Technologie en Innovatiemanagement (E_BK2_TIMA)
All documents for this subject (3)
Seller
Follow
Isabelav
Reviews received
Content preview
HOORCOLLEGE 1: SOORTEN INNOVATIE
Innoveren = het proces van het omzetten van een uitvinding of een creatief idee in iets dat
commercieel gezien bruikbaar en waardevol is.
--> vernieuwing moet nuttig zijn, uitvinding moet toepasbaar zijn en creativiteit moet origineel zijn.
- Bedrijven innoveren om producten, diensten en processen te kunnen verbeteren, daarmee
concurrentievoordeel te creëren ten behoeve van hun overlevingsvermogen.
- Innovaties zijn meestal gebaseerd op één of meerdere technologieën
Innovatiemanagement = leidinggeven aan innovatieprocessen binnen een organisatie. Taken:
waarborgen van een goede voortgang en van continue stroom van innovaties.
Innovatievermogen = mate waarin een organisatie erin slaagt regelmatig betere producten en betere
werkwijzen te bedenken, te ontwikkelen en op de markt te brengen.
Recombinatie = het op een nieuwe manier combineren van bestaande succesvolle dingen.
Er is vaak angst voor verandering. Innovatie wordt dan ook soms creatieve destructie genoemd =
moeilijk en pijnlijk proces van afstand doen van het oude.
Ook in er vaak ‘geen tijd’ voor innovatie, want innoveren kost veel middelen. En dit verlaagt je
efficiëntie, je uiteindelijke winst, minder korte termijn succes etc.
2 vormen van innovatie
Exploiteren = experimenteren, zoeken, risico nemen, ontdekken, buiten de grenzen, testen, nieuwe
kennis nodig etc.
Exploiteren = verfijnen, verbeteren, kiezen, produceren, selecteren, uitvoeren en efficiënte.
Elke organisatie moet beide vormen doen = ambidexterity.
Innovatieruimte heeft drie dimensies: product markt en process.
* Je kan een combinatie van de soorten innovaties.
* het perspectief dat je neemt, is ook van belang. Zoals de klant en aanbieder.
Mate van vernieuwing en risico
Klein blokje = risico is niet al te groot
Grotere kubus = meer risico en vernieuwing
,1. Productinnovatie
= andere goederen of diensten aanbieden. De innovatie kan het kernproduct veranderen of het
aanvullende element.
3 mogelijkheden
1. Goedkoper product (hetzelfde product)
- vb. winstmarge verlagen, uitbesteden of procesinnovatie om kosten te verlagen.
2. Verbeterd product (dezelfde behoeften)
- afnemers/kanten moeten de verbetering ervaren, anders telt het niet als productinnovatie.
3. Radicaal nieuw product (andere behoeften)
Verschil product en services
Products Services
- goods are durable - are co-produced by consumer
- are often tangible - are perishable
- their ownership can be exchanged - are intangible
- are produced and consumed simultaneously
- are heterogeneous = service leveren is elke
keer anders
* Hellofresh = zit er tussen in
* Opname videoclip = product
2. Marktinnovaties
= richten op een nieuwe doelgroep.
3 mogelijkheden
1. Nieuwe doelgroep: elektrische fiets voor 65+
- bv. marketingcommunicatie aanpassen.
2. Segment (binnen huidige doelgroep): nieuwe elektrische fietsen voor jongere mensen
3. Vergelijkbare doelgroep in ander gebied
3. Procesinnovatie
= op een andere manier producten voortbrengen.
3 mogelijkheden
1. Lagere kosten
- bv. naar lage loonlanden, hoe meer producten je maakt hoe meer je leert (leercurve), efficiënter.
2. Sneller reageren
- vb. platforms als bol.com
3. hogere kwaliteit
- six sigma systeem = doelbewust fouten grondig analyseren tot je bij de kern komt, zoals hoe komt
dat… Als ze antwoorden hebben, passen ze hun proces aan en verhogen ze kwaliteit.
Bedrijfsmodel
= geeft weer hoe een bedrijf iets doet en bestaat uit drie elementen: waarde creëren, leveren van
waarde en het veiligstellen van waarde.
Succesvolle bedrijfsinnovatie hangt o.a. af van de technologische trend implementatie.
Vb. personalisatie, prijs gebaseerd op gebruik, gesloten krinloop (circulair) en delen van bezittingen.
* Circulaire economie = hergebruiken, geen verspilling en afval.
,De productlevenscyclus
De levenscyclus van een product is verbonden aan het soort innovatie. Dus de innovaties zijn niet
onafhankelijk van elkaar.
1e beginfase: productinnovatie
2e fase: productinnovatie gericht op productverbetering
3e fase: nieuwe productvarianten voor nieuwe segmenten
4e volwassenfase: procesinnovatie.
Naarmate het product volwassener is, zie je dat er steeds minder wordt geïnvesteerd in product
innovatie en juist meer in process innovatie. Om standaardisatie en kostenbesparing belangrijker
worden.
Bij diensten is de onderlinge samenhang tussen de innovatiedimensies nog sterker, want vaak vallen
het product en het proces samen, als bij de kapper.
Soorten innovaties
1. Mate van verandering: incrementeel vs. radicaal
Incrementeel/continu = stapsgewijze verandering, kleine verandering ten opzichte van wat al
bestaat, bouwt voor op bestaande kennis en bronnen, exploiteren.
Radicaal/discontinue = grote verandering, wijkt sterk af, vereist nieuwe kennis en bronnen, nieuwe
markt of nieuw segment, exploreren.
- iPad
* welk het is, is vaak subjectief, maar kan ook objectief bepaalt worden: patenten en nieuwe
technologie.
, 2. Bron verandering: markt gedreven vs. technologie gedreven
Marktgedreven = klanten vormen de bron van innovatie, pull, reactief, speelt in op expliciete
behoeftes, vaak succesvol, vaak incrementeel.
Technologiegedreven = een veelbelovende technologie is bron van innovatie, push, proactief, speelt
in op latente behoeftes, risicovol, vaak radicaal.
3. Reikwijdte verandering: autonoom vs. systeem
Autonoom/modulair/stand-alone = kunnen door een bedrijf zelf worden ontwikkeld, los van
aanbieders van complementaire producten. Of kan worden toegepast zonder aanpassingen aan het
grotere systeem waar het product of proces deel van uitmaakt.
Systeem = bedrijf heeft hulp nodig van andere marktpartijen of kan alleen worden toegepast als
aanpassingen worden gemaakt aan het grotere systeem waar het product of proces deel van
uitmaakt.
- vb. Philips koffiezetapparaat en Douwe Egberts koffiepads.
- je kan alleen te werk gaan of samenwerken met complementaire partners of concurrerende
partners.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Isabelav. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.23. You're not tied to anything after your purchase.