Inleiding Forensische Psychiatrie en Psychologie (RGBUSTR009)
Summary
Samenvatting IFPP: Alle artikelen
157 views 5 purchases
Course
Inleiding Forensische Psychiatrie en Psychologie (RGBUSTR009)
Institution
Universiteit Utrecht (UU)
Dit document bevat een samenvatting van alle verplichte artikelen voor het vak IFPP die onderdeel zijn van het tentamen. De volgende artikelen zijn samengevat:
Kronenberg & De Wilde. (2011). Strafuitsluitingsgronden en rechterlijk beslissingsschema (H.4)
Kronenberg & De Wilde. (2011). Het rech...
Inleiding Forensische Psychiatrie en Psychologie (RGBUSTR009)
All documents for this subject (4)
Seller
Follow
DTV
Reviews received
Content preview
IFPP_Samenvatting artikelen
Kronenberg & De Wilde. (2011).
Strafuitsluitingsgronden en rechterlijk
beslissingsschema (H.4)
4.1 Inleiding
Niet wederrechtelijke delicten bijvoorbeeld recht op verdediging.
Niet verwijtbare delicten bijvoorbeeld door psychische overmacht.
De meeste delicten zijn dus wel wederrechtelijk en verwijtbaar: vaak is er geen geldige reden voor
het delict, alleen in uitzonderingen bestaan er rechtsgeldige redenen om aan te nemen dat bij het
vervullen van een delictsomschrijving de wederrechtelijkheid of verwijtbaarheid ontbreekt. Zulke
redenen heten strafuitsluitingsgronden.
Processueel buigt de rechter zich na het onderzoek ter terechtstelling over 4 vragen (artikel 350 Sv)
(materieelstrafrechtelijke vierlagenmodel):
1. Kan het feit bewezen verklaard worden?
2. Zo ja, dan moet het feit gekwalificeerd worden
3. Is het handelen van de verdachte wederrechtelijk?
4. Valt het feit de verdachte te verwijten?
2 soorten strafuitsluitingsgronden:
Rechtvaardigingsgronden nemen de wederrechtelijkheid weg rechtvaardigen de daad
Schulduitsluitingsgronden nemen de verwijtbaarheid weg excuseren de dader.
Een geslaagd beroep op strafuitsluitingsgrond leidt altijd tot straffeloosheid, want zonder
wederrechtelijkheid en verwijtbaarheid bestaat er geen strafbaar feit.
Algemene strafuitsluitingsgronden:
Er bestaan ook bijzondere strafuitsluitingsgronden, die betrekking hebben op specifieke delicten.
4.2 Wettelijke strafuitsluitingsgronden
4.2.1 Noodweer
Noodweer volgens artikel 41, lid 1 Sr: Niet strafbaar is hij die een feit begaat, geboden door de
noodzakelijke verdediging van eigen of eens anders lijf, eerbaarheid of goed tegen ogenblikkelijke
wederrechtelijke aanranding.
Ad. 1 Ogenblikkelijke en wederrechtelijke aanranding
Verdediging is alleen toegelaten tegen een aanranding die aan de gang is op het moment dat de
verdediging wordt ingezet. Niet toegestaan zich te verdedigen tegen een aanval die wel dreigt, maar
nog niet daadwerkelijk begonnen is. Maar je hoeft als slachtoffer ook niet te wachten met
verdedigen tot je daadwerkelijk aangerand wordt grens tussen ‘enkele vrees’ voor een aanval en
‘ogenblikkelijk dreigend gevaar’ is moeilijk te trekken omstandigheden doorslaggevend. De
1
,IFPP_Samenvatting artikelen
aanranding moet niet alleen ogenblikkelijk zijn, maar ook wederrechtelijk. Tegen een rechtmatige
aanranding is verdediging niet toegelaten.
Ad 2. Lijf, eerbaarheid of goed
De opsomming lijf, eerbaarheid of goed is limitatief. Verdediging van rechten kan nooit noodweer
opleveren (eigenrichting mag niet, om dit te keren moet je (in laatste instantie) naar de rechter).
Onder eerbaarheid valt seksuele eerbaarheid, aantasting van de eer of goede naam valt niet
hieronder (dus je mag geen geweld plegen omdat je uitgescholden wordt).
Ad. 3. Noodzakelijke en geboden verdediging
De verdediging moet noodzakelijk zijn subsidiariteit = als het mogelijk is om te vluchten of
indien het mogelijk is om zich op een andere manier te onttrekken van de aanval, dan moet
in beginsel gebruik gemaakt worden van deze mogelijkheid.
De (noodzakelijke) verdediging moet geboden zijn proportionaliteit = Er bestaat geen
wanverhouding tussen de intensiteit van de aanval en de intensiteit van de verdediging.
4.2.2 Noodweerexces
Art. 41 lid 2 Sr: Niet strafbaar is de overschrijding van de grenzen van noodzakelijke verdediging,
indien zij het onmiddellijk gevolg is geweest van een hevige gemoedsbeweging, door de aanranding
veroorzaakt.
