Schematische samenvatting van probleem 1,2 en 3 en hoorcollege 1,2 en 3.
Inclusief duidelijke voorbeelden en alle voorbeelden uit de hoorcolleges uitgewerkt.
Ook wordt de casus per probleem opgelost.
Welke rechtsvormen zijn VPB plichtig?
Art 1 VPB VPB wordt geheven van lichamen genoemd in artikel 2 en 3 VPB
> Gemeenschappelijk kenmerk van deze lichamen: resultaat komt aan lichaam toe en niet
rechtstreeks aan deelgerechtigden.
Algemeen> Of, en zo ja, voor welke winstbestanddelen een lichaam in de VPB wordt betrokken, hangt af van
plaats van de plaats van vestiging van een lichaam:
vestiging Art 2 VPB binnenlandse Art 3 VPB buitenlandse belastingplichtigen
belastingplichtigen = niet in Nederland gevestigde lichamen en niet naar
= in Nederland gevestigde lichamen, Nederlands recht opgericht,
zijn (in beginsel) voor hun winst, waar ook wordt slechts VPB geheven indien die lichamen
ter wereld genoten, belast>wereldwinst Nederlands inkomen genieten.
Het onderscheid tussen binnen- en buitenlandse belastingplichtigen hangt samen met de
beginselen waarmee Nederland zijn belastingsoevereiniteit afbakent:
- Het domiciliebeginsel geeft een -Het situs- of bronbeginsel vormt de grondslag om
aanknopingsfactor om van in Nederland niet in Nederland gevestigde – naar vreemd recht
gevestigde lichamen belasting te heffen. opgerichte – lichamen voor voordelen uit
(Art. 4 AWR) Nederlandse bronnen te belasten (Art. 4 AWR)
- Bovendien past de VPB het
nationaliteitsbeginsel toe door voor naar
Nederlands recht opgerichte lichamen te
bepalen dat zij steeds in Nederland zijn
gevestigd (art. 2, lid 4, Wet VPB).
spelen dus 2 bepalingen een belangrijke rol: art. 4, lid 1, AWR en art. 2, lid 4, Wet VPB
HOOFDREGEL FICTIE
Art. 4 AWR Art. 2, lid 4, Wet VPB
bepaalt dat waar een lichaam gevestigd is, Voor het geval de oprichting van een lichaam naar
naar de omstandigheden beoordeeld moet Nederlands recht heeft plaatsgehad, bepaalt art
worden. Als doorslaggevende dat het lichaam voor de toepassing van de meeste
omstandigheid, blijkt uit jurisprudentie, bepalingen van de Wet VPB steeds geacht wordt
geldt de plaats waar het lichaam zijn in Nederland gevestigd te zijn. Dit in afwijking van
feitelijke leiding heeft. Ook andere art. 4 AWR.
omstandigheden kunnen van belang zijn. Zij
spelen echter een ondergeschikte rol. DUS wordt als binnenlandse belastingplichtige (in
beginsel) voor haar wereldwinst in de VPB
In uitzonderingsgevallen wordt bij de betrokken.
bepaling van de vestigingsplaats van een MAAR art. 2, lid 4, Wet VPB werkt niet voor alle
lichaam het bestuur van een lichaam niet bepalingen van de VPB. Een uitzondering is
gemaakt voor bepalingen betreffende de
, toegerekend aan het formeel bevoegde deelnemingsvrijstelling en
bestuur, maar aan een andere persoon. deelnemingsverrekening, de (geruisloze)
juridische splitsing en fusie, en de fiscale eenheid.
volgens jurisprudentie kijken naar waar Voor deze bepalingen geldt dat een naar
vergaderd het bestuur: Nederlands recht opgericht lichaam alleen in
Voorbeeld uitspraak: ging om een lichaam Nederland is gevestigd indien de feitelijke
opgericht naar Antilliaans recht maar de vestigingsplaats in Nederland is gelegen= 4 AWR
belangrijkste beslissingen van het bestuur achtergrond: zodat niet te gemakkelijk deze
werden in NL genomen dus op papier in voordelen kan krijgen/ deze bepalingen van
Antillen maar in werkelijkheid gebeurde de toepassing.
belangrijke dingen in NL dus dat lichaam is
in NL gevestigd op grond van de feitelijke voor alle duidelijkheid: art. 2, lid 4, Wet VPB heeft
vestigingsplaats geen betekenis voor naar vreemd recht opgerichte
lichamen. Voor deze lichamen geldt dus alleen
art. 4 AWR.
Bij conflict: verdragen ter voorkoming dubbele belastingheffing
dan meestal bij feitelijke vestigingsplaats vestigen. Dit geld dan alleen voor toepassing van het
belastingverdrag ! bijvoorbeeld VN naar NL recht opgericht maar in London bestuurt dan blijft de
VN binnenlandsbelasting plichtig voor de VPB maar hoeft geen VPB te betalen in NL maar in
London betalen door de verdragstoepassing= beperkt binnenlands belastingplichtig
Binnenlands tweedeling voor binnenlands belastingplichtige
belastingplichtige lichamen die ongeacht hun activiteiten op lichamen die zijn belast op grond van het
grond van hun rechtsvorm zijn belast hebben van een bepaalde rechtsvorm en het
de lichamen genoemd onder art. 2, lid 1, drijven van een onderneming.
sub a, b, c, d en f, Wet VPB. de lichamen genoemd in art. 2, lid 1,
onderdeel e en g, Wet VPB.
worden voor hun gehele resultaat in de slechts belastingplichtig indien zij feitelijk
VPB betrokken. een onderneming drijven als bedoeld in
>Bij deze lichamen hoeft dus geen art. 2, lid 1, sub e en art. 4 Wet VPB, of art. 2,
ondernemings- en niet-ondernemingsdeel lid 3, Wet VPB. Bij aanwezigheid van een
te worden onderscheiden. onderneming als bedoeld in deze bepalingen,
strekt de belastingplicht zich niet verder uit
Vermogensetikettering >Art. 2, lid 5 Vpb dan tot die ondernemingen.
Fictie: gehele vermogen is ondernemings- >moet dus onderscheid worden gemaakt
vermogen tussen een belaste ondernemingssfeer en een
>Geacht met hun hele vermogen een onbelaste niet-ondernemingssfeer.
onderneming te drijven. Alles wat zij doen
zijn ondernemingsactiviteiten. Vermogensetikettering> gelden dezelfde
regels als bij IB dus deel verplicht OV , verplicht
PV en keuzevermogen
Bijzonder vermogensetikettering: Culturele instellingen, art. 2 lid 9 Vpb
>Culturele instellingen (art. 5b lid 4 AWR) kunnen ervoor kiezen een onderneming te drijven met
hun gehele vermogen.
>Vooral als je verlies hebt fijn keuze geld voor 10 jaar
Art. 2 VPB
Binnenlands belastingplichtige
a. NV, BV, open-CV, andere vennootschappen op aandelen
b. Coöperatie
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller habbocodes. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.13. You're not tied to anything after your purchase.