BUNDEL MATERIEEL STRAFRECHT TENTAMEN - samenvatting van de tentamenstof + hoorcollege aantekeningen
64 views 2 purchases
Course
Materieel strafrecht (R_MAT.STRC)
Institution
Vrije Universiteit Amsterdam (VU)
Book
Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht
Deze BUNDEL bevat alle tentamenstof die je moet kennen voor het tentamen van Materieel Strafrecht van de opleiding Rechtsgeleerdheid INCL HOORCOLLEGES EN ACTUALITEITENCOLLEGE
Ik heb zelf alleen met dit document geleerd en de arresten en zo heb ik het gehaald
Alleen de hoofdstukken die je moet kennen voor het tentamen
January 9, 2023
39
2022/2023
Summary
Subjects
materieel strafrecht
hoorcollege aantekeningen
hoorcollege
tentamenstof
opzet
schuld
culpa
arresten
poging
noodweer
samenvatting
Connected book
Book Title:
Author(s):
Edition:
ISBN:
Edition:
Written for
Vrije Universiteit Amsterdam (VU)
Rechtsgeleerdheid
Materieel strafrecht (R_MAT.STRC)
All documents for this subject (76)
Seller
Follow
as_01
Content preview
Week 1: Schuld
- Blackout
- Handrem
Culpoze delicten:
Er wordt onderscheid gemaakt tussen misdrijven en overtredingen. Voor veel misdrijven is
opzet vereist. Afwezigheid van gepaste voorzorgsmaatregelen, onvoorzichtig en nalatig
gedrag kunnen ook als een strafbare gedraging worden gekwalificeerd -> culpoze delicten.
Deze culpoze delicten worden vaak als misdrijf gekwalificeerd en hebben bijna altijd een
‘opzettelijke’ variant als tegenhanger, die een zwaarder strafmaximum als gevolg heeft.
Schuld komt voor als element of bestanddeel.
Element -> verwijtbaarheid
Bestanddeel -> culpa (er is onvoorzichtig of nalatig gehandeld)
*iemand dreigt te verdrinken en je helpt diegene niet
*hierin is het normatieve oordeel (verwijtbaarheid) vast te stellen ; men had volgens
(on)geschreven normen anders moeten en kunnen handelen, maar deed dat niet
Bij schuld als element, oftewel opzet, heeft de dader zijn vermogens verkeerd gebruikt.
*diegene heeft een ander juist in het water geduwd
De kanten van culpa:
Naast de normatieve component heeft culpa ook een psychisch component. Bij culpa gaat
het er niet alleen om of het gevolg van een gedraging ongewild was. Het gaat er ook om of
men deze gevolgen heeft voorzien, en of hij zijn gedrag daarop heeft aangepast. Daarom is
het belangrijk om een onderscheid te maken tussen bewuste en onbewuste culpa.
Bewuste culpa: dader heeft misplaatst vertrouwd op een goede afloop wegens bijzondere
omstandigheden en het vertrouwen in zijn eigen kundigheid. (door rood rijden)
Onbewuste culpa: dader heeft een misplaatst onoplettende of niet nadenkende gedraging
vertoond, maar was zich niet bewust van het gevaar. Hij heeft de gevolgen van de daad niet
voorzien, maar had dit wel kunnen en moeten voorzien (op vakantie ongeluk maken omdat
je de verkeersregels in het buitenland niet kent)
Het zou oneerlijk zijn om te verwachten dat een normaal mens evenveel nadenkt bij iedere
gedraging die zij vertonen als een deskundige (culpa levis). In dat geval zou er ook geen
sprake zijn van culpa. Van onbewuste schuld is er pas sprake, als de dader minder nadacht,
wist, of beleidvol was dan de gemiddelde mens. Dit wordt culpa lata, oftewel ‘grove schuld’
genoemd.
Onverschilligheid: mengvorm tussen bewuste en onbewuste culpa
Door roekeloosheid is het begrip culpa enigszins verfijnd. Dit is een strafverzwaringsgrind die
betrekking heeft op de belangrijkste culpoze delicten (art. 307 en 308 Sr jo 6 jo 175 WVW).
