1. Absorbantie De absorbantie is recht evenredig met de concentratie
van de licht-absorberende verbinding waarvan de con-
centratie bepaald moet worden, volgens de wet van Lam-
bert-Beer
2. Adsorptie Scheidingsmethode die gebruikmaakt van een adsorp-
tiemiddel.
3. Celdebris Afbraakmateriaal van gelyseerde cellen
4. Cellysaat Mengsel dat verschillende celcomponenten bevat na lyse
van de cel
5. chaotroop agens Een chaotroop middel is een stof die niet-covalente
bindingen (H-bruggen, van der Waals krachten en hydro-
fobe interacties) destabiliseert waardoor de entropie in
een biologisch systeem verhoogt.
6. Eluaat Oplossing bekomen na elueren (losmaken) van het DNA
van de silicakolom.
7. Enzymin- Stoffen die de werking van een enzym inhiberen (rem-
hibitoren men).
8. Fenol/chloro- Organische methode voor de lyse van cellen.
formextractie
9. Flow through Oplossing die na centrifugatie door de kolom gelopen is.
10. GuSCN Guanidiniumisothiocyanaat. Chaotroop agens.
11. Hydrofoob effect Het hydrofoob effect is de neiging van niet-polaire stoffen
om te aggregeren in een waterige oplossing en watermol-
eculen uit te sluiten.
12. Isopropanolpre- Methode om een DNA-oplossing geconcentreerder te
cipitatie maken door het precipiteren (neerslaan) van het DNA
uit de oplossing en het heroplossen van het DNA in een
kleiner volume.
1/9
,13. Kolomchro- Boom-'extractie' is een bepaalde uitvoeringsvorm van
matografie chromatografie waarbij de kolomvulling het scheid-
ingsmiddel is en het scheidingsprincipe afhankelijk is van
de gebruikte kolomvulling en het loopmiddel
14. Lysozyme Lysozymen, ook wel muramidasen genoemd, zijn enzy-
men die de wand van een bacterie aanvallen
15. Membraanperme- Doorlaatbaarheid van de celmembraan
abiliteit
16. Proteïnase K Is een breed-spectrum serine protease, vaak gebruikt
in de moleculaire biologie om eiwitten te verteren en
verontreinigingen uit preparaten van nucleïnezuur te ver-
wijderen
17. SDS Sodiumdodecylsulfaat: detergent dat de celmembraan
kan openbreken.
18. Short spin Korte centrifugatie
19. Soniceren Bij sonicatie (ook wel ultrasoontechniek genoemd) wor-
den ultrasone trillingen gebruikt om cellen open te
breken.
20. Denaturatie Het proces waarbij een eiwit zijn structuur verliest.
21. Denaturatie DNA Bekomen van twee enkelstrengen
22. Renaturatie Wanneer de oplossing wordt afgekoeld zullen de com-
plementaire strengen zich weer samenvoegen tot een
dubbelstrengse helixstructuur
23. Hybridisatie Wanneer de oplossing wordt afgekoeld zullen de com-
plementaire strengen van verschillende oorsprongen zich
samenvoegen tot een dubbelstrengse helixstructuur
24. Smelttemperatu- Temperatuur waarbij even veel ss als ds DNA aanwezig
ur ds DNA
2/9
,25. PCR polymerase chain reaction
26. Primer kort stukje enkelstrengig DNA gebruikt als startpunt voor
DNA-synthese
27. Principe PCR Snel exponentieel vermeerderen van een DNA-fragment
28. Mastermix alle PCR-componenten zonder DNA-template
29. PCR-mix alle PCR-componenten
30. DNA/PCR-conta- Overdracht van DNA of PCR componenten naar een
minatie ander epje
31. Negatieve cont- Controle die geen template DNA bevat en waarvan je
role weet dat het staal negatief moet zijn voor de eigenschap
of biomerker die je test
32. Isolatiecontrole Extra epje in de isolatieprocedure waaraan je geen staal
toevoegt
33. No template con- mastermix waaraan je geen template DNA toevoegt
trole
34. positieve cont- controle van het monster waarin het te amplificeren target
role aanwezig is
35. interne controle Controleren of de PCR technisch goed is verlopen
36. dNTPs desoxyribonucleotiden
37. polymerase enzym dat lange ketens/polymeren van AZ of nucleotiden
synthetiseert
38. VWR Taq DNA thermostabiel recombinant DNA-polymerase met zeer
polymerase hoge activiteit in het primer-enzym
39. agarosegelelek- scheiding van (korte) PCR-fragmenten o.b.v. grootte want
troforese lading per nucleotide is identiek
40. hoeveel baseparen gescheiden kunnen worden
3/9
