Samenvatting Hoofdstuk 9 Geschiedenis van het Publiekrecht en van de politiek
14 views 2 purchases
Course
Geschiedenis Van Het Publiekrecht En Politiek
Institution
Universiteit Gent (UGent)
Dit is een samenvatting van Hoofdstuk 9 Geschiedenis van het Publiekrecht en de politiek gegeven door Georges Martyn en Rik Opsommer. Hierdoor hoef je geen volledige samenvatting te kopen als je een hoofdstuk mist.
H9: De 20e eeuw
§1. Crisismomenten temperen het vooruitgangsoptimisme
A. Inleiding
Wanneer men de geschiedenis van het publiekrecht kritiekloos bekijkt, zou men valselijk de indruk krijgen dat de
evolutie er 1 is van vooruitgang, dat de maatschappelijke organisatie, publiekrechtelijk gezien, steeds beter wordt.
- Recht is niet het enig paradigma
o (economie, militie, ideologie…)
- Juridisch-rationele legitimatie is niet de enige
o (traditie, propaganda (charisma), censuur…)
- Juristen zijn niet zo zeker de bewakers van de rechtsstaat
o (bv. balie)
In het begin van de 20e eeuw gooien sommige staten het roer volledig om. Vanaf het interbellum komer er totalitaire
regimes: één leer, één geloof, één partijprogramma
- Rusland: Lenin en de communistische partij USSR
- Duitsland: Führer Hitler
- Ialië: Il Duce Mussolini en de Nationaal Fascistische partij
- Spanje: Generaal Franco
- Portugal: Salazar en zijn katholiek corporatisme
Allemaal maken ze een einde aan de scheiding der machten. Ze leggen de bevoegdheden bij 1 leider, minstens van 1
partij. Het ideologisch pluralisme maakt plaats voor één leer, één geloof, één partijprogramma
- Precies om die ene leer door te drukken worden alle middelen ingezet voor de realisatie van het eigen
programma (de propaganda)
- Omdat een dergelijke machtsstructuur zo weinig rekening houdt met de natuurlijke vrijheden, kan ze niet
volstaan met enkel en alleen juridische middelen ter organisatie van de staat
- De groep en het individu worden bewerkt met psychologisch uitgedokterde propaganda
- Veelal wordt door de staatsmacht ook beroep gedaan op bestaande (hiërarchische) structuren om de macht
te consolideren
o De inzet van het leger
o Het inschakelen van de Kerk
B. Het communisme
Theorie:
Grondslagen zijn vooral uitgewerkt door Karel Marx en Friedrich Engels
- Een economisch systeem gebaseerd op de gemeenschappelijke eigendom van de productiemiddelen
- De mens moet zonder God of grootgrondbezitters in staat zijn om zijn lot in eigen handen te nemen
- De arbeiders vormen het proletariaat, de natuurlijke tegenstrevers van de kapitalisten in de klassenstrijd
- Doel strijd: de dictatuur van het kapitaal omver gooien en vervangen door de dictatuur van het proletariaat
- Iedereen werkt slechts zoveel als hij kan en zal in ruil slechts zoveel verdienen als hij nodig heeft
- Een essentiële tussenstap om tot de communstische utopie te komen is het socialisme
Praktijk: Gerealiseerd in rurale Rusland (USSR = Unie van Socialistische Sovjet Republiek)
- De Communistische Partij voert een socialistische politiek
- De grondlegger ervan is Lenin = Partij der Bolsjwieken
- Stalin bouwt deze macht verder hardhandig uit
- De USSR wordt een grootmacht en zorgt ervoor dat na de Tweede Wereldoorlog ook vele Oost –en Centraal
Europese staten door communisten worden bestuurd
81
, Vanuit hun radicale politieke overtuiging toleren ze niet dat andere visies aan de macht komen
- gekenmerkt door censuur en politieke vervolging
- Het wordt een totalitair regime
In België hebben de communistische partijen nooit veel betekend
- Na WOII kunnen ze even aan het regeringswerk deelnemen
- Tijdens de bezetting heeft het Onafhankelijkheidsfront de opstoot van dit succesje voorbereid
- Invloed van Rusland is er quasi niet
- Geen cordon sanitaire, maar de communisten laten meeregeren was een goede manier om de extreme
krachten te neutralisern
C. De vestiging van het Derde Rijk
In 1923 publiceert de Duitser Möller van de Bruck een boek Das Dritte Reich
- verwijst naar het feit dat na het Heilig Roomse Rijk der Duitse Natie (Karel de Grote) en het keizerrijk (de
Otonnen) de tijd aangebroken is voor een derde keizerrijk
- Hitler ziet deze rol voor hem weggelegd
- Het nazisme grijpt de macht tijdens:
o de zware economische crisis van 1929
o en de interne verval van de Weimarrepublik
1918: grondwet Weimar-republiek (na aftreden 2e keizer)
- Sociaal-democraten, liberalen, katholieken
- Men opteert voor een bondsstaat met parlementaire republiek (Reichstag/Reichsrat)
- Klassieke vrijheden worden erkend
Omwille van de economische toestand slagen de partijen er niet in om de staatsmacht te consolideren
- In de vredesverdragen heeft Duitsland de oorlogsschuld gekregen + er wordt gedreigd met blokkades.
- De Duitse staatskas moet enorme schadevergoedingen betalen
- In die omstandigheden wordt gekozen voor een noodregering (parlement draagt de macht over aan president
Hindenburg)
- Bij de volgende verkiezingen wordt Hitler rijkskanselier, regeringsleider, hoofd van de uitvoerende macht en
komt degelijk legitiem aan de macht
Op basis van de Weimargrondwet wordt de president rechtstreeks verkozen
- Hij benoemt de kanselier en de ministers die zijn wel verantwoordelijk tegenover het parlement
- Het parlement bestaat uit twee kamers
- Een rechtstreeks verkozen Reichstag en een Reichsrat (vertegenwoordigers van de Länder, slechts een
adviserende bevoegdheid)
- Bij bedreiging van de openbare orde kan de rijkspresident de nodige maatregelen treffen en zelfs een aantal
vrijheden schorsen) = Noodverordeningen
o Deze noodwetgeving wordt niet herroepen door het parlement omwille van de grote politieke
verdeeldheid
- Volmachtwetten worden afgekondigd: de Rijksdag draagt een stuk van de wetgevende bevoegdheid over aan
de regering
o De werkwijze wordt een vast gebruik en de grondwet van de Weimarrepubliek sterft, zonder ooit
formeel afgeschaft te worden
o De iure blijft het gelden wanneer president Hindeburg Hitler de leider van de grootste partij van de
Rijksdag tot rijkskanselier benoemt
o Uiteindelijk wordt er pas ongrondwettelijk gehandeld na de dood van Hindenburg
o De staatsgreep wordt afgerond door de eed van trouw aan de grondwet vervangen door een eed van
trouw aan de persoon van de Führer
82
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nmvl. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.29. You're not tied to anything after your purchase.