,Wanneer sprake is van een culpoos verkeersdelict, kan de straf in geval van roekeloosheid
worden verdubbeld.
Sprake van roekeloosheid: wanneer men zeer onvoorzichtig gedrag heeft vertoond en
daarbij welbewust en met ernstige gevolgen een onacceptabel risico heeft genomen. Om
deze strafverzwaringsgrond in te zetten, is het noodzakelijk dat de dader zich bewust was
van het risico van een ernstig gevolg en ervan uitging dat dit risico niet zou intreden.
Het normatieve karakter:
De wetgever heeft zich over de inhoud van culpa niet veel uitgesproken. Dit heeft als gevolg
dat culpa een erg breed begrip is. In de rechtspraak is als hoofdlijn aangenomen dat culpa de
verwijtbare aanmerkelijke onvoorzichtigheid inhoudt. Materieelrechtelijk gezien kent culpa
2 kanten: de dader moest anders handelen en de dader kon anders handelen. Er wordt dan
ook vaak over vermijdbaarheid en verwijtbaarheid of over de subjectieve en objectieve kant
gesproken.
Het anders moeten handelen (verwijtbaarheid) geeft blijk van het normatieve aspect van de
culpa. Het gevolg is aan het onvoorzichtige gedrag te wijten, omdat het gedrag in strijd was
met (on)geschreven normen, en omdat van de dader ander mocht worden verwacht. Het
begrip verwijtbaarheid veronderstelt dat de dader moest kunnen voorzien dat een bepaalde
gedraging onvoorzichtig zou zijn en tot bepaalde gevolgen zou kunnen leiden.
Daarnaast moet er worden vastgesteld dat de verdachte anders had kunnen handelen
(vermijdbaarheid). Normaal gesproken bestaat bij anders moeten handelen ook de
mogelijkheid tot anders kunnen handelen. Als de verdachte een geslaagd beroep op een
strafuitsluitingsgrond kan doen, dan is er ook geen sprake van culpa.
Verwijtbaarheid en gevolg:
Het vaststellen of er sprake is van verwijtbaarheid, is in het geval van een overtreding van
een overtreding van een voorschrift eenvoudig. Als het geval geen overtreden voorschrift
betreft, zal vooral worden gekeken of het gevolg van de gedraging voor de dader te voorzien
was, en of er sprake is van onvoorzichtigheid om zo te beoordelen of er sprake is van
verwijtbaarheid. Hier zijn de strafverzwarende omstandigheden drankgebruik en veel te
hard rijden (art. 175 lid 3 WVW) van groot belang. Zij dragen bij aan het bewijs van culpa en
leveren daarbij een wettelijke strafverzwarende omstandigheden op.
Wanneer de rechter echter beslist dat er o.g.v. bijzondere omstandigheden geen sprake is
van verwijtbaarheid, is er ook geen sprake van culpa. In veel gevallen zal het hierbij
neerkomen op een afwezigheid van schulduitsluitingsgronden. Dit kan gebeuren door aan de
rechter aannemelijk te maken dat er geen sprake is van bijzondere omstandigheden die
verwijtbaarheid zouden uitsluiten.
Probleem is dat dit niet volstaat wanneer de bewijsvraag expliciet aan de orde komt. In zo’n
geval zal de rechter toch moeten kijken of de verdachte wel echt schuld heeft aan het
verkeersongeval (art. 6 WVW). Hierbij wordt er gekeken naar het geheel van gedragingen
van de verdachte, de ernst en de aard daarvan en naar de andere omstandigheden in een
bepaald geval.
,Bij de normatieve beoordeling (verwijtbaarheid) van schuld spelen de volgende
onderwerpen een belangrijke rol.
- Geoorloofd risico: het gaat bij culpa om ‘grove schuld’, oftewel om aanmerkelijke
onvoorzichtigheid. Niet elk risico hoeft te worden vermeden, omdat je bij het nemen
van een risico niet per definitie aanmerkelijk onvoorzichtig handelt. Handelen met
een geoorloofd risico valt daarom buiten het schuldbegrip. Welke risico’s geoorloofd
zijn, hangt mede af van de rechtsbelangen die op het spel staan. Wanneer er bij het
nemen van een bepaald risico een levensbedreigende situatie zou ontstaan, is er veel
minder geoorloofd en zal er dus veel sneller sprake zijn van aanmerkelijke
onvoorzichtigheid.
