100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Geschiedenis van het Europese Goederenrecht - samenvatting collegestof $8.61   Add to cart

Class notes

Geschiedenis van het Europese Goederenrecht - samenvatting collegestof

 48 views  4 purchases
  • Course
  • Institution

Dit is een samenvatting van alle hoorcollege's gegeven door professor Koops + wat toevoegingen uit de werkgroep. Gemarkeerd in verschillende kleuren zodat het makkelijk terug te vinden is over welk rechtsgebied je het hebt.

Preview 3 out of 28  pages

  • January 10, 2023
  • 28
  • 2022/2023
  • Class notes
  • Professor koops
  • All classes
avatar-seller
Geschiedenis van het Europese Goederenrecht
Hoorcollege’s

Je hebt het Romeins recht aan de ene kant en het Engelse Common Law aan de andere
kant.
- Civil law: recht is niet de abstractie kan rechterlijke uitspraken maar is een
samenhangend geheel van regels uitgevaardigd door de overheid met een exclusieve
werking en dus een wetboek.

Zakelijke en persoonlijke rechtsvorderingen
- Zakelijk: een vordering die je kan instellen tegenover iedereen die over je zaak
instelt.
o Je achtervolgt de zaak, niet de persoon.
o Het is dus een vordering van de rechthebbende tegen de machthebber,
strekkende tot afgifte van de zaak volgens art. 5:2 BW
- Persoonlijk: vordering die je kan instellen tegen persoon waarmee je verbintenis
hebt.
o Als opvolger onder bijzondere titel ben je een derde en kan je dus niks doen
tegen het contract. Alleen als verkrijger onder algemene titel kan je wat doen
tegen het contract.
Art. 3:84 BW geldt altijd; je hebt geen fundamentele splitsing tussen roerende en
onroerende zaken.
Dit is dus een scherp onderscheid in het Romeinse recht tussen eigendom en bezit.
 In het common law zeggen ze dat eigendom en bezit een beetje hetzelfde is: door
diefstal is je vermogen niet veranderd, want je verliest bezit van je fiets, maar niet
het eigendom. Eigenlijk is het vermogen gegroeid, want je kan een vordering
instellen uit OD en die kon je eerst niet instellen.
 Het common law zegt dat als je een zaak kwijt bent, dan heb je niet
noodzakelijkerwijs een vordering. Je kan wel een vordering instellen uit OD
 Common law zegt dat eigendom en bezit een beetje in elkaar overvloeit.
Het romeinse recht maakt onderscheid tussen goederenrecht en vermogensrecht  summa
divisio van het vermogensrecht.
Summa divisio:
1. Verbintenissenrecht
o Een recht tegen en persoon
o Werking tussen partijen
o Autonomie
o Billijkheid
2. Goederenrecht
o Een recht op een goed
o Werking jegens allen
o Publiciteit: derden kunnen kennisnemen van goederenrechtelijke posities van
degene die het recht tegen iedereen kan uitoefenen.
o Voorspelbaarheid
Bij eigendomsoverdracht komen de 2 gebieden bij elkaar.

,In het romeinse goederenrecht staat het eigendom centraal; het is een absoluut recht. Het
Engelse common law stelt niet het eigendom centraal, maar wie het beste recht op bezit
heeft.
 Voor bezit is een bepaalde feitelijke heerschappij voldoende; of iemand dit voor
zichzelf of voor iemand anders doet is niet heel belangrijk, want in beide gevallen ben
je bezitter.
 Zo krijgt de eigenaar van een zaak de zaak van een dief terug, omdat hij beter recht
op bezit heeft dan de dief.

