3.1 t/m 3.5
modaal inkomen: iets meer dan 31000 euro per jaar
intertemporele ruil: je ruilt consumptie nu in voor consumptie op een later tijdstip
primaire/noodzakelijke goederen: consument weinig macht, consument stelt weinig eisen
aan aan de prijs en kwaliteit van het product
luxegoederen: consument meer macht, consument stelt meer eisen aan de prijs en kwaliteit
van het product
inferieure goederen: uitgaven nemen eerst toe als het inkomen stijgt, vanaf een bepaald
inkomen nemen de uitgaven weer af als het inkomen verder stijgt.
- negatief inkomenseffect: als je inkomen stijgt, ga je er juist minder van kopen
substitutiegoederen: goederen die elkaar vervangen; als het duurder wordt stapt men
zonder problemen over op het vervangende product.
complementaire goederen: goederen die elkaar aanvullen; als een van deze goederen
duurder wordt, neemt ook de vraag naar het complementaire goed af
consumentisme: het streven van de consumenten om door middel van organisaties
gezamenlijk hun belangen te verdedigen
consumentenbond:
- licht consumenten voor over de kwaliteit en prijzen van allerlei producten
- consumenten kunnen om rechtsbijstand (hulp van een jurist) vragen bij de
consumentenbond
- richt haar aandacht ook op de ondernemingen
de vereniging eigen huis
- geeft adviezen aan mensen die overwegen een huis te kopen
- voert op verzoek bouwkundige keuringen uit
anwb
- automobilisten
rover
- treinreizigers
primaire inkomens: loon, pacht/huur, rente, winst
overdrachtsinkomens: inkomens die worden overgedragen zonder daarvoor enige
tegenprestatie
alle vormen van inkomen zijn stroomgrootheden: grootheden die worden gemeten over
een bepaalde periode
koopkracht: de hoeveelheid goederen en diensten die voor een bepaald bedrag gekocht
kan worden
nominale verandering: een verandering van de geldswaarde van het inkomen
reële verandering: een stijging of daling van de koopkracht
inflatie: een stijging van het gemiddeld prijsniveau of prijspeil door de tijd heen
geldontwaarding: door inflatie wordt de waarde van het geld minder
nominale loon: het geldbedrag dat iemand ontvangt door te werken
reële loon: geeft aan hoeveel goederen hij of zij voor dit bedrag kan kopen en geeft dus de
koopkracht van het loon weer
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller IndigoVermeulen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.34. You're not tied to anything after your purchase.