100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Complete Samenvatting Blok 1.7: Stadssociologie van Opvoeding en Onderwijs $6.51   Add to cart

Summary

Complete Samenvatting Blok 1.7: Stadssociologie van Opvoeding en Onderwijs

1 review
 177 views  2 purchases
  • Course
  • Institution

Complete Samenvatting van de problemen 1 t/m 6 van blok 1.7: Stadssociologie van Opvoeding en Onderwijs. Het is een pittig blok, maar als je het goed bijhoudt en meedoet en naar alle colleges gaat, kun je heel goed een goed cijfer halen m.b.v. de essayvraag. Daar hoef je minder bang voor te zijn da...

[Show more]

Preview 5 out of 93  pages

  • April 12, 2016
  • 93
  • 2014/2015
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: caitlinvdvalk • 7 year ago

avatar-seller
Probleem 1
Literatuur:
1) Artikel: Peters & Muskens (2011) = 6 pag.
2) Artikel: Smit, Driessen & Doesborgh (2005) = 10 pag.
3) Artikel: Karsten, Roeleveld, Ledoux, Felix & Elshof (2002) = 12 pag.
4) Artikel: Jongejan & Thijs (2010) = 19 pag.
5) Boek: Macionis & Plummer (2008): Sociology = blz. 339/340

Leerdoel 1: Wat is segregatie?
Macionis & Plummer (2008) – Sociology
Segregatie: de fysieke en sociale scheiding van categorieën van mensen. Hierbij
gaat het niet alleen om de plekken waar mensen wonen, maar ook om de sociale
ervaringen van mensen. Vaak zijn het dan ook minderheden.
 Soms ook vrijwillig: Amish
 Apartheid op ras ontstaan in Zuid-Afrika door Europese minderheid 
slavernij.
 Rosa Parks: Montgomery bus  maakt verschil in opvatting.

Leerdoel 2: Wat is het mechanisme achter de
gesegregeerde school (ontstaan/welke mate)?

Peters & Muskens (2011) – Etnische school segregatie:
mogelijkheden voor maatregelen
Abstract: Segregatie wordt deels veroorzaakt door de vrijheid die ouders
hebben om een school te kiezen voor hun kinderen. Resultaat: groeiende
segregatie tussen kinderen met verschillende culturele achtergronden. In NL zijn
verschillende initiatieven gestart en metingen geïmplementeerd om
basisonderwijs van etnische segregatie te voorkomen of te verminderen. In dit
artikel worden een paar recente NL studies van lokale ouderlijke initiatieven en
lokale dispersie (kleurschifting) bediscussieerd.

Hoofdonderwerp: de studie naar de vrije keuze van ouders voor een passende
school voor hun kinderen die etnische school segregatie veroorzaakt. Metingen
om etnische school segregatie te verminderen is een onderdeel van prioriteit van
educatie.

Etnische school segregatie:
Etnische school segregatie bestaat. In NL wordt er vaak gerefereerd naar het
onderscheid in “zwarte- en witte scholen”.
 Zwarte school = school met veel leerlingen van immigratie afkomst
(vaak Turks/Marokkaans).
 Witte school = school met dominant veel leerlingen van vaderlandse
afkomst (inheems).

Sinds de vroege jaren ’90: groot aantal “witte ouders” zijn gestopt met het
registreren van hun kinderen op “zwarte scholen” in hun buurt. In combinatie met
“witte migratie” uit “zwarte buurten” in de belangrijkste steden, wordt dit
genoemd als “white flight”, oftewel “witte vlucht”. Zwarte scholen worden
vaak gezien als zwakke scholen met lage prestaties. Meest lokale
beleidmakers definiëren “zwarte en witte scholen” als een probleem wanneer


1

,scholen “te zwart” of “te wit” zijn, vergeleken met de buurt waarin de
school is gelegen.
 Een school is te zwart of te wit wanneer er een groot verschil is tussen
twee percentages  (immigratie leerlingen in een school vergeleken met
immigratie leerlingen die in de buurt van de school leven) = etnische
school segregatie cijfer/index (?)  begon in grote steden, nu ook
kleiner steden en dorpjes.

