100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Gehele samenvatting orthopedagogiek & richtlijnen $10.87   Add to cart

Summary

Gehele samenvatting orthopedagogiek & richtlijnen

 34 views  2 purchases
  • Course
  • Institution

Dit document bevat een gehele samenvatting van het vak orthopedagogiek en richtlijnen. De stof is uitgewerkt per les. De stof is samengevat aan de hand van de lesstof die is gegeven op Inholland leerjaar 3.

Preview 4 out of 64  pages

  • January 9, 2023
  • 64
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting orthopedagogiek en richtlijnen

inhoudsopgave
Hoofdstuk 7 Gehechtheid en hechtingsstoornissen.............................................................2
Richtlijn Problematische gehechtheid H5 Preventie en interventie....................................10
Richtlijn Signaleren trauma gerelateerde problemen H2 normale en zorgwekkende reacties
op ingrijpende gebeurtenissen...........................................................................................14
Richtlijn Signaleren trauma gerelateerde problemen H3 signaleren van trauma
gerelateerde problemen.....................................................................................................14
Les 3 Scheiding en contextuele benadering..........................................................................15
Bolt Hoofdstuk 3.3.............................................................................................................15
Richtlijn Scheiding en Problemen van jeugdigen H1 Inleiding...........................................15
H2 Gevolgen van een ouderlijke scheiding voor jeugdigen................................................15
H3 Interventies voor jeugdigen en hun gescheiden ouders...............................................19
Weblecutres les 3.............................................................................................................. 24
Les 4 ASS en ADHD.............................................................................................................26
Rigter Hoofdstuk 8 Autismespectrumstoornissen..............................................................26
Rigter Hoofdstuk 11...........................................................................................................34
Les 5 Gedragsproblemen en lvb...........................................................................................35
Hoofdstuk 12 agressie en gedragsstoornissen..................................................................35
Jeugdigen en (jongvolwassenen) met een licht verstandelijke beperking Kenmerken en de
gevolgen voor diagnostiek en interventies blz. 5 tm 8........................................................47
blz. 12-19........................................................................................................................... 50
Richtlijn ernstige gedragsproblemen Hoofdstuk 1 Ernstige gedragsproblemen: definitie,
risicofactoren en diagnostiek.............................................................................................52
Hoofdstuk 2....................................................................................................................... 54
Hoofdstuk 3....................................................................................................................... 54
Les 6 Stemming en suïcidaliteit.............................................................................................55
H14 Stemming en stemmingsstoornissen..........................................................................55

,Samenvatting orthopedagogiek en richtlijnen
Les 2 Trauma en gehechtheid

Bestudeer hoofdstuk 7 uit Rigter (2022)
Bestudeer hoofdstuk 5 uit de richtlijn Problematische gehechtheid.
Bestudeer hoofdstuk 2 en 3 uit de richtlijn Signaleren van trauma gerelateerde problemen.




Handboek ontwikkelingspsychologie bij kinderen en jeugdigen
Hoofdstuk 7 Gehechtheid en hechtingsstoornissen
7.2 Normale ontwikkeling van gehechtheid
7.2.1 Kenmerken en functies van gehechtheid

Gehechtheidstheorie van kinderpsychiater Bowlby is een geaccepteerde theorie.

Gehechtheidsgedrag in de cirkel van veiligheid
Gehechtheid= een affectieve band die een persoon/dier tot stand brengt tussen zichzelf en een specifieke ander,
dit bindt hen over tijd en ruimte met elkaar.
Gehechtheidsgedrag= elke vorm van gedrag die ertoe bijdraagt dat iemand dichter bij komt of blijft van een
bekend ander persoon. Dit gedrag wordt het duidelijkst als iemand bang, moe of ziek is  de behoefte van
veiligheid wordt bevredigd door het geven van troost zorg en geruststelling.
Gehechtheidsgedrag kan dus geactiveerd worden door interne prikkels  ziekte/pijn. Maar ook door externe
prikkels  Enge, onbekende angstige of gevaarlijke situatie.

Secure base en safe haven
Veiligheid heeft het kind nodig om stress te kunnen reguleren en kent twee componenten van
gehechtheidsgedrag:
Secure base= Uitvalsbasis
Deze zorgt voor dat een kind een nieuwe onbekende en uitdagende situatie durft te gaan verkennen (exploreren).
Je ziet vaak dat bij een nieuwe situatie het kind achter de ouder schuilt en pas wanneer het wat gewend is, zelf
op ontdekking gaat.
De behoefte van een secure base, uit zich in fysiek contact: Op schoot zitten, aanklampen.

Kind heeft hoe jonger het is al moeite met tijdelijke scheidingen, bijvoorbeeld alleen in bed slapen.
Dit verandert later omdat het kind doorheeft dat het maar tijdelijk is.
Onverwachte scheidingen en verbale dreigingen (als je dit niet doet, zoek je het maar uit) worden als onveilig
gezien. Oogcontact/ uitwisselen van woorden en gebaren met de ouder is van belang om goed om te kunnen
gaan met stress.

