Jeugdcriminologie
Inleiding
Er worden opnames gemaakt en die worden voor ons ter beschikking gezet
Er is een handboek, dit moeten we niet volledig kennen, de ppt zijn een
samenvatting van het handboek, soms ook artikels en documentaires als leerstof
Examen is online, maar daarom niet moeilijker, meer gedetailleerder
Je kan dus wel alles gebruiken wat je wil
Examen bestaat uit waar niet waar stellingen (ong 10) en dan ook nog daarbij
een verdiepende open vraag over die waar op niet waar die je dan moet invullen,
als de stelling al fout is dan wordt de onder vraag ook direct fout, het is dus een
getrapt systeem
Boek: https://www.bol.com/nl/f/jeugdcriminologie/9200000046099947/?country=BE
Alles kunnen uitleggen in eigen woorden en met je eigen voorbeeld!! Bijna de
helft van de examenvragen zijn zo
Soms teksten lezen voor het hc
Niet alles wat op toledo staat moeten we kenen, enkel wat we zien
De lessen zullen niet altijd life zijn, soms wel soms niet
De ppt zijn van vorige jaren maar tellen dit jaar ook nog
Er komt een mapje voor dit jaar
1. HOORCOLLEGE 1: Een historisch perspectief
Opname, hoofdstuk in handboek en 2 artikels
Als we de figuur van de moderne jeugddelinquent vanuit historisch perspectief
bekijken dan vallen meteen 2 grote verschuivingen op
1) Ten eerste werd hinderlijk, onaangepast gedrag, ‘staatschenderij’ en vechten
veel minder gecriminaliseerd. Geweld hoorde er wel meer bij. Kinderen kregen
klappen, schoppen, draaien om hun oren en een stevige knokpartij werd heel
gewoon gevonden, ook in de hoogste kringen. Vechten, al dan niet met stoken of
messen, hoorde bij het straatbeeld en als het te ver ging, ver er veelal
onmiddellijk op gereageerd vanuit de directe omgeving. De rol van de staat was
heel prominent. (ongeveer rond de 17eeuw)
2) De tweede verschuiving betreft niet alleen een veel prominentere rol van de
overheid. Ook het karakter van de overheidsbemoeienis met jeugdcriminaliteit
veranderde. Tot begin twintigste eeuw werd de minderjarige die een ernstig
misdrijf had gepleegd nog vervolgd door de gewone rechtbank, als een
misdadiger in het klein. Hij kwam voor de gewone strafrechter en kon gewone
sancties verwachten, weliswaar verminder naargelang de leeftijd
Belangrijke verandering rond 1900
- ‘Opvoeding in plaats van straf’ werd de leus in de hele westerse wereld.
Daarmee beoogd men zowel kinderen die over de schreef waren gegaan te
beschermen tegen maatschappelijke gevaren als de maatschappij tegen
gevaarlijke kinderen
- In België werd het motto ‘opvoederen in plaats van straffen’ zo radicaal
geïnterpreteerd dat met de kinderbeschermingswet in 1912 (!!!) het hele idee
van de straf voor minderjarige wetsovertreders taboe raakte
1
, - Minderjarige, althans kinderen tot 16 jaar die ‘als misdaad omschreven feiten’
hadden gepleegd werden sindsdien niet meer gestraft, maar heropgevoed en
beschermd
1.1 Kinderarbeid in de 19e eeuw
Werken bij jonge kinderen was niet ongewoon in de 19 de eeuw, zeker niet bij
arme gezinnen
De kinderarbeid steeg zelfs in de loop van de eeuw, ondanks het
toenemende onderwijsaanbod
Officiële enquêtes halverwege de eeuw maakten duidelijk dat voor zeer
jonge kinderen werkdagen van twaalf uur en meer in fabrieken,
werkplaatsen, op het land en in de huishouding niet ongewoon waren
Gealarmeerd door deze bevindingen ontstond bij de burgerij vrees voor de
teloorgang van een gezonde en ontwikkelde jeugd. Men maakte zich zorgen
over de uitwassen van de industrialisatie en urbanisatie, vooral met het oog
op het lot van de kinderen
Deze ideeën hebben ervoor gezorgd dat er een kanteling is geweest, niet
alleen strafrechtelijk maar ook in de omstandigheden waarin kinderen
moeten opgroeien
In dat licht moet bijvoorbeeld de totstandkoming van de wet op de
kinderarbeid van Van Houten in Nederland (1874) worden gezien, het eerste
Nederlandse kinderwetje, dat het in dienst hebben van kinderen onder de 12
jaar verbood met uitzondering van huiselijke arbeid en werk in het veld.
