,Hoofdstuk 1: kennismaking met het
internationaal recht
Kenmerken internationale rechtsorde:
1. Gelijkheid
- Horizontale rechtsorde
- Staten zijn soeverein
2. Afhankelijkheid
Soevereiniteit: Staten zijn zelfstandig bevoegd om eigen beslissingen te
nemen.
Trias politica: scheiding van de uitvoerende, rechtsprekende en
wetgevende macht.
Doorwerking van het internationale recht in de nationale
rechtsorde
Monisme: internationaal recht automatisch deel van de nationale
rechtsorde. Omzetting van internationaal recht naar nationaal niveau via
een speciale wet is dan niet nodig.
Dualisme: het internationaal recht moet worden omgezet of
getransformeerd naar nationaal recht via een aparte wet.
Nederland heeft ervoor gekozen om wat betreft de doorwerking van
internationaal recht een gematigd monistisch stelsel in te voeren.
Art. 93 Gw: verbindende kracht verdragen
- ‘’Bepalingen van verdragen en van besluiten van volkenrechtelijke
organisaties, die naar haar inhoud eenieder kunnen verbinden, hebben
verbindende kracht nadat zij zijn bekendgemaakt.’’
Art. 94 Gw: verdrag boven wetten
- ‘Binnen het Koninkrijk geldende wettelijke voorschriften vinden geen
toepassing, indien deze toepassing niet verenigbaar is met eenieder
verbindende bepalingen van verdragen en van besluiten van
volkenrechtelijke organisaties.’
Internationaal recht kent een horizontale werking omdat:
- Er is geen sprake van een centrale wereldwetgever of centraal gezag
dat het recht kan afdwingen
- Rechterlijke beslissingen van een internationale gerechtshove zijn
feitelijk niet afdwingbaar
, Spoorwegstakingsarrest (1986)
Rechtsregel: In het Spoorwegstakings-arrest stelde de Hoge Raad dat
een bepaling rechtstreeks kan worden toegepast indien zij naar haar
inhoud genomen voldoende duidelijk is om als ‘’objectief recht, zonder
nadere uitwerking in de nationale rechtsorde, te functioneren.
Rechtsvraag: Is art. 6 lid 4 ESH een eenieder verbindende betaling ex.
art. 93 Gw en heeft zij dus directe werking?
Inhoud: Een aantal werknemers van de NS voerden van 17 oktober 1983
tot en met 5 december 1983 onder leiding van de vakbonden collectieve
acties uit. Dit doen ze omdat de minister van Sociale zaken het voornemen
had om in de arbeidsvoorwaarden in te grijpen (die in een cao horen te
worden vastgelegd) door de brutosalarissen te verlagen en de
prijscompensatie te laten vervallen .De NS dagvaardt de vakbonden voor
de rechtbank en vordert hen te bevelen het persoon van NS op te roepen
te stoppen met de acties en ten tweede de bonden te verbieden om op te
roepen tot of steun te geven aan deze acties en/of stakingen. De
vakbonden dienen een verweerschrift in. De rechtbank wijst de vordering
bij vonnis van 4 november 1983 af. De NS gaat in hoger beroep bij het hof
Amsterdam. Bij arrest van 15 november 1984 bekrachtigt het hof het
vonnis van de rechtbank. De NS gaat in cassatie
Grenstractaat van Aken arrest
Rechtsregel: Een wettig tot stand gekomen verdrag heeft dubbele
werking. Dit komt door het feit dat Nederland, blijkens ongeschreven
constitutioneel recht, een monistisch stelsel kent. De internationale en
nationale rechtsordes zijn hierin niet gescheiden. Hierdoor kunnen burgers
zich rechtstreeks beroepen op internationale verdragen.
Rechtsvraag: Kan een burger zich beroepen op een internationaal
verdrag, ook als deze niet is getransformeerd naar nationaal recht? Kon de
boer een beroep doen op art 33 van het Grentractaat van Aken zodat hij
geen in of uitvoerrechten hoefde te betalen?
Inhoud: Art. 33 in het Grenstractaat bepaalde dat boeren die
eigendommen aan de ene kant van de gres hadden, daarover geen in-of
uitvoerrechten hoefden te betalen als ze dat naar de andere kant van de
grens brengen. Ook hoefden ze alleen documenten te van lokale
autoriteiten te hebben waaruit bleek dat ze aan weerszijden van de grens
eigendommen bezitten.
Een boer wilde in 1919 rogge van de Nederlandse kant naar zijn boerderij
aan de Duitse kant vervoeren. Dat leverde problemen op met de
Nederlandse overheid.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Louelleboot. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.43. You're not tied to anything after your purchase.