Het romeins eigendomsbegrip
 Eigendom is universeel; revindicatie ongeacht het object
o Verjaringstermijn van revindicatie begint op het moment dat je bezit verliest.
 Eigendom is absoluut: eigenaar kan bezwaren en vervreemden onafhankelijk van
rechten van derden.
o Eigenaar is absoluut beschikkingsbevoegd; heeft mogelijkheid om zijn recht
over de hele wereld over te dragen aan iemand anders.
o Het maakt niet uit wat je hebt afgesproken, verbintenisrechtelijk, over een
goed, goederenrechtelijk kan je een goed nogmaals verkopen, ook al heb je
met iemand anders iets anders afgesproken.
o Rechten van derden doen dus niks af aan beschikkingsbevoegdheid
 Eigendom is niet gebonden aan tijd
o Uitvloeisel van het absolute karakter van het eigendomsrecht is, dat het niet
is gebonden aan tijd: eigendom valt na verloopt van tijd niet automatisch
terig.
 In het Engels recht is dat juist niet: je bent niet eigenaar van een land,
maar je hebt een estate in the land = het gaat om de status t.a.v. de
grond  je hebt een estate die bv voor 10 jaar geldig is.
 Een estate kan ook voor het leven gebonden zijn (bij ons kan
dit niet).
 Wel art. 3:85 BW: je kan wel afspraken maken over een
verbintenis van een bepaalde tijd, maar eigendom van
bepaalde tijd kan niet.
o Andere zakelijke rechten dan eigendom kunnen wel aan de factor tijd worden
gebonden.
o RETRO EIGENDOMSOVERDRACHT: na verstrijken van tijd ontstaat een
verplichting om iets in eigendom terug te overdragen.
 Eigendom is iets anders dan bezit: recht hebben is iets anders dan macht hebben.
Het is een gesloten stelsel = numerus clausus
Ons eigendomsbegrip heeft al deze onderdelen ook.
Eigendom wordt beschermd door revindicatie
 Dit is anders dan in Engeland.

Beperkt eigendomsrecht: recht op andermans zaak: jij bent eigenaar, maar ik heb ook een
recht die ik kan instellen tegen de rest van de wereld.
 Een beperkt gerechtigde kan zijn recht uitoefenen alsof er geen faillissement is.

, Eigendomsbegrip van het leenrecht
 In de middeleeuwen werd iets ontwikkeld dat in tegenstelling komt tot het Romeinse
eigendomsrecht, namelijk erfrecht.
 Er zijn 2 partijen: leenheer en leenman
 Als je je grond overdraagt aan de leenheer dan word je beschermd door de leenheer
en zijn leenmannen.
o De eigendom van het grond zit bij de leenheer, de leenman krijgt gebruik van
de grond.
 De leenman krijgt hier seisin = exclusief gebruiksecht van het grond
o Dit gebeurt door eed van trouw te zweren in de handen van de leenheer.
o Je krijgt een feodale piramide: aan de top zit 1 iemand die alle land in
eigendom heeft, maar dit in leen heeft gegeven aan anderen die dit weer
hebben uitgeleend aan anderen.
o Bij het leenrecht is sprake van eigendomsoverdracht. Bij erfpacht is er GEEN
sprake van eigendomsoverdracht: de erfpachtgever geeft aan de
erfpachtnemer het recht om dat stuk grond te gebruiken en de
erfpachtnemer betaalt dan een afgesproken som aan de erfpachtgever.
 Verplichtingen: leenman moet meevechten in het leger van de leenheer, maar ook
andere verplichtingen, zoals dat je een koe moet geven als bv de oudste dochter van
leenheer gaat trouwen. Je moet wel hand en spandiensten verrichten: je bent
verplicht mee te vechten.
o Leenman moet iets van erkenning geven aan de heer, in ruil daarvoor krijgt hij
gebruiksrecht van de grond.
 Deze leenrechtelijke verhouding is in beginsel een contractuele verhouding: speelt
tussen 2 partijen.
 Sperenleen: leenheer kan naar een vrouw overerven
Zwaardleen: leenheer kan alleen naar een man overerven.
o Staat meestal niet in overeenkomst, maar is gewoonterecht.
 Zonder toestemming van de leenheer kon je je leen niet overdragen.
o In het Romeinse recht geldt zo’n 3 partijen overeenkomst een novatie.
 Substitutie = de leenman gaat zelf ook leenmannen in dienst nemen en gaat zo een
beetje een leenheer spelen  alleen mogelijk met toestemming van leenheer.
o Hierbij treed je als het ware in de plaats van de voorganger  dezelfde
bedingen die golden, gelden nu bij de nieuwe leenman.
Subinfreudatie (onderbelening) = soort onderhuurconstructie  mogelijk zonder
toestemming van leenheer na 1290.
o Risico: leenheer krijgt een onbekende leenman. De leenman kan weigeren om
hand en spandiensten te verrichten, etc. er kan dus voorkomen dat er geen
tegenprestatie is  leenheer wil dit voorkomen dus hij zei dat je gewoon aan
een derde kan overdragen,
 Leenrecht is afgeschaft als vrucht van de Franse revolutie: grond moest vrij zijn van
iedere feodale verhouding.
o In de common law was dat niet zo, want de Franse revolutie is hier nooit
aangekomen!!
Hoofdlijnen:

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Maja114. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.61. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

73243 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.61  4x  sold
  • (0)
  Add to cart