100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Alles wat je moet herhalen $7.76   Add to cart

Summary

Samenvatting Alles wat je moet herhalen

 1 view  0 purchase
  • Course
  • Level
  • Book

Duidelijke samenvatting van de aantekeningen van mijn docent die heeft meegeschreven aan het lesboek: meneer Van Groningen. Combinatie van boek & powerpoints die alles op een rijtje zetten over wereld, aarde & het Middellandse Zeegebied. Het is mogelijk dat de plaatjes niet goed op de pagina's staa...

[Show more]

Preview 3 out of 25  pages

  • No
  • Hoofdstuk 3 t/m hoofdstuk 5
  • January 10, 2023
  • 25
  • 2022/2023
  • Summary
  • Secondary school
  • 6
avatar-seller
Hoofdstuk 5: Herhaling Aarde
Paragraaf 5.1: Circulatiesysteem
Stralingsbalans van de aarde  dynamische evenwicht tussen in- en uitstraling
Hoeveelheid straling die aardoppervlak bereikt hangt af van:
1. Dichtheid wolkendek
2. Breedteligging op aarde
3. Lengte dag & zonnestand gedurende de dag

Verschillen in opwarming aardoppervlak zorgen voor atmosferische circulatie
 systeem van luchtstromen op aarde & daarbij behorende lage- en
hogedrukgebieden
Kenmerken:
1. Wind waait van hogedrukgebied (overschot) naar lagedrukgebied (tekort)
 Op NH afwijking naar rechts
Wet van Buys Ballot
 Op ZH afwijking naar links
- Afwijking is een gevolg van draaiing & bolvorm van aarde 
corioliseffect

2. Passaat  stabiele, stevige wind vanaf subtropische hogedrukgebied naar
evenaar

3. Door schuine stand aarde verschuift loodrechte zonnestand van
Kreeftskeerkring (23,5 NB) naar Steenbokskeerkring (23,5 ZB) en terug
 ITCZ (intertropische convergentiezone) beweegt (vooral boven landmassa)
mee
met loodrechte zonnestand

4. Moesson  halfjaarlijks wisselende wind
 ontstaan door verschuiving ITCZ tussen keerkringen
 NH  opschuiving sterkst vanwege invloed van grote landmassa’s
- Land warmt sneller op dan oceaan
- Tussen april en september waait zuidoostpassaat over evenaar naar NH.
Wind krijgt afwijking naar rechts  waait uit zuidwesten
- In Zuid(oost)-Azië zuidwestenwind een zeewind  natte moesson
- In wintermaanden draait wind naar noordoosten: noordoostpassaat is
landwind  droge seizoen

5. Op onze breedten stijgt warme lucht uit subtropen op tegen koude lucht van
polen  lagedrukgebieden

Wind, verschillen in temperatuur & zoutgehalte zeewater leiden tot oceanische
circulatie  alle oceaan- en zeestromen
Kenmerken van circulatie:
1. Koude & warme zeestromen veroorzaakt door wind
 koude zeestroom  afkomstig van hoge breedte
 warme zeestroom  afkomstig van lage breedte

2. Thermohaliene circulatie veroorzaakt door verschillen in temperatuur (thermo)
& zoutgehalte (halien)
 thermohaliene circulatie  stroming van zeewater op enige tot grote diepte
 Diepwaterpomp in noordelijke Atlantische Oceaan speelt belangrijke rol
 proces waarbij koud en zout water zinkt (drijft thermohaliene circulatie
aan)

, Atmosferische &
oceanische circulatie
Paragraaf
zorgen voor5.2: Klimaten
warmte-
Klimaatgebieden  grote gebieden die qua klimaat ongeveer hetzelfde zijn
uitwisseling tussen
Landschapszones
koude & warme  gebieden die overeenkomsten hebben in vegetatie & landschap
gebieden  transport
Klimaatverschillen verklaren kan met klimaatfactoren  oorzaken van
van warmte richting
klimaatverschillen
de polen
Drie factoren:
1. Geografische breedteligging
 hoe verder van de evenaar, hoe schuiner de zonnestralen invallen 
temperatuur
neemt af richting de polen
 koude lucht houdt minder vocht vast  afname neerslag richting polen
 uitzondering: woestijnen rond keerkringen  atmosferische circulatie zorgt
voor
hogedrukgebieden. Door dalende lucht kan hier weinig neerslag vallen
 bepaalt de overheersende windrichting

