100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting (neuro)biologie SRW $4.83
Add to cart

Summary

Samenvatting (neuro)biologie SRW

 15 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Dit is een volledige samenvatting van het vak (neuro)biologie uit het eerste jaar SRW. Ik haalde en 12/20 met deze samenvatting!

Preview 4 out of 37  pages

  • January 11, 2023
  • 37
  • 2019/2020
  • Summary
avatar-seller
NEUROBIOLOGIE
Inhoud
DEEL 1: HOOFDSTUK 1 BOUWSTENEN EN CELCYCUS.............................................................................2
DEEL 1: HOOFDSTUK 2: GENETICA EN ERFELIJKHEIDSLEER...................................................................13
DEEL 1: HOOFDSTUK 3 EPIGENETICA....................................................................................................17
DEEL 2: HOOFDSTUK 1: HET SPIJSVERTERINGSSTELSEN, DE NIEREN, VOEDING...................................19
DEEL 2: HOOFDSTUK 2: VOEDING.........................................................................................................23
DEEL 2: HOOFDSTUK 1: BLOEDSOMLOOP............................................................................................24
DEEL 2: HOOFDSTUK 2: HET ADEMHALINGSTELSEL..............................................................................27
DEEL 3: HOOFDSTUK 1: ZIEKTEVERWEKKERS........................................................................................28
HOOFDSTUK 3: DEEL 2: HET AFWEERSYSTEEM....................................................................................29
DEEL 4: HOOFDSTUK 1: WERKING VAN HET HORMONAAL STELSEL.....................................................31
DEEL 4: HOOFDSTUK 2: HORMOONPRODUCTIE...................................................................................31
DEEL 5: NEUROBIOLOGIE HOOFSTUK 1................................................................................................33
DEEL 5: NEUROBIOLOGIE HOOFDSTUK 2..............................................................................................36




1

,DEEL 1: HOOFDSTUK 1 BOUWSTENEN EN CELCYCUS
1. Bouwstenen
1.1 Koolhydraten: sachariden of suikers (-ose)
 Brandstof omzetten naar eiwitten en vetten
 Monosachariden (een kleine eenheid van suiker): omzetten in energie (glucose)
 disachariden, polysachariden: eerst in stukjes knippen: poly wordt vaak gebruikt
voor opslag, kleine stukjes gebruiken om om te zetten in eiwitten en vetten
 Bv: sporters hebben meer glycogeen in de spieren zodat de brandstof
onmiddellijk klaarstaat voor verbranding
1.2 Lipiden: vetten
 Oplaan: isolatielaag (om ons warm te houden)
 Je kan vetten ook afbreken om energie te produceren
 Afbraak van vetten 2x meer energie als bij afbraak suikers
 Je moet een minimum aantal vetten in het lichaam hebben anders kan je niet
normaal functioneren
 Verzadigde vetten: dierlijke vetten
 Onverzadigde vetten: plantaardige vetten
 In iedere celmembraan zitten vetten
1.3 eiwitten of proteïnen
 Essentieel voor het organisme: verschillende functies
 Hieronder enkele voorbeelden van eiwitten
 Plasma eiwitten (zitten in ons plasma dus in ons bloed): immunoglobuline =
eiwitten die instaan voor ons immuunsysteem , stollingsfactoren = eiwitten die
instaan voor bloedstolling, hemoglobine = eiwitten die zuurstof meedragen
 Receptoreiwitten: info van buitenwereld ontvangen bv op oog zitten die
 Hormonen: insuline (de poort om suiker binnen te laten)
 Enzymen zijn ook eiwitten(breken stoffen af): amylase en pepsine= eiwit dat
eiwitten afbreekt
 50% van de cel bestaat uit eiwitten
 1000 soorten en structuren, sommige maken we zelf, andere halen we aan
voeding
1.3.1 Bouw van eiwitten
 Eiwitten zijn opgebouwd uit aminozuren, dit zijn de kleinste
onderdelen van een eiwit
 Aminozuren (AZ), er zijn 20 verschillende az
 peptidebinding = AZ+AZ
 Keten van verschillende aminozuren: polypeptideketen (->
spiraliseerd zich op tot een eiwit, heel veel verschillende vormen)
 Driedimensionale structuur (-> zorgt ervoor dat eiwit functie kan
uitvoeren)
 Enorme variëteit aan eiwitten
 Dna = kookboek voor het maken van eiwitten
 Mensen kunnen intolerant zijn voor eiwit bv: het koemelk eiwit
 Zie dia 17


1.4 Nucleïnezuren


2

, DNA (deoxyribo nucleine acid)
 Molecule waar de erfelijke info is opgeslagen
 Molecule = samenvoeging van chemische stoffen
 Info voor alle activiteiten van een cel
 Stukje info = gen bv kleur ogen
 DNA = langgerekte molecule met genen erop
 Zo zijn er 46 verschillende slierten of langgerekte molecule
(waarvan er altijd 2 een koppeltje zijn) met honderden genen erop
 Omzetting van DNA naar eiwitten DNA code -> RNA -> eiwit
 RNA (ribo nucleine acid)
 Gekopieerd stukje van DNA, klein deeltje dat is overgeschreven

