Samenvatting Politieke Geschiedenis Van België - breuklijnen (003252)
274 views 9 purchases
Course
Politieke Geschiedenis Van België (003252)
Institution
Vrije Universiteit Brussel (VUB)
De breuklijnen van het eerste semester van het vak politieke geschiedenis van België. De zes hoofdstukken in een tabel gegoten onderverdeeld onder de drie breuklijnen.
SOCIAAL ECONOMISCH LEVENSBESCHOUWELIJK COMMUNAUTAIR
1830 – Congres van Wenen Context Nederlands is voor de folklore en
1848 1814-1815: VK der ND wordt 1830-1848: dit was de het Frans is voor de toplagen van
bufferstaat voor Fr met een leger overgangsperiode van een de samenleving en politiek
aangevoerd door Willem I goed landbouwmaatschappij ( waar kerk
voor huis Oranje want eigendom en staat de meeste macht hebben) In de grondwet staat
breid uit naar een industriële maatschappij taalnijverheid maar Frans wordt
Gw: 1815 (waar bankiers en advocaten aan gezien als taal en Nederlands als
De macht gaat uit van de vorst de macht zijn 19e eeuw) een dialect Frans is cultureel
maar er is wel een parlement + Ancien Regime moderne tijd dominant
tienjarige begroting + geen Ancien regime vervolg is dat BXL verfranst
ministeriële verantwoordelijkheid AR eindigt in 1795 na de Franse 2 Vlaamse deelgroepen van
(Willem I heeft alleen de macht) annexatie literatoren: 1) de Gentse dat zijn
Revolutie 1830 Frans regime de oudere 2) dit zijn de jongere
Context: industrie gaat goed onder BE was in 1795 een deel van Fr en zij worden uiteindelijk de basis
Willem I maar landbouw onder het frans regime werd de van de Vlaamse Beweging zij
belangrijkste ontstaan 2 feodaliteit afgeschaft zorgen ervoor dat Nederlandse
oppositiegroepen: 1) Macht katholieken taal cultureel bleef bestaan
middenklasser eist Kieswet 1831: de cijns werden
volkssoevereiniteit, parlementair verlaagd op het platteland
regime, ministeriële Onderwijs 1842: Willem I breide
verantwoordelijkheid en het onderwijs uit hierdoor
rechtsbescherming waren er minder analfabeten – in
middenklasse werd uitgesloten uit het AR was al het onderwijs
de macht maar deden wel mee aan katholiek
revolutie 2) adel en clerus willen Neutraliteit in het onderwijs was
terug naar tijd zonder alleen voor de katholieken gelijk aan het
heersende koning en ontkennen van het geloof de
standenmaatschappij, willen katholieken maken gebruik van
vrijheid van godsdienst adel en hun politieke meerderheid om
clerus tegen onderwijspolitie van openbare scholen weer onder hun
Willem I hoedde te nemen – zo kwamen de
Lagere burgerij had ook problemen meeste lagere scholen onder
met Willem I ze werden directe controle van de
uitgesloten uit de stemming ookal geestelijken
waren het ambtenaren, Organieke wet op het lager
intellectuelen, onderwijzers,.. onderwijs van 1842 hielp de
!! zij vormen het monsterverbond katholieken ook voorruit – deze
tegen het regime van Willem I !! wet verplichtte de godsdienst
Enkel conservatieven ook moraal onafscheidelijk waren
orangisten genoemd waren De liberalen konden enkel het
voorstander van Willem I benoemingsrecht van de
Verloop van revolutie leerkrachten in de gemeenteraad
Ontevreden arme/paupers houden zo bleven nog enkele
veroorzaken relletjes en de liberalen scholen in homogeen
middenklasse verspreide met hun liberale gemeentes
actiegroepen posters, artikels en 1846: de liberalen proberen het
starten petities voorlopig middelbaar onderwijs te claimen
bewind kondigt onafhankelijkheid maar door het harde verzet van de
af en de koning verliest gezag katholieken liep dit ook mis ook
Politiek na revolutie het middelbaar kwam in de
, 1830 handen van de katholieke
Periode 1831-1845 nog geen Liberale, antiklerikale
spraak van partijen met oppositie
omschreven programma. Tot 1836 Er kwam een liberaal antiklerikaal
