Hoofdstuk 33/42 op de toets, behalve: converteerbare obligaties (blz 235), 42.3, 42.
PUNTENLIJSTJE
Voorcalculatie vraag berekenen:
- Standaardprijs
(Standaard)kostprijs van het product = de som van de toegestane/standaardkosten per product.
De standaardkosten zijn de kosten die de onderneming noodzakelijkerwijs moet waken als de
productie onder normale omstandigheden plaatsvindt.
Kostprijs per product berekenen = totale constante standaardkosten / normale productie + totale
variabele kosten / begrote productie.
Uurtarief berekenen = totale constante standaarduren / normale productie + totale variabele
uren / begrote productie.
- Verkoopprijs
Kostprijs + bedrag voor gewenste verkoopwinst per product = verkoopprijs. Deze is exclusief
omzetbelasting.
- Verkoopresultaat
Verwachte/begrote verkoopresultaat = verwachte afzet x (verkoopprijs excl. omzetbelasting –
kostprijs)
- Bezettingsresultaat
Er is alleen een bezettingsresultaat bij constante kosten en als B en N van elkaar afwijken.
Verwacht bezettingsresultaat = (B – N) x C/N (Begrote aantallen – Nominale aantallen x
Constante kosten / Nominale aantallen)
- Bedrijfsresultaat
Voorcalculatorisch bedrijfsresultaat = begrote verkoopresultaat +/- verwachte budgetresultaat
Deze methode geeft de onderneming meer informatie en is gelijk een analyse van het
bedrijfsresultaat. In de voorcalculatie kan het begrote budgetresultaat bestaan uit efficiency-,
prijs- en bezittingsresultaten. In de praktijk bestaat het begrote budgetresultaat meestal alleen uit
het begrote bezittingsresultaat.
of
Voorcalculatorisch bedrijfsresultaat = alle verwachte opbrengsten – alle verwachte kosten
Deze methode geeft de onderneming minder informatie over hoe het bedrag tot stand is
gekomen. Deze berekening is daarom de controleberekening.
Direct costing berekenen:
- Kostprijs
Integrale kostprijs = inclusief alle kosten
- Dekkingsbijdrage
bedrijfsresultaat
Begrote verkoopprijs per
prodcuct
Toegestane variabele kosten per
product
---
= dekkingsbijdrage per product
, - Bedrijfsresultaat
bedrijfsresultaat
Totale dekkingsbijdrage
Begrote afzet x dekkingsbijdrage
per product
---
= begroot bedrijfsresultaat
Theorie:
- Balanced score card 38.1 prestatie-indicatoren
- KPI 38.1 prestatie-indicatoren
- Kritisch succes factor
= kwalitatieve omschrijvingen van onderdelen van de onderneming waarin de onderneming moet
uitblinken om succesvol te zijn.
- Goodwill
Goodwill is een bedrag dat je bij het overnemen van een onderneming extra moet betalen boven
de waarde die de balans van die onderneming aangeeft. Activa – schulden = waarde balans.
Goodwill is een vergoeding voor de goede reputatie van de onderneming waardoor zij een vaste
klantenkring heeft. Goodwill mag je alleen activeren als je deze goodwill aan derde hebt betaald.
Goodwill wordt afgeschreven over de economische levensduur.
- Effecten
Effecten worden tot de financiële vaste activa gerekend als een onderneming de effecten langer
dan een jaar in bezit wil houden. Gaat het om de aankoop van effecten om tijdelijk (korter dan
een jaar) overtollige geldmiddelen te beleggen, dan rekenen we de effecten tot de vlottende
activa. Als de effecten snel + zonder koersverlies om te zetten zijn in liquide middelen, dan
worden ze gerekend tot liquide middelen.
41.2 voorzieningen berekenen
Balans mutaties
Liquiditeitsbegroting en resultaatbegroting
, HOOFDSTUK 32 KOSTEN EN RESULTATEN BIJ DIENSTVERLENING
32.1 KOSTENBEREKENINGEN
Bij kostenberekeningen gaat het om de manier van toerekenen van de kosten aan producten (ook diensten).
Sommige dienstverlenende ondernemingen leveren 1 soort product, sommige overwegend verschillende
producten.
Ondanks de verschillen -> systeem kosten berekenen overwegend identiek. We maken een schatting van de
verwachte/begrote kosten = voorcalculatie. Als een product gereed is -> belangrijk om werkelijke kosten te
kennen = nacalculatie. De voorcalculatie is gebaseerd op schattingen, bij de nacalculatie ontdekt de
ondernemer welke schattingen verkeerd waren d.m.v. een verschillenanalyse kan hij achterhalen waar de
afwijking is ontstaan en maatregelen nemen om volgende afwijkingen te voorkomen.
In de voorcalculatie berekenen we de (standaard)kostprijs van het product = de som van de
toegestane/standaardkosten per product.
De standaardkosten zijn de kosten die de onderneming noodzakelijkerwijs moet waken als de productie onder
normale omstandigheden plaatsvindt.
Kostprijs per product berekenen = totale constante standaardkosten / normale productie + totale variabele
kosten / begrote productie.
Uurtarief berekenen = totale constante standaarduren / normale productie + totale variabele uren / begrote
productie.
Je kunt de constante kosten per product ook berekenen als een (opslag)percentage van de variabele kosten
per product. Om de toegestane totale kosten te berekenen leg je dan een opslag voor dekking van de
constante kosten op de variabele kosten. Deze methode kan je gebruiken als
Begrote aantal producten niet bekend
Wel gegevens over de normale samenstelling van de totale kosten
Als we in de kostprijs de dekking voor de opslag van de constante kosten berekenen als een percentage van de
variabele kosten, stijgt deze opslag als de prijzen van de variabele kosten hoger worden, terwijl de constante
kosten niet toenemen. Dit nadeel kunnen we voorkomen door de opslag te bereken over bijvoorbeeld het
materiaalverbruik in hoeveelheden/aantal variabele manuren. Er wordt dan gewerkt met een opslag per
variabele kg/uur.
32.2 EFFICIENCYRESULTATEN & 32.3 PRIJSRESULTAAT
De standaardnormen voor de variabele kosten wordt vastgesteld in de voorcalculatie (voor de periode is
begonnen). Na afloop worden deze productienormen gecontroleerd = nacalculatie. Er zijn bij variabele kosten
verschillende resultaten nodig: een resultaat omdat er meer of minder
Van een productiemiddel is verbruikt dan toegestaan = efficiencyresultaat
= (sh – wh) x sp
sh = standaard-/toegestane hoeveelheid
wh = werkelijke hoeveelheid
sp = standaard-/toegestane prijs
sh > wh = voordelig resultaat
sh < wh = nadelig resultaat
Voor een productiemiddel is betaald dan toegestaan = prijsresultaat
= (sp – wp) x wh
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller RomyvdD. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.88. You're not tied to anything after your purchase.