In België stellen we dezelfde ontwikkeling vast. Vanaf de jaren 1880 komen
de eerste wetten op kinderarbeid tot stand. Het eerste wetsontwerp voor de
latere wet op de kinderbescherming werd reeds ingediend in 1889 (stuk later
dan in Nederland)
(belangrijke data moeten we wel kennen!)
1.2 Criminaliteitsvraagstuk
Sociale enquêtes: functie en belangrijke historische bevindingen
Deze enquêtes speelde in de eerste helft van de negentiende eeuw een
belangrijke rol in de notie die de burgerij zich vormde van de
criminaliteit, met name onder de jeugd
De enquêtes brachten de levensomstandigheden, gewoonten en zeden
van de negentiende-eeuwse proletariaat in beeld, die menig filantroop
(encyclo: liefdadig persoon) en burger commentator met angst afkeer en
zorg vervulde
Met makkelijkere woorden: die sociale enquêtes laten zien dat het er bij
de arbeidsgezinnen en bij kinderen en jongeren zwaar aan toe gaat, met
allerlei gevolgen levensomstandigheden kwamen niet ten goede
De enquêtes gaven uitdrukkelijk de veranderde perceptie van het
criminaliteitsvraagstuk aan
Morele paniek: er worden vragen gesteld over zeden bij jongeren
(morele paniek is van alle tijden)
Deze kijk op criminaliteit (en jeugdcriminaliteit in het bijzonder) wordt
helder samengevat in de slagzin: classes laborieuses – classes
2
, dangereuses. Het grote belang van de enquêtes ligt behalve in het
alarmeren van de burgerij vooral in het feit dat ze het ‘slechte’ milieu
introduceerden in de verklaringen van delinquent gedrag van
minderjarigen.
Het is belangrijk om te beseffen dat ze hier niet spreken over kinderen
zijn slecht geboren of er is een hersenafwijking. Men wil juist de vinger
wijzen naar een slecht milieu als men hier aan denkt wil men het ook
aanpakken
Dit ziet men als een soort verklaring bij crimineel gedrag bij jongeren
Zij wezen de stedelijke, proletarische en arme jeugd als maatschappelijk
probleem en bron van gevaar/maatschappelijk probleem aan
Het is in die context in de eerste helft van de negentiende eeuw dat
jeugdcriminaliteit als apart en brandend sociaal vraagstuk werd ontdekt
en geproblematiseerd.
Veranderende perceptie van het criminaliteitsvraagstuk
Het was uiteraard geen nieuw inzicht dat minderjarigen misdrijven
plegen. Maar de ontdekking van jeugdcriminaliteit als een
maatschappelijk probleem was dat wel. Het was pas in de eerste helft
van de negentiende eeuw dat aparte justitiële en sociaal politieke
aandacht ontstond voor de criminaliteit van minderjarigen en dat dit
zelfs kon uitgroeien tot een onderwerp dat van tijd tot tijd een deel van
de politieke agenda ging bepalen. Daaraan werd behalve door de sociale
enquêtes ook in belangrijke mate bijgedragen door de publicatie van
statistieken waarin vanaf begin negentiende eeuw een toenemend
aantal delicten gepleegd door jongeren werd geteld en in beeld gebracht
De gevangenis had zo’n slechte reputatie dat veel minderjarigen bij
gebrek aan fatsoenlijke opvang werden vrijgesproken. Het feit dat
kinderen die de wet hadden overtreden werden opgesloten te midden
van het uitschot van de maatschappij baarde de Verlichte burgerij grote
zorgen
Gevoelig als deze burgerij inmiddels was geworden voor de gedachte van
de bepalende invloed van de omgeving ageerde men tegen dit feit. In die
‘besmettelijke omgeving’ zouden de kinderen alleen maar dieper vallen.