overheerste de katholieke en de tegengewicht voor het
liberaal unionisten conservatieve machtsblok door
Sociaaleconomische verhouding in een samenwerking tussen zowel
parlement: grootgrondbezitters de hogere als de midden burgerij
zitten vooral in senaat als de organisten tegen de
(voorstanders van kerk) en de katholieke kerk als
rijkere burgerij/intellectuelen gemeenschappelijke vijand ze
zitten vooral in de kamer wouden allemaal kerk en staat
De grondwet = scheiden en vormden zo een
compromis antiklerikale beweging
Compromis: voor de liberaal
gematigde gaan er hervormingen Paupers/arme
gebeuren en voor de conservatieve De overheid maakte gebruik van
blijft de machtsstructuur van voor de ongeletterden paupers om in de
de Franse revolutie behouden fabrieken te werken aangezien ze
tolerante houding van liberalen intellectueel niet in staat waren
was een teken van vroeg om een collectief klassenbewust
liberalisme verzet tot stand te brengen toch
Kerk in de Gw: de kerk was vreesde de burgerij voor deze
comfortabel in de Gw aangezien de grote groep en deden ze een kleine
kerk zorgde dat de gelovige zich toegeving: er organiseerde kassen
braaf gedroegen onderwijs en voor sociale voorzieningen en
eredienst wordt gefinancierd door pensioenen
de staat Kats = volkstoneel
Nationaal congres Dit was de eerste manier om de
Verkiezingen: het nationaal mensen bewust te maken van wat
congres werd verkozen adhv er gaande was – dit zetten de
rechtstreekse verkiezingen met arbeider tot denken en er werden
kiescijns hierdoor werd de meetings georganiseerd waarbij de
kleine burgerij en de arbeiders actief deel konden
democraten/republikeinen nemen
uitgesloten van de stemming
Belangrijke groepen: de adel en de
intellectuelen er waren meer
conservatieven en gematigde
katholieken dan antiklerikalen + er
waren meer conservatieven en
gematigde katholieken dan
republikeinen
!! maar hun gemeenschappelijk
punt is dat ze de vorstelijke macht
zoals Willem I aan banden willen
leggen en ook de adel en de clerus
waren tegen de vorstelijke macht
ze eiste: 1) koning gebonden
aan de Gw 2) scheiding der
machten 3) ministeriële
, verantwoordelijkheid 4)
contraseign
Consolidatie: militair,
diplomatiek en
financieel
De schelde wordt geblokkeerd
door ND als gevolg van de
tiendaagse veldtocht = Willem I
valt BE binnen maar tevergeefs
want BE krijgt hulp van Fr deze
veldtocht was de aanleiding van de
Londense conferentie
Londense conferentie 1830: Fr, GB,
Pruisen, Oostenrijk en Rusland
vergaderen over BE BE werd
onafhankelijk en er werd ook
beslist in het verdrag van de XXIV
artikelen dat BE Limburg en
Luxemburg moest afstaan en dat
BE een verplichte neutraliteit had
in ruil kregen ze de garantie dat
de grootmachten zullen
tussenkomen als BE in gevaar is +
BE mocht handel drijven met
iedereen
Conventie van Zonhoven 1833:
zolang Willem I het verdrag van de
XXIV artikelen niet tekent is dit
voor BE voordelig 1838 beslist
Willem I het verdrag te tekenen en
in 1839 wordt het definitief
Verdrag van Londen 1839: BE
moest neutraal en onpartijdig zijn
en ze hadden een internationale
garantie (steun van de
grootmachten)
5 grootmachten sluiten verdragen
af met BE en ND 1) BE
onafhankelijk 2) BE staat Limburg
en Luxemburg af 3) 5
grootmachten garanderen BE
internationale garantie 4) BE moet
zich voor altijd neutraal opstellen
resultaat is dat de bufferstaat
tegen Fr verkleint + internationaal
kader bepaald lot van BE
Sociaal economische
politiek
Er zijn grote sociale economische
veranderingen: we zitten in een
transitiefase waarin de industrie
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller EmmaRose18. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $13.39. You're not tied to anything after your purchase.