Vastgesteld door Wolfgram: hij vergeleek de school populaties met de
buurt populatie in 38
grootste steden van NL. Uitkomsten (ongeveer):
 63% van de scholen in deze steden reflecteren de populatie van hun
buurt goed.
 17% is “te wit” vergeleken met de buurt
 20% is “te zwart” vergeleken met de buurt.
 Grootste steden (Den Haag, Utrecht, Amsterdam, Rotterdam) laten
een segregatie cijfer van tenminste 40% zien  minder dan 60% van
de school populatie reflecteert de buurt populatie.
 Hij bewees: hoe “witter” en “meer NL” de inwoners van een buurt
zijn, hoe meer scholen hun buurt reflecteren. Daarom laten steden
met hoge immigranten een hogere segregatie cijfer zien.

Argumenten tegen etnische school segregatie:
In publieke en academische debatten zijn de twee hoofdargumenten tegen
etnische school segregatie gerelateerd aan de kwaliteit van educatie en de
integratie zaak of burger educatie.
 Zwarte scholen zouden de leervaardigheden van de leerlingen moeten
ondermijnen, vanwege het tekort aan taalvaardigheden en het gebrek
van aanwezige inheemse klasgenoten om van te leren.
 Deze angst helemaal gerechtvaardigd, want NL-studies laten zien dat
een deel van de “zwarte scholen” hebben de taal- en
rekenvaardigheden veel verbeterd en immigratie leerlingen presteren
niet per se beter in “witte scholen” dan in “zwarte scholen”.
 Heckmann leverde bewijs voor de theorie dat segregatie de
leervaardigheden ondermijnt door effecten van leeftijdsgenoten te
noemen met verschillende referenties  Driesen: liet het effect zien
van verschillende soorten scholen op de prestatie van leerlingen;
sociale-etnische composities van een school affecteren de
taalvaardigheden en licht de rekenvaardigheden.
 Andere argument is het gebrek aan interetnisch contact,
intercultureel leren en multiculturalisme.
 Allport: contact hypotheses  langdurend contact zou moeten
resulteren in verminderen van etnische vooroordelen en het zou
wederzijdse etnische appreciatie moeten stimuleren  gemengde
scholen zouden de beste omstandigheid zijn om het contact tussen
immigratie en inheemse leerlingen te verbeteren.
 Bakker: vond geen overtuigend bewijs voor deze hypothese.
 Ruimtesegregatie (buurt, huisvesting) is een andere belangrijke factor
gerelateerd aan etnische school segregatie: terwijl arme mensen zich
concentreren op goedkope huisvestingplaatsen, is het aantal immigranten
onder de arme mensen in de steden hoog. Verder dragen educatie wetten
en reguleringen bij aan segregatie  Jim Crow wetten VS.


2

,  Een andere oorzaak is de manier waarop scholen zichzelf promoten:
sommigen zijn beter voor inheemse leerlingen, terwijl andere zich
aantrekkelijk maken voor immigranten leerlingen (of zijn de ‘afvalbak’
geworden van de lokale educatie markt).
 Pas en Peters hebben deze mechanismen de segregatie van
zwarte en witte scholen versterkt.
 Karsten hebben ouder verschillende motieven om een school te
kiezen  afstand tussen huis en school, educatie niveau,
differentiatie binnen de kas, religie en identificatie met de school.
Laatstgenoemde motief is een uitleg van de “witte vlucht”,
refererend naar het mechanisme dat ouders hun kinderen van
school halen omdat het een grote populatie van immigranten
leerlingen heeft of het feit dat ouders zulke scholen ontwijkend in de
eerste plaats.
 Heckmann indiceert 3 hoofdfactoren die de “witte vlucht”
veroorzaken:
1) De verplichting of vrijheid van keuze voor het bijwonen van
bepaalde scholen in zekere residentiele districten.
2) De definitie van school districten
3) Mogelijkheden of restricties voor het bijwonen van “private-
sector schools”.
 ook laat hij bewijs zien voor de verschijning van de “witte
vlucht” in
Denemarken, NL en UK.