Save haven= toevluchtsoord
Zorgt dat het kind bescherming ervaart in situaties van gevaar.
Kleine kinderen zoeken bescherming bij een sterker, ouder en bekend persoon.  binnen deze relatie zijn
kinderen in staat om overweldigende emoties te reguleren.
Het vertrouwen om terug te kunnen vallen op een safe haven is nodig om de wereld te kunnen ontdekken.

Gevoel van veiligheid is er als er een balans is tussen deze 2.
Onderzoekingsbevindingen
Bowlbys verklaring voor gehechtheidsgedrag is dat het de overlevingskans bevordert.
De vorm van hechting is afhankelijk van zowel cultuur als specifieke eigenschappen tussen de personen.

De gehechtheidsrelatie heeft 3 niveaus
Cummings et al. Constateerden dat voor een goede beoordeling van kwaliteit van de relatie, je niet alleen moet
kijken naar kind-kenmerken en opvoederskenmerken je ook moet kijken naar de kenmerken van de
opvoedingssituatie, zoals armoede, kwaliteit van de relatie van ouders en maatschappelijke omstandigheden.

Het interne werkmodel als vervoermiddel voor het doorgeven van mentale representaties.

7.2.2 gehechtheid voor de geboorte en in de eerste twee levensjaren
Hechtingsprocessen voor de geboorte
Na 6 maanden ontwikkelt de foetus vaardigheden die vooruitlopen op de hechtingsprocessen na de geboorte. 
Ze evalueren de chemie van de moeder, en de programmering van hun hersenen wordt mede beïnvloed door de

,stresshormonen bij de aanstaande moeder.  Het ongeboren kind kan al reageren op de angst van moeder en
maakt al onderdeel uit van de sfeer en interacties van het gezin.

Hechtingsprocessen direct na de geboorte
Als mens kennen we geen korte kritische periode van hechting. De eerste levensjaren zijn wel te zien als een
sensitieve periode. Gevoelig vanaf ongeveer 6 á 7 maanden (dit is de periode dat ze de hechtingsfiguren leren te
onderscheiden van andere volwassenen) tot ongeveer de 2e verjaardag.

Sociobiologische en evolutiepsychologische afweging
Mensen moeders zijn in staat hun kind te negeren en te doden, dit komt omdat we kunnen afwegen tussen de
investering en opbrengst van opvoeding. We stammen af van de tijd waarin voedsel soms schaars was, we
kunnen inschatten of het beschikbare voedsel genoeg is voor beide en zo niet de keuze maken om de baby te
doden of als vondeling neer te leggen.

Biologische voorprogrammering
Biologische voorprogrammering houdt in dat elke volwassene let op kenmerken die wijzen op een goede
gezondheid en levensvatbaarheid van de baby. Gezondheid van het kind wordt vooral afgelezen uit de juiste
grootte en gewicht.

Baby’s komen als dikkerdjes ter wereld, dit maakt de bevalling dus moeilijker. Het babyvet helpt de baby
overleven maar adverteert ook de gezondheid van de baby. Mensenmoeders kunnen door hun cognitieve
ontwikkeling dit los van elkaar zien, dit betekent dat premature baby’s of baby’s met lichamelijke afwijkingen wel
risico vormen van bereiken van gehechtheid maar dat dit niet gelijk bepaald is. De moeder stoot niet het kind af
omdat het er magertjes uit ziet.

Gehechtheid in de eerste levensmaanden
Het hechtingsproces is dus begonnen bij het bekijken van en accepteren van de baby. De eerste periode zal de
baby nog niet gehecht zijn aan de ouders, maar de ouders blijven in de buurt door het gedrag om de baby te
verzorgen lokgedrag/zorggedrag is namelijk voorgeprogrammeerd en dit loopt vrijwel automatisch.

Loksignalen
Loksignalen van baby’s:
- Huilen
- Zuigen
- Lachen
- Geluidjes maken
- Volgen met de ogen

Dit lokgedrag zenden baby’s uit om de ouders tot zorggedrag te bewegen.
Met zuigen en zogen wordt oxytocine geproduceerd  knuffelhormoon  maakt kind en moeder rustig.
Sociale glimlach  bewuste reactie op een sociaal signaal van een ander  ontstaat tussen de 6 en 10 weken.
Baby heeft direct voorkeur voor de menselijke stem boven elk ander geluid en van alle geluiden gaat de voorkeur
uit naar die van moeder. Zangerige langzame spraak met hoge tonen vinden baby’s prettig.

Na 3 maanden is de baby in staat te brabbelen en geluidjes te maken om moeder te lokken. Ook kan
vastklampen toenemen.