2. Gebergten & hoogte
 Aan de lijzijde van een gebergte licht vaak een droog gebied  vochtige
lucht uit
overheersende windrichting stijgt op tegen bergen. Lucht koelt af,
waterdamp
condenseert & regen ontstaat  lucht verliest veel vocht, waardoor achter
berg
weinig neerslag meer kan ontstaan

3. Type oppervlak
 Opwarming & afkoeling oceanen langzamer en minder sterk
dan continenten  gebieden aan zee kleiner verschil in temp.
tussen zomer en winter Loef- en lijzijde
 ITCZ ’s zomers boven India veel verder naar het noorden dan in Zuid-
Amerika
 Lucht boven oceaan veel vocht opnemen  gebieden aan zee meer neerslag
 warme zeestroom of oppervlaktestroom versterkt effecten, koude
zeestroom of
opwelling van diepzeewater verzwakt effecten
 Koud water koelt lucht erboven af  aangrenzend land relatief koele
zeewind
 Koude lucht houdt minder vocht vast  droger klimaat

Bijzondere klimaten:
1. Woestijnklimaten in westen van VS  Steppeklimaat
 Gebergten aan de kust houden vochtige lucht van Grote Oceaan tegen &
koude
zeestroom voor kust LA

2. Hokkaido (eiland Japan)  landklimaat
 klimaat gebaseerd op overheersende westenwind, afkomstig uit Siberië

3. Aantal gebieden in Afrika  gematigd klimaat
 lucht vanaf omringende oceanen stijgt op tegen bergen  valt veel regen

,  Vooral veel regenval in zomer  land wordt door intense opwarming zo heet
dat
er lagedrukgebieden ontstaan
 Ethiopië: droog polair klimaat  hoge bergen waar stijgende lucht niet over
de
berg heen gaat




Paragraaf 5.3: landschapszones
Tropische zone
 gekenmerkt door: tropisch regenwoud rond evenaar met daaromheen savanne
 hele jaar warm & vochtig  planten groeien goed & plantenresten snel afgebroken
(dienen voor nieuwe planten)
 onvruchtbare bodem  snelle afbraak van voedingsstoffen & bodemdeeltjes die
voedingsstoffen kunnen vasthouden (door warmte & vochtigheid)
 Akkers tijdelijk gebruikt  oerwoud & bodem konden herstellen
 Door enorme bevolkingsgroep niet meer mogelijk
 rondom gebieden met regenwoud heeft klimaat droge periode (meestal in winter)

oerwoud minder dicht: ontstaat savanne

Aride zone
 Richting noorden & zuiden savanne steeds droger  ontstaat steppe als er geen
bomen
meer zijn. Helemaal geen vegetatie meer  woestijn: aride zone
 weinig leven  voedingsstoffen in bodem nauwelijks afgebroken
 via irrigatiewater (Nijl, Egypte) goed te boeren
 merendeel woestijn rotsen & grind  weinig mogelijk

Subtropische zone
 gebieden met een relatief warm gematigd klimaat
 Middellands Zeegebied  droge, hete zomers & milde, regenachtige winters
 hogedrukgebied van nabijgelegen woestijn schuift ’s zomers over gebied heen
 China & hoogvlakten Oost-Afrika vochtige, warme zomers & droge winters 
gebieden
met een klimaat dat sterk lijkt op savanneklimaat, maar door N of Z-ligging &
hoogteligging net te koud zijn voor tropische zone
 droge zomer  harde, leerachtige bladeren om vochtverlies te beperken
(olijfbomen
& kurkeiken)
 droge winters  planten minder aangepast: koudere winter (minder
vochtverlies)

Gematigde zone
 niet bijzonder warm of koud, droog of nat (voorbeeld: Nederland)
 Veel loofbossen  verliezen in herfst hun bladeren
 Drogere delen gematigde zone: grassteppen & koudere delen: naaldbossen
 Grassteppen zeer vruchtbare bodem  humus & grasresten opgehoopt die
door

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jasmijnschneider. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.76. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

83662 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.76
  • (0)
  Add to cart