Vrijheid van keuze
In NL is de vrijheid van keuze een resultaat van een grondwethervorming in
1917 en de zogenaamde verzuiling (= fragmentatie van gemeenschap,
gebaseerd op religie) sinds de vroege 20 ste eeuw.
 Sinds de verandering van de grondwet in 1848 is deze segmentatie ook in
het onderwijs geïntroduceerd, omdat grondwet toeliet dat scholen
gebaseerd op geloven mochten komen.
 In 1968 (ong. 50 jaar later) liet Lijphart de effecten van educatie vrijheid
zien zoals die in de grondwet in NL staat: “ongeveer een halve eeuw
geleden, bezocht meer dan ¾ van alle basisschool leerlingen public-authority
schools. In 1957 was de situatie bijna tegenovergesteld. Maar 28% van de
leerlingen ging naar public-authority basisscholen en 72% naar private-sector
basisscholen (gebaseerd op geloof?). Wat betekenen deze basisscholen
en wat is het verschil?
 Private-sector schools werden bezocht door leerlingen met dezelfde
religieuze achtergrond, ondanks de verzuiling die begon op te
treden sinds jaren ’50.
 De verdeling van scholen van leerlingen met specifieke
religieuze achtergrond is niet zo strikt als eerst: Leerlingen met
een liberale achtergrond (eerder public-authoriry school) bezoeken
private-sector schools en religieuze leerlingen bezoeken scholen van
een andere religie, of een public-authority school.
 Dit betekent dat ouders een andere interpretatie hebben
gegeven aan hun vrijheid van keuze!
 Laemers concludeerde dat er desintegratie plaatsvond van religieuze
scholen aan de ene kant, en een paar nieuw gebouwde scholen met
strikte religieuze fundering aan de andere kant (Islamitisch,
Hindoeïstisch, evangelisch).

3

,Nederlandse ouders kunnen dus een passende school kiezen voor hun
kinderen: ze hebben de vrijheid van keuze, welke is afgeleid uit de grondwet. Dit
geeft hen een machtige positie in het debat over etnische school segregatie.
 Zij houden de sleutel vast naar een succesvol segregatie beleid:
vanwege de keuzevrijheid, zonder medewerking van de ouders hebben
bovenstaande metingen geen zin.
 De grondwet limiteert de rol van de overheid en limiteert niet/of
benoemt niet de rol van andere actoren. De limieten van de overheid
bevatten 3 grote zaken:
1) Het garanderen van educatie voor alle kinderen en leerlingen en om
scholen te vestigen onder zijn eigen autoriteit of dat van verschillende
gemeenten voor iedereen, wanneer en waar ook maar nodig is;
2) Om regels te stellen voor het vestigen van private scholen, met oog op
het minimale aantal leerlingen dat verplicht is, en met oog op de
kwaliteit van de educatie;
3) Om gelijke financiële omstandigheden voor publieke en private scholen
te garanderen, die volledig zijn gefinancierd door de staat.
 voor een lange tijd waren de autonomie van scholen en
keuzevrijheid van de ouders
uniek in EU. Meer landen in EU hebben een vorm van vrijheid in
schoolkeuze
geïntroduceerd.