Automatische handelingen om het kind gerust te stellen
Baby heeft voorkeur linkertepel  heeft 9 maanden naar de hartslag van moeder geluisterd en hier is die het
beste te horen.
Baby’s zien de eerste weken het best op zo’n twintig cm afstand.

Matching
Matching= naar elkaar schikken in de eerste maanden
Waak, slaap voedingsritmen en troostproces van belang
Ook spelletjes tussen ouder en kind worden belangrijk en zorgen voor gedeelde aandacht en ouder en kind leren
op elkaar in te spelen.
Risicofactoren voor een mismatch= verschil in temperamenten

Attunement/afstemming= Als match lukt
Coconstructie: Er is een bevredigende relatie over en weer ontstaan als resultaat van wederzijdse inspanning.

Ouderkenmerken zijn het belangrijkst
Emotionele beschikbaarheid beïnvloedt de kwaliteit van ouder-kindrelatie.
Drie kenmerken die de kans op een veilige gehechtheid zo groot mogelijk maken:
1. Het gedrag moet sensitief zijn
2. Het gedrag moet responsief zijn

, 3. Er moet continuïteit en regelmaat in het gedrag zijn

Sensitiviteit van de ouder = het vermogen om ontvankelijk te zijn voor de signalen van het kind die een
lichamelijke of psychische behoefte uitdrukken.
Sensitieve opvoeder is accuraat in het interpreteren van de signalen van het kind.

Responsiviteit bij ouder= als ouder na het signaal en de oorzaak te hebben vastgesteld direct en juist reageert.

Baby’s/kinderen van een sensitieve ouder leren dat hun signalen reacties uitlokken en dat hun behoeften serieus
genomen worden. Ze leren dat ze de moeite waard zijn.
Hoe sensitiever de opvoeder, hoe groter de kans op veilige gehechtheid bij het kind.

Eenkennigheid
Eerste maanden nog niet eenkennig. Iedere vrouw kan het kind zogen, iedereen kan het kind troosten.  je kan
de zorg delen.
Maand of 3 begint het onderscheid te maken tussen volwassenen.

Gehechtheid na het eerste halfjaar: voorkeur voor specifieke volwassenen
Duidelijke gehechtheid aan specifieke personen begint tussen de 6 en 9 maanden. Rond de 1e verjaardag is de
gehechtheidsrelatie geheel ontwikkeld.
Scheidingsangst= angst voor vreemden en de angst om van ouders gescheiden te worden.  normaal gedrag
en een positief signaal dat de gehechtheidsrelatie zich ontwikkelt of tot stand gekomen is.
Zij zijn eenkennig geworden op de hoede als er een onbekend iemand is.
Er ontstaat wel een voorkeur in gehechtheidsfiguren.

7.2.3 Gehechtheid na het tweede jaar: toenemend belang van cognitieve vermogens
Lichamelijke nabijheid speelt tot de 3e verjaardag een rol, word daarna meer vervangen door praten en het
uitwisselen van blikken van verstandshouding.
- Vanaf 3 kan een kind zijn gehechtheidsgedrag onderdrukken en rekening houden met de wensen van de
gehechtheidspersoon.
- Vanaf 4 á 5 jaar zijn de cognitieve vermogens van het kind zo ver ontwikkeld dat het zich kan
verplaatsen in het perspectief van de gehechtheidspersoon.  als moeder bezig is met broertje dan kan
hij wachten tot het zijn beurt is.

- Lokgedrag veranderd  met het toenemen van de leeftijd kunnen nachten, denkbeeldige figuren en
nachtmerries angst en daarmee gehechtheidsgedrag uitlokken.

- Gehechtheidspersonen buiten de familiekring worden belangrijker, bijv. leerkracht

- Vriendjes tijdens de schooltijd worden van belang als gehechtheidspersonen

- Tijdens adolescentie losmaken van ouders


7.3 Indeling gehechtheid en hechtingsstoornissen
7.3.1 onderzoek en categorieën

Drie categorieën van Ainsworth
Psycholoog Ainsworth bedacht methode om bij kinderen van 1 tm 1,5 de gehechtheidsorganisatie vast te stellen
 vreemdesituatieprocedure

In deze test wordt het kind met 3 potentiële bronnen van stress geconfronteerd:
- Vreemde omgeving
- Verzorger die weggaat
- Contact met onbekende volwassene

Het meet de volgende dingen:
- De bereidheid van het kind om alleen of in aanwezigheid van andere individuen te exploreren in een
vreemde omgeving
- De reactie op de aanwezigheid van en de interactie met een onbekende
- De reacties van het kind op de herenigingen

Ainsworth lette vooral op 2 aspecten:
1- Balans tussen gehechtheidsgedrag en exploratie
2- De (emotionele) communicatie tussen kind en gehechtheidspersoon

De test onderscheid 4 verschillende typen van gehechtheid bij de kinderen (de 4e type kwam er later bij):

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller anitaspreen. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $10.87. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

78252 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$10.87  2x  sold
  • (0)
  Add to cart