- Wederrechtelijkheid: een gedraging die wegens bijzondere omstandigheden niet als
wederrechtelijk kan worden gezien, is geen onvoorzichtige gedraging of
aanmerkelijke onvoorzichtigheid. Denk bij uitzonderlijke omstandigheden aan
strafuitsluitingsgronden. Het is immers mogelijk dat de dader zich in een
noodtoestand heeft verkeerd ten tijde van de gedraging, waardoor van
wederrechtelijkheid geen sprake is.
- Garantenstellung: de maatstaven die worden gebruikt om gedrag af te meten,
worden mede bepaald door de Garantenstellung. Dit houdt in dat, wanneer iemand
binnen een beroep met een bepaalde verantwoordelijkheid handelt, deze
verantwoordelijkheid ook in acht genomen wordt wanneer er wordt gekeken of er
sprake is van onvoorzichtig gedrag.
*wanneer men een gedragsvoorschrift niet naleeft is daarom al direct sprake van een
afwijking van de maatstaven van de Garantenstellung
*juf is ervan op de hoogte dan kind allergisch is voor pinda -> juf geeft toch
perongeluk pindakoekje -> juf kan zich er niet op beroepen dat andere juffen
medeschuldig zijn, ookal moest andere juf opletten.
Roekeloosheid:
Bij roekeloosheid moet er sprake zijn van bewustheid van het risico van ernstige gevolgen,
waarbij op zeer lichtzinnige wijze wordt uitgegaan dat deze risico’s zich niet zullen
realiseren. Vaak wordt geoordeeld dat de motivering niet toereikend genoeg is om
roekeloosheid aannemelijk te maken, maar dat een beroep op ‘gewone’ schuld eventueel in
combinatie met art. 175 lid 3 WVW, wel kan slagen. Het is dan ook belangrijk om de
maatstaf van de HR in acht te nemen.
Maatstaf HR -> ‘Is er door de buitengewoon onvoorzichtige gedraging van verdachte een
zeer ernstig gevaar in het leven geroepen, alsmede dat de verdachte zich daarvan bewust
was, althans had moeten zijn?’
Daarnaast zijn de specifieke omstandigheden van het geval en een goede motivering ook
belangrijk voor de vraag of er sprake is van roekeloosheid. In het geval van verkeerszaken
heeft de HR bepaald dat er meer moet zijn dan de in art. 175 lid 3 WVW genoemde
gedragingen om te kunnen spreken van roekeloosheid. De voorbeelden die in dit artikel
worden genoemd kunnen op zichzelf namelijk al zorgen voor een verhoging van het
strafmaximum. Het zou immers niet eerlijk zijn om wettelijk strafverzwarende
omstandigheden dubbel te laten vallen.
, Uit jurisprudentie omtrent verkeersdelicten blijkt dat roekeloosheid toch aangenomen
wordt wanneer ‘verdachte zich met zijn gedragingen welbewust en buiten de orde van het
normale verkeer plaatst ten koste van extreme risico’s voor andere verkeersdeelnemers’.
Schuld aan een bijkomende omstandigheid:
Bij schuldheling, een goed verwerven terwijl je redelijkerwijs had moeten weten dat dit goed
vanuit een misdrijf afkomstig is (art. 417bis Sr), heeft de schuld betrekking op een
bijkomende omstandigheid van een culpoos delict. Hiervoor is vereist dat ‘de verdachte
redelijkerwijs had moeten vermoeden dat zijn handelingen door een misdrijf verkregen
voorwerp betreft’. Schuld mag hier volgens recente jurisprudentie echter niet te makkelijk
worden aangenomen. Er moeten bijzondere omstandigheden zijn die de schuld aannemelijk
maken en de omstandigheden moeten in acht worden genomen. De mate van de
tekortschieting in de onderzoeksplicht zou zo’n bijzondere omstandigheid kunnen zijn.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller as_01. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $14.12. You're not tied to anything after your purchase.