Periode 2 (Het toneel in de nieuwe tijd 16e – 18e eeuw)
Plaats Toneel
- Op het hof van de elite
- Toneelgebouwen
Publiek
- Toegankelijk voor iedereen met scholing, geld en vrije tijd (vooral geschoolde burgerij).
Functie: overtuigende, belerende en opiniërende functie.
Collectieve receptie: Een waarheid geven met een probleem zonder oplossing
Veranderingen in de nieuwe tijd
- Machtsstructuren veranderden door structuren gebaseerd op handel, nijverheid en industrie.
- Mensen verzetten zich tegen traditionele gezag zoals vorsten/tirannie/kerk
- Meer christelijke vormen rondom christelijke vormen i.p.v. rooms-katholiek
- Wereld van natuurwetten, centrum van de wereld werd de mens (antropocentrisme)
- Humanisme kwam op --> waardigheid en zelf nadenken
- Toneel kon morele kwesties verhelderen wat paste bij het humanistische mensbeeld van de mens
als moreel wezen.
MODULE 3 (16/17e eeuw renaissance)
- Literaire teksten kwamen onder individuele naam.
- Schrijvers uit deze tijd zagen zichzelf als volksopvoeders en opinievoeders met een opvoedkundige
functie.
- Tragedie, klucht, komedie en treurspel erg populair
De renaissanceliteratuur: literatuur waarin de aandacht voor klassieke komedie en tragedie werd
herleefd. Romeinse werken werden vertaald (translatio) en nagevolgd (imitatio). Het uiteindelijke
doel was niet om de klassieken over te nemen in de volkstaal, maar deze te overtreffen. (aemulatio)
Kenmerken renaissance werken
- Publiek: geschoold, elitair publiek
- Literatuur diepzinnig en belerend
- verheven taalgebruik: woordspelingen, diepzinnigheid
- ondergang hooggeplaatst persoon, gebaseerd op een ander verhaal
- onderwerp: Oudheid, Bijbel, geschiedenis
Petrarkisme: literatuur voor de goede verstaander, literair spel
- Liefde onvervuld, minnaar bleef onbeantwoord
- De geliefde stereotyperend met grote schoonheid
- lyrisch-ik
- Liefde in vaste beelden omschreven (ziekte, droom, gevangenschap)
- Liefdesklacht van de minnaar
- Tegenstellingen en paradoxen
, 3.3 Toneel in de Republiek (belangrijkste in Amsterdam)
Amsterdamse Schouwburg --> 1637
Rederijkerstoneel: Hierin werden duidelijk lessen verteld
Renaissancetoneel: De nadruk ligt op het tonen van bepaald gedrag, functioneerde als spiegel. Het
publiek kreeg via het toneel het ongewenste/gewenste gedrag van de samenleving weerspiegelt. De
personages representeerden menselijke deugden of ondeugden.
In 1669 werd het genootschap: “Nil volentibus arduum”; niets is onmogelijk voor degene die willen,
opgericht. Oprichters behoorde tot hoge opgeleide burgerij. Dit dichtgenootschap wilde het toneel
in de Republiek hervormen tot het Frans classicistische toneel. Met als doel om morele lessen aan
het publiek bij te brengen en deugdzaamheid te bevorderen.
Toneel in 17e eeuw
- Stedelijke functies: financieel en opiniërende functie
- gesproken tekst en gezongen tekst
- Ernstig toneel (tragedie of treurspel) & Komisch toneel (komedie en klucht)
Contrafactuur: nieuwe teksten op bestaande melodieën voor liedteksten
Treurspel/tragedie
- Ondergang hooggeplaatst figuur
- Verheven taalgebruik
- Onderwerp: Oudheid, geschiedenis of Bijbel
Retorische-didactische tragedie: de morele les wordt vooral talig overgebracht. Schrijvers zoals P.C
Hooft, Joost van de Vondel.
Aristotelische tragedie: Morele les wordt met handelingen overgebracht.
- Toneelwetten van Griekse filosoof Aristoteles
- Eenheid van tijd, plaats en handeling
- Gebeurtenissen moeten logisch en noodzakelijke voortvloeien uit beginsituatie op een plek
binnen bepaald tijdsbestek
- Hoofdpersoon beleeft sterk innerlijk conflict en maakt na een catastrofe of dilemma de
verkeerde keuze
- Kern: moment van inzicht na de beslissende wending/lotswisseling (peripeteia; wending)
Classicistische tragedie
- Stof ontlenen aan de geschiedenis of mythologische verhalen
- Eenheid van tijd: totale handeling moet binnen 24 uur plaatsvinden)
- Eenheid van plaats
- Eenheid van handeling: alles moet logisch uit beginsituatie voortvloeien en gedragingen moeten
aannemelijk zijn
- vaste poses, stereotyperende status, vaste emoties
- sententies (ethische en moraliserende wijsheid)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller oliviavanbaaren. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.01. You're not tied to anything after your purchase.