Beleid en metingen in NL voor desegregatie
In NL hebben verschillende initiatieven plaatsgevonden en zijn er metingen
afgenomen.
1) Beleidsraamwerk: jarenlang meette desegregatie (gedoeld op het
ontmoeten van leerlingen met verschillende soorten van culturele
achtergronden) welke NL-se gemeenten waren geconfronteerd met een
bepaald niveau van etnische school segregatie 
onderwijsachterstandenbeleid.
 Sommige “zwarte scholen” investeren wel uitsluitend in de beste
verbeteringen die mogelijk zijn. Het zou mogelijk kunnen zijn dat de
meeste “zwarte scholen” liever niet willen de-segregeren en
investeren in het onderwijzen van migratie leerlingen, ondanks
goede verbetering scores.
 Desegregatie kan worden onderscheiden in twee soorten:
 Maatregelen van boven (door lokale regering): voorwaarde is
een zelf-opgelegd contract (convenant) tussen de gemeenten
en de schoolhoofden  scholen kunnen niet worden
gedwongen om actie tegen de “witte vlucht” te nemen en
anderen mechanismen en trends van etnische school
segregatie. Ouders hebben altijd een belangrijke rol in de
aanval van school segregatie.
 Maatregelen als initiatieven uit ‘groeiende bodem’ (grassroot
society): ????
 Recentelijk heeft de nationale regering aandacht geschonken aan
desegregatie maatregelen  acceptatie van een nieuwe vorm
van segregatie, gebaseerd op niveaus of nadelen i.p.v. religie.
Segregatie van benadeelde leerlingen is nu een opvallende zaak.
Drie factoren zouden deze verandering moeten helpen uitleggen:



4

, 1. Toeloop van laag-getalenteerde (lage vaardigheden) en niet-
westerse immigranten met weinig educatie.
2. Secularisatie (ontkerkelijking) van de gemeenschap
ontwikkelde een consument mindset bij ouders in de selectie
van scholen;
3. Politieke overwegingen na aanvallen op de Twin Towers in de
US op 9-11-2001.
 Politieke besliste dat scholen vaste momenten van registratie
moeten hebben als een maatregel om etnische school segregatie te
verminderen  maken van schema voor verdere desegregatie pilot
projecten: het doel van de pilots is om te onderzoeken wat de beste
desegregatie maatregelen zijn door te testen in de praktijk
 In 2008 startten 7 gemeenten hun pilot  na 1 jaar deden
nog 4 gemeenten mee, in het 2de jaar nog 7 gemeenten 
maatregelen zijn b.v.: vaste registratie momenten, dubbele
wachtlijst, overeenkomsten met scholen over hun
registratiebeleid, monitoren van de resultaten en verdere
ontwikkeling van het concept “friendship schools”. Uitslagen
worden verwacht in 2012.

2) ‘Zone Access Rules’ in Tiel: in termen van schoolkeuze kiezen
inheemse ouders in gemixte steden op hun kinderen op een populaire
“witte school” in andere delen van de stad te registeren  leidde tot
etnische segregatie in Tiel (voornamelijk basisschool).
 Om het doel van desegregatie te verkrijgen, hebben directies van
de scholen in Tiel een zone schema opgezet. In elke zone is een
katholieke, protestantse en een openbare school. Ouders zouden
dus genoeg mogelijkheden hebben om een school te kiezen met
hun keuzevrijheid. Kinderen moeten naar school in de zone waarin
ze leven, dus scholen daarbuiten zouden het kind niet toelaten.
Gebeurde dat wel, dan moest de school het doel aan de ouders
uitleggen en samen met hen een geschikte school zoeken in hun
zone.
 Hier wordt het bewijs geleverd dat, zelfs onder de omstandigheid
van vrije keuze voor ouders, er mogelijkheden zijn voor
desegregatie schema’s. Dit succes was verbeterd en gevoed door:
 De wederzijdse overeenkomst tussen de lokale actoren –
schooldirecties, scholen, ouders en gemeenten,
 Geen angst voor discriminatie,
 Een hoog niveau van deelname van de ouders.

3) De Nijmeegse gokmachine: om de groei tussen bevooroordeelde en
benadeelde leerlingen te verminderen, hebben de gemeenten en
schooldirecties een soort natuurlijke zone werving beleid
geïmplementeerd.
 De doelen zijn een verminderen van het onderscheid tussen
bevooroordeeld en benadeelde scholen, een versterking van de
relatie tussen de scholen en hun buurten en een vermindering van
het aantal ouders dat de kinderen per auto naar schol brengt door
de stad heen (aan de anderen kant). Een belangrijke afspraak
tussen de gemeenten en de schooldirecties was de belofte van de
gemeente om te investeren in een desegregatie beleid voor ten
minste vier jaar.

5

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Celine95. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.51. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

78140 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.51  2x  sold
  • (1)
  Add to cart