden worden en dat ze levende
hosten nodig hadden.
Rivers’ modified Koch’s postulates
Als nieuwe virusinfectie, vind volgende toepassing plaats:
1. Virusisolatie; virus alleen zichtbaar onder elektronenmicroscoop
2. Virus propagatie (vermeerdering); viruscelkweek; cytopatalogisch effect bij cellen
3. Filtratie: zodra virus niet gefilterd kan worden → sprake van virus, klein genoeg om door filter heen te
gaan.
4. Veroorzaakt virus bepaalde ziekten in diermodel; macaques (aap) wordt geïnfecteerd met virus
5. Opnieuw isoleren uit dier, is het hetzelfde dier?
6. Worden de dieren ziek m.b.v. specifieke immuunrespons
STRUCTUUR VIRUS
• Virussen zijn kleine infectieuze partikels die bestaan uit een nucleïnezuur (RNA/DNA) in een
eiwitmantel en in sommige gevallen een
membraanenvelop
• Virussen zijn geen cellen:
- Virussen hebben maar 1 type
nucleïnezuur (enkel- of dubbelstreng
DNA of RNA)
- Virussen hebben geen metabolisme en
maken dus geen ATP
- Virussen hebben geen enzymen die
nodig zijn voor het produceren van
macromoleculen, met name eiwitten Figuur 1: naakt virus (bevat geen envelop met spikes) vs enveloped
• Virussen zijn 20-400 nm, hierdoor heb je virus
minimaal een elektronenmicroscoop nodig
voor de visualisatie → grootte ligt tussen de bacteriën en eiwitten in
• De taxonomie van de virussen is gebaseerd op de genetische content en de structurele elementen
- Wel of geen envelop
- Dubbelstrengs/enkelstrengs/circulair
, Figuur 2: Coronavirus, orthomyxvirus en lentivirus zal veel op teruggevallen worden
GENOOM
• Virale genomen zijn 5 – 670 kb
• Circulair of lineair
• Meestal 1 molecuul, soms meerdere fragmenten
CAPSIDE
• Het capside is een eiwitmantel die het genoom omvat
• Een capside wordt gevormd door 1 of meerdere eiwitten (structurele
eenheden) die heel precies zijn gerangschikt in een repeterend patroon
(capsomeren)
• Een capside ontstaat door self-assembly, evt. bijgestaan door chaperone-
eiwitten.
MEMBRAANENVELOP
• Speelt een rol bij infectie van gastheercel (eerste contact)
• Combinatie van lipiden en eiwitten van de gastheer en virale eiwitten
Figuur 3: self-assembly
voorbeeld; capside
beschermd het genetische
materiaal (RNA), want is heel
fragiel
,Figuur 4: glycoproteïne zorgt voor binding (eerste contact)
VIRIONEN
• Het complete viruspartikel wordt een virion genoemd
• Virionen kunnen ook enzymen bevatten, bijvoorbeeld:
- Lysozym (bacteriofaag)
- Nucleïnezuurpolymerases
- Enzymen nodig voor de productie van nieuwe virionen
REPLICATIE; INFECTIOUS CYCLE
• Dierlijke virussen konden eerst niet routinematig in kweekcellen worden gekweekt
• De meeste virussen werden gekweekt in proefdieren
• In 1949 vermeerderden Enders, Weller en Robins het poliovirus in menselijke celcultuur
• Virussen repliceren zich door assemblage van voorgevormde componenten in velen deeltjes
→ Geen binaire splitsing (deling in tweeën zoals in bacteriën) Geïnfecteerde cel maakt veel nieuwe
viruspartikel, zodra voldoende virus aangemaakt is, komen deze ineenkeer vrij.
• Virus start met het infecteren van cellen, waardoor
vermenigvuldiging van virus niet exponentieel
plaatsvindt in tegenstelling tot bacteriën. Pas op
het moment dat het virus de cel verlaat vindt
exponentiële amplificatie plaats
, • Zodra cellijnen geïnfecteerd raken met virussen, vind er als cytopatalogisch effect “syncytia” plaats.
Dit betekent dat de cellen gaan samenklonteren. Geïnfecteerde raken aan elkaar → fusie. Hierdoor
krijg je een cel met heel veel kernen.
Virusreplicatie (vermenigvuldiging) vindt plaats via verschillende stappen:
1. Attachment: aanhechting virus aan cel
2. Entry: genetisch materiaal komt vrij in cel
3. Synthesis: in of buiten de kern vindt synthese plaats van het genetisch materiaal en de synthese van
eiwitten
4. Assembly: vorming van nieuwe viruspartikels samen met genetisch materiaal en eiwitten
5. Release: vrijlating van virus door de cel
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller zomulder. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.00. You're not tied to anything after your purchase.