Samenvatting toegepaste dieetleer- en casuïstiek 3
29 views 1 purchase
Course
Toegepaste Dieetleer En Casuïstiek
Institution
Erasmushogeschool Brussel (EhB)
De hoofdstukken in toegepaste dieetleer- en casuïstiek 3 gaan over de energiebehoefte bepalen, ondervoeding, klinische voeding, voeding en oncologie, het FODMAP dieet, nefrologische aandoeningen, allergieën, voedingszorg bij specifieke aandoeningen zoals MS of HIV, het kerogeen dieet en voedingsz...
H1: energiebehoefte bepalen
Bij iedere behandeling van een (klinische) patiënt start je altijd met het bepalen van de
energiebehoefte met behulp van een formule (schatten) of een meetinstrument (meten) en dat bij
voorkeur binnen de 72u van opname.
Om een correcte inschatting te maken van de energiebehoefte moet het energieverbruik bepaald
worden en dat kan dus op 2 manieren:
➢ Schatten
= Van het energieverbruik door een formule met toeslagfactor. Hiermee maak je sowieso
een meetfout en is de berekende behoefte niet meer dan dat. Dit kan met verschillende
formules zoals de Harris & Benedict formule, WHO formule, schofield formule (bij kinderen)
of de vuistregel van 25-35kcal/kgLG.
Maar bij het gebruik van formules wordt er onvoldoende rekening gehouden met de
verouderingsprocessen want na de leeftijd van 50j zien we een algemene daling van de
energiebehoefte door een algemene verandering van de lichaamssamenstelling.
Ziekte bepaalt ook de energiebehoefte want het kan leiden tot een verhoging van de
metabole energiebehoefte met 90%. Chronisch zieke patiënten hebben vaak een verminderd
energieverbruik waardoor het totale energieverbruik niet toeneemt en we geen correcties
moeten toepassen.
Om te voorkomen dat we verkeerde informatie gebruiken bij de behandeling van een
individu blijft het belangrijk om de behoefte te meten met apparatuur en dus niet te
schatten.
→ Wanneer we dan toch schatten, wat kiezen we dan het best?
➢ Meten
= Met de Indirectie calorimetrie (IC) = maakt het mogelijk om het energieverbuik in rust te
bepalen door de hoeveelheid verbruikte zuurstof en hoeveelheid vrij gekomen
koolstofdioxide te bepalen. Dit wordt gedaan met de Weir formule:
VO: zuurstof en VCO: CO2 → formule niet van buiten kennen
Het is een momentopname dus als je gaat sporten zal dit niet meer hetzelfde zijn
Je hebt hier geen PAL waarde voor nodig!
1
, Momenteel wordt het enkel nog maar gebruikt in gespecialiseerde centra omdat het een
heel duur toestel is maar UZ Brussel heeft het al.
Bij het gebruik van de indirecte calorimetrie moet de patiënt min. 10u nuchter zijn en
lichamelijke activiteiten vermeden hebben. De meting gebeurt bij 21-25°C en de patiënt
moet zich kunnen acclimatiseren voor de meting. De meting zelf duurt 20-30min.
Het stappenplan voor het uitvoeren van de meting:
1. Aan de start van de dag moet je het toestel opwarmen, dit kan 5-30min duren
2. Kalibratie van het toestel
3. Plaatding van de antibacteriële filter
4. Desinfectie van de apparatuur
5. Voorbereiding patiënt
6. De meting zelf
7. Desinfectie van apparatuur en verwijderen van niet herbruikbare onderdelen
8. Interpretatie van de gegevens
De meting zelf kan op 3 manieren gebeuren:
Het interpreten van de gegevens:
RQ: respiratoir quotiënt = de ratio tussen het zuurstof verbruik (VO2) en de koolstofdioxide
productie (VCO2) tijdens de meting en het geeft een indicatie over de verbruikte brandstof. Elke
brandstof (KH, Ew, V) heeft zijn eigen respiratoir quotiënt.
De RQ moet tussen
de 0,67 en 1 liggen,
daarronder of boven wijst
op een foute meting!
De RQ geeft dan weer
waar je lichaam de energie
vooral van haalt
Enkele aandachtspunten voor de indirectie calorimetrie:
- Bij patiënten op intensieve zorgen moet je het basaal metabolisme berekenen met een
toeslag van 30%
- Bij klinische patiënten is het aangewezen om dagelijks te meten en zeker bij veranderlijke
klinische waarden.
- Het gemeten energieverbruik tijdens de indirecte calorimetrie kan ook beïnvloed worden
door verschillende factoren:
2
, Dus door te eten verhoogd het rustmetabolisme met 7-9%
De meting gebeurt ideaal s’ochtends voor het eten, koffie en de eerste sigaret
Voorbeeld uit de praktijk:
Leeftijd: 65j
Geslacht: man
Pathologie/RVO: Bewustzijnsdaling, rechter
hemibeeld, notie van schokken t.h.v. armen.
Vermoeden van epilepsie aanval.
Lichaamslengte: 191 cm
Lichaamsgewicht: 105kg Energiebehoefte
(berekening 25kcal):
2395 kcal – 1676 kcal (70%)
Eiwitbehoefte: 124.5g
Huidige behoefte bepaald met de IC. 2631 kcal
Patiënt was op het ogenblik van IC geïntubeerd
en kreeg sondevoeding (fresubin intensive). Na
detubatie mocht er voeding per os worden
opgestart, aangepaste consistentie: gemixte
voeding.
RQ is 0,73, dit valt tussen 0,67 en 1 dus de meting is geslaagd!
H2: malnutrie/ondervoeding
= Een inadequate voedingstoestand door een deficiënte of insufficiënte voeding, een slechte eetlust
en een ongewenst verlies van gewicht. Men heeft dan een tekort of disbalans van energie, eiwitten
en andere voedingsstoffen die leiden tot meetbare, nadelige effecten op lichaamssamenstelling en
gestoorde biologische functies.
→ Dan kan je in een katabole toestand terechtkomen omdat er een verhoogde vetverbranding is die
leidt tot een ketose en dan zullen ook de lichaamseiwitten verbrand worden waardoor er spierverlies
optreedt.
3
, Er zijn 5 grote groepen van voedingsproblemen die allemaal samenhangen:
1) Malnutrie/ondervoeding
= Er zijn verschillende types van malnutritie:
At risk: het ijsbergeffect = het topje van de ijsberg zijn de mensen die ondervoeding hebben
maar de rest van de hele berg zijn mensen die een risico vormen op malnutritie waarmee
ook rekening wordt gehouden!
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller faravanbelle. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $24.13. You're not tied to anything after your purchase.