Het verblijf in een gevangenis moest juist dienen om van de gevallen
jeugd weer goede burgers te maken
De oprichting van het eerste aparte jeugdgevangeniskwartier in 1832 in
België en van de eerste Nederlandse jeugdgevangenis voor jongens in
Rotterdam een jaar later (1833), schiep de mogelijkheid om dit ideaal te
realiseren en om opgelegde straffen ook effectief en specifiek gericht op
deze doelgroep uit te voeren
Zoals gezegd concentreerde de aandacht voor hervorming en correctie
zich vooral op de jeugd en de ellendige gezinsomstandigheden van de
armen die van het platteland naar de grote steden waren getrokken op
zoek naar werk en een betere toekomst
Nu doet zich echter iets merkwaardigs voor: de gerechtelijke statistieken
van de negentiende eeuw leveren het globale beeld van een stijgende
jeugdcriminaliteit. Nadere bestudering van deze statistieken op regionaal
3
, niveau – provincie Antwerpen – leert echter dat de algemene trend van
stijgende jeugdcriminaliteit verre van eenduidig (encyclo:
helder/ondubbelzinnig) was.
De geregistreerde criminaliteit onder minderjarigen bleek in de eerste
helft van de negentiende eeuw nog helemaal geen typisch stadskarakter
te hebben. Zij droeg eerder een kenmerkend ruraal karakter (meer
criminaliteit op het platteland). Het ging overwegend om delicten die
pasten in een landelijke omgeving, zoals diefstal van (sprokkel)hout en
vergelijkbare delicten zoals het illegaal steken van turf, het hoeden van
geiten op andermans grond of het rapen van vruchten of granen voor de
oogst. Deze delicten waren typisch voor de negentiende-eeuwse
plattelandsjeugd in een context van industrialisering en proletarisering
Uit de door Christiaens geanalyseerde correctionele vonnissen in de
provincie Antwerpen blijkt dat de geregistreerde ‘jeugdcriminaliteit’ in
de eerste helft van de negentiende eeuw niet in de grote stad maar
vooral op het platteland gesitueerd moet worden
De proletarisering van de Antwerpse bevolking verhoogde kennelijk de
sociale en economische druk op de verschillende overlevingsstrategieen,
waaronder het sprokkelen van hout of het gebruiken van de gemene
(gemeenschaps)gronden gerekend kunnen worden. (Gezien de vroege
stedelijke ontwikkeling van Antwerpen vermoeden we dat eenzelfde
beeld zal ontstaan bij onderzoek van vonnissen in andere steden, zowel
in Belgie als Nederland, maar hier is verder onderzoek vereist.)
In de tweede helft van de negentiende eeuw volgde echter
onmiskenbaar een beweging richting stedelijke vermogenscriminaliteit.
Na 1860 verschoof de correctionele aandacht van de houtdieven op het
platteland naar de Antwerpse stadsboefjes, en steeg de geregistreerde
stedelijke (jeugd)criminaliteit spectaculair
Sindsdien was het ook de stedelijke vermogensdelinquentie – diefstal en
beroving – die het profiel van de minderjarige dader ging bepalen. Er
vindt aldus een langetermijnverschuiving plaats in de aard en plaats van
vervolgde jeugdcriminaliteit tussen 1830 en 1890 (Christiaens, 1999).
Eind negentiende eeuw komt het accent geheel te liggen op de jeugd in
de grote stad.
1.3 Rondzwervende jeugd
Een van de kenmerkende aandachtspunten en bronnen van toenemende
ergernis betrof de kinderen die in de grote steden vaak in groepen op
straat rondzwierven. Weglopen is van alle tijden, maar de betekenis
ervan is per tijd en cultuur totaal verschillend
Zo verlieten in perioden van scherp dalende conjunctuur en in tijden van
oorlog, van plagen die de oogst vernietigden en van droogte en gebrek,
vele jongeren verlieten het ouderlijk huis met instemming van hun
ouders. Sommigen zochten hun heil in emigratie. In de zeventiende en
achttiende eeuw zijn op die manier vele tienduizenden jongeren van
Europa naar Amerika getrokken. Anderen monsterden aan op een
koopvaardijschip, meldden zich als huurling bij het leger of zochten een
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller LenaCoe. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.89. You're not tied to anything after your purchase.