, scheidend ver-
mogen
41. resolutie verschil in lengte tussen twee fragmenten dat goed van
elkaar gescheiden kan worden
42. DNA-ladder moleculaire ladder
basenpaarladder
43. levend organ- iets dat stofwisseling/metabolisme en informatieover-
isme dracht bevat
44. metabolisme vermogen om door middel van chemische reacties stoffen
om te vormen
45. informatieover- vermogen om informatie door te geven aan volgende
dracht generaties
46. DNA herhalend dubbelstrengige polymeer van nucleotiden dat
genetische informatie in cellen opslaat
47. RNA herhalend enkelstrengig polymeer van nucleotiden dat
genetische informatie in cellen opslaat
48. farmacogenetica vakgebied dat bestudeert hoe mensen reageren op
bepaalde geneesmiddelen obv. genoom en variaties
49. epigenetica veroudering bestuderen
50. chromosoom bevatten het DNA (en genen) van de cel
51. gen regio die een afzonderlijke erfelijke eigenschap regelt,
meestal een specifiek product zoals een eiwit
52. genexpressie proces waarbij informatie in een gen tot expressie komt
doordat het gen afgelezen wordt en RNA en eiwitten
worden gemaakt
53. transcriptie overschrijven van DNA in mRNA
4/9
,54. translatie vertalen van mRNA in eiwit
55. differentiatie proces waarbij iets zich in verschillende richtingen on-
twikkelt; specialisatie cellen om daarna om te vormen tot
gedifferentieerde cellen in een gespecialiseerd weefsel
56. fenotypische genotype van twee individuen kan het zelfde zijn, maar
plasticiteit het fenotype verschilt onder invloed van de omgeving
57. compartimental- de componenten van cellen zijn ruimtelijk georganiseerd
isatie in regio's om functies en regulering te vergemakkelijken
58. nulmutaties of mutaties die de functie van een gen volledig elimineren
verliesmutaties
59. basensubstitu- aanpassing in codon
ties
60. missense mu- mutatie waarbij door verandering van nucleotide het
tatie nieuwe codon codeert voor een ander aminozuur
61. nonsense mu- mutatie waarbij door verandering van nucleotide het
tatie nieuwe codon codeert voor een stopcodon
62. silent mutatie mutatie waarbij er verandering is van nucleotide maar niet
van codon
63. puntmutatie kleinschalige verandering door 1 of enkele nucleotide
64. deletie 1 of enkele nucleotiden weg
65. insertie 1 of enkele nucleotiden bij
66. monogene mu- mutaties die tot ziekte leidt door gevolg van verandering
tatie in 1 enkel gen
67. polygene mu- mutaties die tot ziekte leidt door gevolg van verandering
tatie in verschillende genen
68. orthologe genen
5/9
, homologe genen die gedivergeerd zijn nadat twee ver-
schillende soorten ontstaan zijn
69. paraloge genen homologe genen die binnen één soort verschillend
geëvolueerd zijn
70. metagenomics de studie van alle genen in een cel
71. transcriptomics de studie van alle in een cel getranscribeerde genen
72. epigenomics de studie van de volledige reeks epigenetische modifi-
caties op het genetisch materiaal van een cel, bekend als
het epigenoom
73. metabolomics de analyse van alle metabole reacties die op een bepaald
moment gebeuren in een cel
74. lipidomics de studie van alle lipiden in een cel
75. ionomics de studie van alle ionen in een cel
76. coding strand coderende, sense, non-template en plus streng
77. template strand template, antisense, non-coding en min streng
78. RNA splicing een verandering van genetische informatie na transcriptie
79. alternatieve Het vormen van verschillende mRNA-moleculen uit één
splicing pre-mRNA-molecuul.
80. Polysomen/Polyribgorostoemce
ytnoplasmatische complexen opgebouwd uit
meerdere ribosomen
81. operon set van genen die functioneel samen horen, samen
overgeschreven als mRNA en samen vertaald naar ei-
wit(ten)
82. Lac-operon Operen met alle genen nodig voor disacharide af te
breken
83. attenuatie fijnregeling na initiatie van transcriptie
6/9
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mltmdk. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.72. You're not tied to anything after your purchase.