Samenvatting De duurzame verpleegkundige inleidend 1- RZL
18 views 0 purchase
Course
De Duurzame Verpleegkundige : Inleidend
Institution
Arteveldehogeschool (Artevelde)
Deze samenvatting is van de module De duurzame verpleegkundige inleidend 1.
Hierin staat RZL samengevat.
Het is een duidelijke en gestructureerde samenvatting.
Met voorbeeld examenvragen.
Bevat volgende hoofdstukken:
1) Wat is filosofie?
2) Veranderend mens- en wereldbeeld
(Prémoderniteit...
RZL
Examenvragen:
- Geef 3 structurele elementen van filosofie en leg uit.
- Wat is verwondering en leg link uit met filosofie.
Inleiding: Wat is filosofie?
- Philo= Vriendschap.
- Sophia= Wijsheid.
Filosofie / wijsbegeerte= Het wetenschappelijk streven naar kennis om de tijd & de wereld
waarin wij leven of het tijdperk waarin onze voorouders leefden te doorgronden. Dit is de
enige wetenschap die de werkelijkheid in haar geheel bekijkt. (BV: Psychologie: Bestudeert
de wetenschap vanuit oogpunt van de emoties.) Dus de mens wordt in al zijn facetten
bestudeerd.
➔ Vriend van wijsheid. We verlangen naar wijsheid. We verlangen naar een soort van
ontmoeting.
➔ Iedere wetenschap begint met verwondering / filosofie en eindigt in kunst.
3 structurele elementen van filosoferen:
1. Nadenken / structureren.
➔ Nadenken & reflectie.
➔ ‘Het vermogen tot bewustzijn van zichzelf.’
➔ Begint bij: vermogen tot stilvallen bij en reflecteren van jezelf.
➔ Filosofie = Epochaal.
➔ Epochale betekenis= Wijst op gegeven dat de filosofie zich afspeelt dicht bij
het concrete leven.
➔ De veroordeling van Socrates.
➢ Werd schuldig bevonden door het niet eren van de goden van de stad
& misleiden van de jeugd.
➔ Filosofie= Wetenschappelijk streven naar kennis om de tijd en wereld te
doorgronden.
2. Radicaal nadenken & fundamenteel nadenken.
➔ An sich versus für mich.
= De werkelijkheid zoals ze is versus de werkelijkheid zoals wij ze zien.
(Objectief <-> Subjectief)
➢ Filosofie kijkt naar “An sich”, dus naar de werkelijkheid zoals ze is.
➔ (BV: Water kan voor iemand die bijna verdronken was een negatieve invloed
hebben maar iemand die graag water drinkt kan dit een positieve invloed
gaan hebben. MAAR dit zegt niks over wat water nu werkelijk is.)
➔ Filosofie benadert werkelijkheid in haar geheel. (BV: Psychologie -> Emoties.)
➔ Radicaal= Graaft naar wortels van de werkelijkheid. (Je bekijkt de mens in
alle facetten.)
➔ Fundamenteel= Dringt door tot de fundamenten van de werkelijkheid.
=> Filosofische vragen zijn steeds radicale / fundamentele vragen.
➔ (BV: 6 blinde mannen dachten allemaal dat het iets anders was als er een
olifant voor hun stond. Het radicale & fundamentele heeft niemand gevonden.
Dat is de taak van filosofie. Onze zintuigen kunnen ons de toegang tot de
waarheid beperken & ons tot verkeerde conclusies leiden.)
Hoe kan een mens met beperkte kennis van de waarheid verkondigen dat zijn
versie de enige echte versie van de waarheid is.
1
, 3. Radicaal nadenken & fundamenteel nadenken vanuit de ervaring van
verwondering.
➔ Verwondering= De kracht die de mens in de richting van het filosoferen
voortstuwt.
➔ De bron van filosofie.
➔ Wat is verwondering?
➢ Een nieuwe ervaring die niet / moeilijk in een systeem past dat je
gevormd hebt.
➢ (BV: Waarom vraagt de mens “Waarom?”, kinderen hebben dit veel
omdat ze nog geen uitgebouwd denksysteem hebben.)
➢ Enkel de mens is in staat tot verwondering.
➔ Een wonder is GEEN mirakel.
➢ Wonder= Iets dat vaker voorkomt & voelt altijd verrassend aan.
➢ Mirakel= Iets uitzonderlijks, 1 malig, boven goddelijk.
➔ Mythen= Wonderlijke voorvallen.
➢ Mythologie is de periode die voorafgaat aan de filosofie. (BV: Mythe
over hoe de sterren in het heelal zijn ontstaan.)