= noodweerexces. Disproportionele verdediging is altijd wederrechtelijk, maar als aan de
vereisten van Art. 41 lid 2 Sr wordt voldaan, niet verwijtbaar. Wordt ingedeeld bij
schulduitsluitingsgronden. Beroep op noodweerexces kan alleen als een beroep op
noodweer niet mogelijk is door schending van proportionaliteitsvereiste.
Disproportionele verdediging heeft verschillende vormen:
Intensief noodweerexces excessieve verdediging die gezien de kracht in geen verhouding
staat tot de aanval
Extensief noodweerexces Excessieve verdediging die redelijkerwijs te lang duurt.
In de formulering van het noodweerexcesartikel moet hevige gemoedsbeweging het onmiddellijke
gevolg zijn van de aanranding. De overschrijding van de grenzen van de noodzakelijke verdediging
moet veroorzaakt zijn door deze hevige gemoedsbeweging dubbele causaliteit.
Tardief noodweerexces
Tardief noodweerexces = Geslaagd beroep te doen op noodweerexces in een situatie waarin de
aanval al voorbij is.
Hierbij geldt ook de eis van dubbele causaliteit.
Schematische weergave van noodweer en noodweerexces
2
,IFPP_Samenvatting artikelen
4.2.3 Psychische overmacht
Art. 40 Sr: Niet strafbaar is hij die een feit begaat waartoe hij door overmacht is gedrongen.
Wat overmacht betekent is onduidelijk in jurisprudentie en in literatuur inhoud aan gegeven: 2
soorten:
Psychische overmacht (schulduitsluitingsgrond) = een van buiten komende drang (dus geen
inwendige oorzaak) waaraan men redelijkerwijs geen weerstand kan of behoeft te bieden
3
, IFPP_Samenvatting artikelen
Overmacht als noodtoestand (rechtvaardigingsgrond)
4.2.4 Overmacht als noodtoestand
Hierbij doet zich een situatie voor waarin een keuze moet worden gemaakt tussen 2 conflicterende
plichten:
Plicht om strafwet na te leven
Maatschappelijke plicht als deze zwaarder weegt dan plicht houden aan strafrecht is het
juridisch juist om de strafwet te overtreden, daardoor rechtvaardigingsgrond.
Voorwaarde voor het aannemen van overmacht als noodtoestand is dat de zaken zodanig moeten
liggen dat het maken van een keuze tussen de plichten geen uitstel kan lijden. Er moet zich letterlijk
een noodsituatie voordoen. Ook moet worden voldaan aan de eis van subsidiariteit en
proportionaliteit. Als er een wanverhouding bestaat tussen het geredde en het opgeofferde belang,
is dat een beletsel voor een geslaagd beroep op overmacht als noodtoestand.
4.2.5 Bevoegd en onbevoegd gegeven ambtelijk bevel
Zijn strafuitsluitingsgronden. Bij nummer 1 is de gedraging niet wederrechtelijk.
Art. 43 Sr:
a. Niet strafbaar is hij die een feit begaat ter uitvoering van een ambtelijk bevel, gegeven door
het daartoe bevoegde gezag.
Moet een zeggenschapsrelatie bestaan tussen degene die het bevel geeft en degene die het
bevel opvolgt: structurele hiërarchische relatie (leger), incidentele structuur (politieagent-
burger). De bevolene houdt wel te allen tijde een eigen verantwoordelijkheid ten aanzien
van dergelijke bevelen.
b. Een onbevoegd gegeven ambtelijk bevel heft de strafbaarheid niet op, tenzij het door de
ondergeschikte te goeder trouw als bevoegd gegeven werd beschouwd en de nakoming
daarvan binnen de kring van zijn ondergeschiktheid was gelegen.
Bv bevel dat gegeven wordt door iemand die ten aanzien van de bevolene hoger in rang is,
maar geeft een bevel dat niet binnen de kring ligt van zijn bevelbevoegdheid. Aan de straf
kan alleen ontsnapt worden als de bevolene praktisch gezien onmogelijk is om de precieze
contouren van de bevelsbevoegdheid te kennen.
4.2.6 Wettelijk voorschrift
Art. 42 Sr: Niet strafbaar is hij die een feit begaat ter uitvoering van een wettelijk voorschrift.
Bv: Politie die aangehouden verdachten meeneemt beroving van vrijheid (art. 282 Sr) is dus in
strijd met strafrecht, maar hij handelt ter uitvoering van wettelijk voorschrift (art. 53 of 54 Sv). Eisen
van proportionaliteit en subsidiariteit gelden.
4.2.7 Ontoerekeningsvatbaarheid
Ook schulduitsluitingsgrond. Art. 39 Sr: Niet strafbaar is hij die een feit begaat, dat hem wegens de
gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens niet kan worden toegerekend.
De verwijtbaarheid ontbreekt hier, de wil van de dader is niet meer in vrijheid gevormd door de
invloed van de stoornis/gebrek. Ontoerekeningsvatbaarheid wil niet meteen zeggen dat het niet met
opzet gebeurde.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller DTV. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.91. You're not tied to anything after your purchase.