> Triple Bottom line: De triple bottom line is een duurzaamheidsconcept dat de sociale,
ecologische en economische impact van een bedrijf onderzoekt, in plaats van alleen het
financieel resultaat.
> Sustainable development goals (UN): De Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen zijn in
2015 door de Verenigde Naties vastgesteld als de nieuwe mondiale duurzame
ontwikkelingsagenda voor 2030. Ze worden gepromoot als de wereldwijde doelstellingen
voor duurzame ontwikkeling.
> Paris agreement 2015: Het akkoord van Parijs, een onderdeel van het
Klimaatverdrag, is een internationaal verdrag om de opwarming van de aarde te beteugelen.
Het akkoord is op 12 december 2015 gepresenteerd op de klimaatconferentie van Parijs
2015.
> Visitor management: Bezoekersbeheer verwijst naar het bijhouden van het gebruik van
een openbaar gebouw of site. Door steeds meer informatie te verzamelen, kan een
bezoekersbeheer systeem het gebruik van de faciliteiten door specifieke bezoekers
registreren en documentatie verstrekken over de verblijfplaats van de bezoeker.
> Carrying capacity: De draagkracht van een ecosysteem, bijvoorbeeld het systeem Aarde, is
het vermogen van een ecosysteem om biologische soorten te kunnen voorzien in hun
bestaan; dat wil zeggen dat de leefomgeving voor langere tijd in staat is hen te voorzien van
een habitat, van voldoende voedsel, water en andere levensbehoeften.
> Maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO): maatschappelijk ondernemen is een
vorm van ondernemen gericht op economische prestaties (profit), met respect voor de
sociale kant (people), binnen de ecologische randvoorwaarden (planet): de triple-P-
benadering.
> Overtoerisme: het negatieve effect van recreatie en toerisme op de bevolking en
omgeving van een gebied.
> certificering: Certificering is voor bedrijven een manier om aan te tonen dat ze met
duurzaamheid bezig zijn. Twee van de meest bekende duurzame certificaten in
Nederland zijn de CO2-Prestatieladder en de MVO Prestatieladder.
P van profit:
> Weglekeffect: Wanneer het door toeristen uitgegeven geld niet wordt besteden aan de
stakeholders die er recht op hebben, maar het geld weglekt bij de overheid of andere
instanties.
> Inflatie: Inflatie is een algehele stijging van het prijspeil. Het gevolg van inflatie is dat je
voor hetzelfde geld minder kunt kopen (geldontwaarding).
> Alternatieve kosten: Alternatieve kosten, ook wel opportuniteitskosten, zijn de kosten die
kunnen worden uitgedrukt als het verschil tussen de opbrengst van een genomen beslissing
en de opbrengst van het best mogelijke alternatief. Alternatieve kosten zijn dus niet altijd
werkelijk gemaakte kosten.
> Multiplier effect: Het multipliereffect is een verschijnsel dat bekend is in de macro-
economie en vooral wordt verbonden met de vraagtheorie van John Maynard Keynes. Het
effect wordt meestal veroorzaakt door een investering van een overheid. Het bestaat uit 3
lagen: direct, indirect en afgeleid.
> Input-output model: het input-output model is een simpele macro-economische
rekenmethode om verbanden tussen productie en een aantal economische verschijnselen te
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller rebeccavanwijnen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.05. You're not tied to anything after your purchase.