1.4.1 Bouw van nucleïnezuren
 Nucleotide (kleinste onderdeel van nucleïnezuur): fosfaat, suiker
en (stikstof)base
 Polynucleotiden: ladder structuur
 5 accent is fosfaat
 1 accent is Base
 Er zijn 4 verschillende base: adenine, guanine, cytosine en thymine
(of Uracil in RNA)
 Adenine + thymine en guanine + cytosine (A-T, C-G)
 Een base is een onderdeel van een nucleotide
 Fosfaat en suikers vormen de spijlen: 2 strengen en de base
vormen de treden
 De basen hangen ter hoogte van de fosfaten die onder elkaar
verbindingen maken
 Deze vorming van opdraaiende ladder, 2 strengen die
spiraalsgewijs opgewonden zijn rond denkbeeldige as = dubbele
helix
1.4.2 richting van het DNA
 Nucleotiden binden ook onder elkaar
 Zie 5hoekstructuur, dit is de nucleotide suiker
 De koolstoffen (5x C) in die suikers zijn genummerd
 De base koppelt aan de eerste koolstof ofwel 1 accent
 De fosfaatgroep bind zich aan de accent (het 5 de koolstof)
 Nucleotide vormt nu een langgerekte sliert (molecule) onder elkaar
doordat de fosfaatgroep bind aan de 5accent en ook aan de 3
accent koolstof van een andere suiker boven zich.
 Je krijgt een afwisselend patroon van suiker-fosfaat-suiker-fosfaat-
suiker-fosfaat-suiker omdat fosfaat bind aan de 3’ boven zich en de
5’ onder zich
 DNA heeft een leesrichting: staat de fosfaatgroep bovenaan is dat
het 5 accent uiteinde, staat de suiker onderaan dan heb je daar een
3 accent uiteinde (zie foto)
 Die leesrichting is belangrijk zodat lichaam de code juist leest
 De 2 stengen lopen complementair maar wel in tegenovergestelde
richting (3-5, 5-3 = de ene streng heeft 3’ uiteinde en de andere
streng heeft 5’ uiteinde)

3

,  Complementair: als je de ene streng kent kan je de andere er aan
bouwen, horen samen
 De volgorde van de basen zijn voor ieder gen verschillend en vormt
een code -> omgezet in eiwit
 Dit is de basis van erfelijkheid
1.4.3 DNA vs RNA
 RNA is een boodschapper
 Hij haalt stukjes uit de sliert
 RNA is een stukje koppie van het
DNA naar een enkele streng, dus
geen dubbele zoals DNA
 DNA wordt gekopieerd en Thymine
wordt Urasil en deze koppelt dus
aan adenine
 RNA streng is de drager van een gen
 Dit ene gen wordt gecodeerd door de base die zich op de RNA
streng bevinden



2. De cel
2.1 Celmembraan + cytoplasma + celkern+ celorganellen
 DNA: opslag erfelijk materiaal in de celkern
 Celkern is ook een celorganel
 DNA in de cel opgedraaid noemen we chromatinevezel
 RNA = gen = code voor eiwitsynthese in cytoplasma
 RNA komt vanuit de celkern in het cytoplasma terecht, kopiëren van DNA
gebeurd nog in de celkern zodat het goed gesloten blijft, zo kunnen er ook geen
mutaties gebeuren
 Er worden kleine stukjes DNA gekopieerd naar een RNA streng en die is wel klein
genoeg om uit de celkern naar het cytoplasma te gaan en daar te worden om ge
zet in een eiwit
 Ribosomen = celorganel: omzetten van RNA in eiwit, eiwitsynthese in cytoplasma
 De kern: bevat kernmembraan met kernplasma
 Chromosomen: bestaan uit DNA en eiwitten (bv: histonen), bij de mens zijn dit er
46, 23 paren
 Chromosoom = helemaal opgespiraliseerde DNA met eiwitten
 Als er een nieuwe cel wordt gemaakt wordt er een oude cel in 2 gedeeld, vezel
gaat andere structuur aannemen en wordt chromosoom
 Een chromosoom is X-vormig omdat het 2 opgedraaide vezels bevat
2.2 chromosoom ontleed
 celkern -> chromosoom -> helemaal opgedraaid rond histonen -> die streng is
het DNA: opgespiraliseerde ladder die bestaat uit suikers, fosfaten en een base
die bind aan een andere base waardoor er een ladder structuur is
 Chromosoom zit in de celkern in de vorm van een verzel = chromatine vezel
 DNA in gedraaid rond (op de foto de gele bollen) histonen, dit is een soort eiwit




4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller LenaCoe. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.83. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.83
  • (0)
Add to cart
Added