➢ Dus bestaat lang.
➔ Van oudsher verwonderen mensen zich.
➔ Verwondering:
➢ Spontaan getroffen (door iets vreemd).
➢ Zekere wonde. (Je kunt dat niet, het past niet in je denksysteem.)
➢ Bewondering & fascinatie (voor ontdekte veelzijdigheid & de
verborgen rijkdom).
Hoofdstuk 1: Veranderd mens- en wereldbeeld.
● Het wereldbeeld vormt fundament van de cultuur. (=Fundamenteel nadenken over de
cultuur.)
● Alle levensdomeinen. (-> Dominante connectieve voorstelling die een maatschappij
onderhoud. Hoe stellen mensen een maatschappij voor? = Alle levensdomeinen.)
● Pre-moderniteit -> Moderniteit -> Postmoderniteit. (Maatschappij verandert telkens.)
● Van de theemutscultuur (warm, geborgen maar hebben niets te zeggen) naar
walkman-ego (alles draait om ik en we staan met iedereen in verbinding zoals met
sociale media).
Evolutie kunnen we gaan beschrijven in 3 wereldbeelden:
1. Prémoderniteit / traditionele wereldbeeld.
Examenvragen:
- Bespreek premoderne wereldbeeld.
- Hoe werd er gekeken naar ziekte in dit wereldbeeld?
2
, - Bespreek enkele funderende achtergronden van dit wereldbeeld. (Iets zeggen over filosofie, christendom,
animisme en mythologie.)
➔ 500 - 1500 na chr.
1. Hoe zit de werkelijkheid in elkaar? (Kosmologie)
= Levend organisme, groot geheel waar alle onderdelen onlosmakend verbonden zijn
met elkaar.
➔ Alles heeft een doel (waarom vraag wordt vaak gesteld).
➔ God ligt aan de oorsprong, alles wordt verklaart vanuit de mens.
2. Wie is de mens? (Antropologie)
➔ Mens is heteronoom en niet autonoom.
=Mens is afhankelijk van God want God heeft de mens geschapen
3. Is er een God & wie is de God? (Teleologie)
God is een evidentie = god is eeuwig, het hoogste voet, de koning, hij staat helemaal
vanboven in de zogenaamde piramide.
4. Kleinere domeinen: Tijd, moraal & dagdagelijkse leven.
Tijd: Cyclisch: Als een cirkel, men leeft op het ritme van de natuur en de seizoenen.
Moraal: Mensen moeten gehoorzamen aan God, enkel God weet wat goed en slecht
is & wij moeten volgen en gehoorzamen.
Leven: Centreert op platteland en leeft vanuit de landbouw.
5. Achtergronden: Hoe komt het dat het wereldbeeld er zo uit ziet? Hoe is het ontstaan?
Mythologisch:
➔ Polytheïsme = Geloof in meer goden en krachten. Ze werden gezien als bronnen
van het leven (Goden van het licht, duisternis, leven, dood, vruchtbaarheid…)
➢ Eigen polytheïsme= Verpersoonlijking van krachten. Er was geen
persoonlijke relatie merkbaar, enkel een functionele relatie. (BV: offers
brengen om iets te bekomen: offers brengen aan goden van de natuur om zo
goede wind te krijgen om goed te kunnen varen.)
❖ Je moest zorgen dat de goden u goed gezind bleven, daarom offers
brengen om de goden te eren zodat je niet in hun nadeel ging spelen.
➔ Animisme= Je gelooft dat alles een ziel heeft. (Bv: Rivieren, bomen, sterren…)Dit
soort van denken / geloof komt nog voor bij Indianen. Dit wordt vaak als dom gezien
maar we kunnen er nog veel van leren zoals het leven in harmonie met de natuur.
➔ Mythologie= Symbolische verhalen ontsproten aan de verwondering. Poging om het
onzichtbare te verwoorden en begrijpen.
➢ Dubbele vooruitgang: dingen worden gepersonaliseerd (God van zon: Apollo)
& vooruitgang van taal. (Er wordt meer beredeneerd en geredeneerd.)
➔ Monotheïsme= 1 god.
➢ We gingen van polytheïsme naar monotheïsme.
➢ Relationeel.
➢ Vrije godsdienst.
➔ Transcendent.
=Der Ganz Andere
=God is de geheel andere.
➢ God is veel meer dan wij kunnen vatten & is met geen enkele kracht te
identificeren.
➔ Openbaring van godswege.
=Een ontmoeting.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller tianylejeune. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.84. You're not tied to anything after your purchase.