1.1
Verschil weer en klimaat:
- klimaat: de gemiddelde toestand van het weer over een langere periode en voor een
groot gebied
- weer: de toestand van de dampkring op een bepaald moment en voor een klein
gebied
systeem aarde:
- atmosfeer: waar weer en klimaat zich afspelen
- hydrosfeer: het water op aarde
- lithosfeer: gesteente
- biosfeer: het leven op aarde
opbouw van de atmosfeer (onderste laag tot bovenste laag)
- troposfeer: naarmate je stijgt daalt de temperatuur
- stratosfeer: naarmate je stijgt stijgt de temperatuur, bevat veel ozongas (filtert de
voor de mens schadelijke ultraviolette straling van het zonlicht)
energie/stralingsbalans: het evenwicht tussen de hoeveelheid straling die de aarde bereikt
en de hoeveelheid straling die de atmosfeer weer verlaat (figuur 1.4)
- 30% wordt teruggekaatst (wolken, aardoppervlak en verspreiding door gassen
- 23% wordt in de troposfeer geabsorbeerd
- 47% van de kortgolvige straling bereikt het aardoppervlak
- zonnestraling wordt omgezet in warmte en door de aarde als langgolvige straling
uitgestraald
- dankzij de broeikasgassen (waterdamp, co2, wolken) wordt het meeste van deze
warmte weer geabsorbeerd en naar de aarde terug gestraald
- uiteindelijk verdwijnt alle langgolvige straling weer in de ruimte, maar het
broeikaseffect vertraagt dit
variaties in de energiebalans:
- breedteligging: rond de evenaar is de hoeveelheid energie die de atmosfeer
binnenkomt, groter dan de hoeveelheid energie die uit de atmosfeer verdwijnt; er is
een overschot aan energie. rond de polen is het omgekeerde het geval. dichtbij de
evenaar vallen de stralen loodrecht in hierdoor is de hoeveelheid straling per
oppervlakte eenheid groter dan op hoge breedte. doordat deze zonnestralen ook een
kortere weg door de dampkring afleggen, wordt er minder energie door de lucht
opgenomen (figuur 1.6 en 1.7)
- het albedo-effect: de mate waarin het zonlicht wordt teruggekaatst (figuur 1.5)
- gesteldheid van het aardoppervlak: water wordt langzamer warm en koud dan land
● zonlicht kan dieper in water doordringen dan in land doordat water in
beweging is, wordt de warmte beter verdeeld dan op het land
● het kost meer energie om water in een graad te laten stijgen dan land
● bij verdamping van water gaat energie uit het water naar de dampkring,
boven land is de verdamping veel lager
1.2
luchtcirculatie: de verplaatsing van lucht in de atmosfeer
, - hogedrukgebied/maximum: gebied met dalende luchtbeweging waardoor er een
overschot aan lucht is
- lagedrukgebied/minimum: gebied met stijgende luchtbeweging, waardoor er een
tekort aan lucht is
- lucht stroomt van het hogedrukgebied naar het lagedrukgebied
coriolis effect: afwijking die de wind krijgt door de draaiing van de aarde
- noordelijk halfrond afwijking naar rechts
- zuidelijk halfrond afwijking naar links
- 30e breedtegraad→evenaar: wind raakt achterop en krijgt een afwijking naar links
- aarde draait bij de evenaar sneller dan bij de 30e breedtegraad omdat de
aarde bij de evenaar een groter rondje moet draaien dan de bij de 30e
breedtegraad in dezelfde tijd (24 uur)
passaten: winden die van de subtropische hogedrukgebieden naar de evenaar
(lagedrukgebied) waaien en daardoor een afwijking naar links krijgen
de wet van buys ballot: lucht beweegt van een hogedrukgebied naar een lagedrukgebied
ITCZ: intertropische convergentiezone
- de loodrechte zonnestand beweegt zich tussen de twee keerkringen. aangezien de
laagste luchtdruk wordt gemeten waar waar de temperatuur het hoogst is, beweegt
de ITCZ mee
Moesson: land of zeewind die elk halfjaar 180 graden van richting veranderd omdat de
ITCZ verschuift (dus het hoge en lagedrukgebied verschuift ook) daardoor heeft india in juli
een aanlandige wind vanuit zee (die veel regen veroorzaakt) en in januari een aflandige
wind want de wind waait van het hogedrukgebied naar het lagedrukgebied (de ITCZ)
1.3
oceanische circulatie (zeestromen): noordelijk halfrond afwijking naar rechts, zuidelijk
halfrond afwijking naar links
- warme zeestromen
- koude zeestromen
Thermohaline circulatie (diepwaterpomp): oceaanstroming die wordt aangedreven door
de dichtheidsverschillen van het oceaanwater
- de golfstroom voert warm (zout) water vanuit de golf van mexico naar noord en west
europa wat daar zorgt voor een zachter klimaat
- voor de kust van ijsland komt het samen met koude lucht en het koudere water dat
uit de buurt van de noordpool komt.
- door de lage temperatuur en het hoge zoutgehalte is de dichtheid van het water zo
groot geworden dat het naar de oceaanbodem zinkt
- het water stroomt langs de bodem van de oceaan terug waar het weer opwelt en
warmer wordt
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller IndigoVermeulen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.09. You're not tied to anything after your purchase.