100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting FA2 tentamen 3e jaar accountancy $6.97
Add to cart

Summary

Samenvatting FA2 tentamen 3e jaar accountancy

 20 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Een samenvatting van hoofdstukken 2,3 en 6 t/m 10 van het boek jaarverslaggeving 8e druk inclusief handige wetsartikelen te gebruiken voor het tentamen. Te gebruiken voor het vak Financial Accounting 2 van het 3e jaar accountancy

Preview 3 out of 19  pages

  • No
  • Hoofdstukken 2,3 en 6 t/m 10
  • January 10, 2023
  • 19
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting FA2
Hfst 2
Economisch waardebegrip

Een onderneming investeerd in productiemiddelen omdat er wordt verwacht dat ze leiden tot
waardecreatie. Hieruit vloeit de conclusie dat de waarde van een onderneming bepaald wordt door
de opbrengst van de met behulp van de aanwezige inputs te produceren outputs. Preciezer gezegd:
de bedrijfswaarde is de contante waarde van de toekomstige netto-ontvangsten of nettokasstromen
uit hoofde van de te produceren goederen en/of diensten. Omdat de kost voor de baat uitgaat
dienen de netto-ontvangsten contant gemaakt te worden tegen de voor de onderneming geldende
vermogenskostenvoet.

Voorbeeld economisch waardebegrip:

Een startende ondernemer heeft op 31 december van jaar 0 60.000 gespaard en koopt hiervoor op 1
januari van jaar 1 een auto. Hij schat de levensduur van de auto op drie jaar en de restwaarde op
nihil. De ondernemer verhuurt de auto, wat zal leiden tot een jaarlijkse nettokasstroom van 30.000.
gemakshalve veronderstellen we dat de nettokasstroom aan het einde van elk jaar binnevloeit. De
jaarlijkse winsten worden gereserveerd en in kas gehouden. De ondernemer gaat uit van een
vermogenskostenvoet van 10%. Op basis van het economisch waardebegrip kunnen de volgende
balansen worden opgesteld:

,De winst over een periode is in principe gelijk aan de vermogenstoename die zich gedurende de
periode heeft voorgedaan. Toegepast op dit voorbeeld levert dit de volgende winsten op:

Jaar 1: 82.066 – 74.606 = 7.460
Jaar 2: 87.273 – 82.066 = 5.207
Jaar 3: 90.000 – 87.273 = 2.727

Bovendien ontstaat er bij het starten van de onderneming direct een aanvangswinst: op 1 januari van
jaar 1 wordt aan de onderneming een waarde toegekend van 74.606, terwijl maar 60.000
geïnvesteerd is. Deze aanvangswinst ad 14.606 vindt haar oorzaak in de omstandigheid dat bij de
start van de onderneming de inkoopprijs van de productiemiddelen getransformeerd wordt in de
bedrijfswaarde; op dat moment wordt overgeschakeld van in- naar verkoopmarkt. Er wordt al winst
geconstateerd, terwijl de auto nog een kilometer heeft gereden.

De bedrijfswaarde wordt ook wel aangeduid als de indirecte opbrengstwaarde: indirect geeft aan
dat er sprake is van een afgeleide waardering, namelijk niet van de productiemiddelen die samen de
onderneming vormen rechtstreeks, maar van de goederen en diensten die door de onderneming
voortgebracht worden.

Daarnaast kennen we de directe opbrengstwaarde, die bestaat uit de netto-opbrengst van de
productiemiddelen van de onderneming, als zij door de onderneming worden verkocht i.p.v. voor
voortgezette bedrijfsuitoefening te worden gebruikt. De netto-opbrengst is het bedrag waartegen
een productiemiddel naar verwachting verkocht kan worden onder aftrek van nog te maken kosten.

Boekhoudkundig waardebegrip

Het boekhoudkundig waardebegrip gaat niet uit van waardering van de onderneming als geheel,
gebaseerd op de verkoopmarkt, maar van waardering van individuele activa, uitgaande van
inkoopprijzen. Het waardebegrip toegepast op vorig voorbeeld leidt tot de volgende
balansopstellingen, waarbij als aanvulling is gegeven dat de auto met gelijke bedragen per jaar wordt
afgeschreven.

, Als het economisch waardebegrip wordt vergeleken met het boekhoudkundig waardebegrip op het
voorbeeld, ontstaat het volgende beeld:

Economisch Boekhoudkundig
Aanvangswinst 14.606 -
Winst jaar 1 7.460 10.000
Winst jaar 2 5.207 10.000
Winst jaar 3 2.727 10.000
Totaal 30.000 30.000




Hfst 3
Realisatieprincipe

Voor de toerekening van verkoopopbrengsten aan de juiste perioden is het realisatieprincipe
ontwikkeld: Pas op het moment dat de onderneming de verkoopprestatie voltooid heeft, dient de
opbrengst genomen te worden. Daartoe is noodzakelijk dat de onderneming de economische
eigendom heeft overgedragen, dat wil zeggen dat het risico van waardeveranderingen van het
verkochte goed definitief is overgegaan op de koper. Bij de verkoop van goederen zal normaliter aan
deze voorwaarde zijn voldaan als de goederen zijn verkocht en afgeleverd.

Matchingprincipe

Het matchingprincipe is de uitwerking van het toerekeningsbeginsel aan de kostenkant. Het houdt in
dat de kosten zo veel mogelijk in dié periode worden verantwoord, waarin met de uit die kosten
voortvloeiende opbrengsten worden behaald. We onderscheiden in dit verband product matching
en period matching. Bij product matching worden de uitgaven toegerekend aan de producten en als
zodanig uiteindelijk geactiveerd onder de voorraden. Pas nadat de voorraden zijn verkocht en
afgeleverd en er omzet is verantwoord, worden onder de voorraden geactiveerde uitgaven als kosten
van de omzet ten laste van het resultaat gebracht. Bij period matching worden de uitgaven ook in de
balans geactiveerd, echter niet onder de voorraden. De geactiveerde uitgaven worden vervolgens via
afschrijvingen toegerekend aan de perioden waaraan de uitgaven dienstbaar zijn.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mathijsdeweerd. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.97. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53920 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.97
  • (0)
Add to cart
Added