samenvatting histologie en fysiologie van de gewervelde dieren
84 views 4 purchases
Course
Histologie En Fysiologie Van De Gewervelde Dieren
Institution
Universiteit Hasselt (UHasselt)
Document met de hoofdstukken van de verschillende delen die in dit vak terugkomen. Geslaagd in eerste zit. Gestudeert met de powerpoints en het boek Campbell.
,Algemene histologie
Hoofdstuk 1 : technieken
- HB P2-6 lezen
Resolutie lichtmicroscopie tot 0,2 µm
Fixeren legt het metabolisme stil → noodzakelijk voor kleuringsprocedure
= vaak na uitdroging (dehydrateren via verdunningsreeks ethanol), daarna inbedden = paraffine
gebruiken. Hierna snijden met machine zodat coupe ontstaat. Verschillende kleuringsmethoden, de
juiste kiezen aan de hand van wat je wilt zien.
Lichtmicroscoop werkt met doorvallend. licht en drie lenzen. Licht uit lichtbron wordt gefocust op
preparaat door condensor. Objectief en oculair brengen het beeld naar de observator.
Nut microscopie = vergroting en resolutie (afstand tussen twee punten die je kan onderscheiden van
elkaar). Nutteloze vergroting = wanneer de resolutie niet mee verandert (zoals met pixels).
Oplossend vermogen (R) bepaald door golflengte licht (lambda)
Soms is kleuring niet mogelijk → wanneer je levend weefsel wilt zien. Maar maakt resolutie kleiner.
Twee methodes om toch goed te zien :
1) Fasecontrast : licht filteren en breken geeft verschillende brekingsindexen en dit geeft
verschillende structuren op het preparaat met aureooltje (halo) rond structuur die je eerst zag.
2) Interferentiecontrast : gepolariseerd licht gebruiken om 3D effect te verkrijgen.
De verschillende methoden naast elkaar gebruiken om de verborgen structuren (=artefacten) te
achterhalen. “Welke methode(n) gebruiken we voor … ?”
gimsa-kleuring → De kleuring is specifiek voor de fosfaatgroepen van het DNA en hecht zichzelf aan de
gebieden in het DNA waar grote hoeveelheden adenine -thymine -bindingen aanwezig zijn.
verschillende kleuringen:
2
, Hoofstuk 2 : epitheelcellen
“waarom is een bepaalde celstructuur aanwezig in een cel ?”
Epitheelweefsel bedekt het lichaamsoppervlak en de oppervlakken van inwendige organen,
bescherming van onderliggende weefsels, regulatie van opname en afgifte stoffen,
Aanwezig in : huid, mond, neus en anus (ectoderm) spijsverteringskanaal en geassocieerde klieren
(endoderm) bloedvaten (mesoderm) → verschillende oorsprong. Ze vormen het epitheelweefsel
doordat ze met intercellulaire verbindingen met elkaar en het basaal membraan verbonden zijn en
vormen een selectieve barrière voor de opname van stoffen.
Apicaal en basaal membraan resp. aan de buiten-en binnenkant.
Basaal membraan = dunne lamina basalis en aansluitende lamina
reticularis met collagene vezels. Epitheelcellen zijn met specifieke
hechtingscellen (hemidesmosomen) aan de lamina basalis bevestigd,
welke een hechtende functie, filterfunctie (uitwisseling macromoleculen
tussen epitheel en bindweefsels) en regulerende functie betreffende de
celdelingsactiviteit en differentiatie van epitheelcellen heeft.
Apicale zijde is aan de buitenkant, basale zijde is de binnenkant = waar epitheelcel aan vasthangt.
Basale membraan = lamina lucida, lamina densa en lamina reticularis. → verankert epitheelcellen aan
onderliggend steunweefsel. Epitheelcel bevat groeifactoren om snel de beschadigde cel te repareren
vb: bij huid. Ze interageren met elkaar via afsluiting (occlusie) en ze blijven samen via adhesie.
Nexusverbinding = gab junction, gebruikt om te communiceren, een intercellulair transportkanaal voor
een directe uitwisseling van laagmoleculaire stoffen (water, ionen, aminozuren en suikers) tussen twee
naburige cellen. Kunnen snel vormen en terug verdwijnen
De zonula occludens = “tight junction”, een continue band rond het apicale deel van de cel, zorgt voor
de afsluiting van intercellulaire ruimten: voorkomt intercellulaire passage van macromoleculen naar het
onderliggende bindweefsel.
Zonula adhearens en macula adhearens (desmosomen) zorgen voor stevige verankering/aanhechting
en worden ondersteund door transmembrane adhesiemoleculen (cadherinen) die de
plasmamembranen van naburige cellen aan elkaar hechten. Macula = ronde of puntvormige verbinding.
Zonula = bandvormige structuur.
Microvilli op EM zijn borstelachtige zone bij verticale doorsnede, bij horizontale doorsnede zie je
strepen (ook altijd actine aanwezig), ze doen aan oppervlaktevergroting en zorgen ervoor dat de
uitwisseling van stoffen bevorderd wordt. Cilia zijn trilhaarepithelen, ze gaan geen oppervlakte
vergroten maar kunnen een slagbeweging uitvoeren door microtubuli. Ze staan verder uit elkaar dan de
microvilli en hangen aan de basale membraan. Stereocilia = cilia die niet beweegt, losse structuur die
niet actief kan bewegen. Zit in de bijbal en het gehoorbeentje. Ze zijn vingerachtige structuren, met veel
ruimte tussen en geen actine. Cuticula bij invertebraten, ze bestaan uit collageen en chitine =
exoskelet. Secretie van lagen cuticula met collageenvezels en microtubuli die erdoor gaan om contact
te maken met de buitenwereld.
“wat zie je op de prent ? is het enkellagig of meerlagig ?”
Maag bevat enkellagig epitheel, blaas bevat pseudomeerlagig epitheel (paraplucellen).
Eenlagig epitheel = plaveiselepitheel (plat), kubisch epitheel en cilindrisch epitheel. Hier is de opname
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Andarta. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $13.94. You're not tied to anything after your purchase.