Samenvatting van het hoofdstuk 20 uit het boek Nectar over planten; het vervoer van stoffen en fotosynthese. Belangrijke informatie uit het boek, samengevoegd met informatie uit de Samengevat bundel en aantekeningen uit de les. De samenvatting is geschreven op basis van leerdoelen.
H20 PLANTEN
Je kunt het transport van water, zouten en assimilatieproducten in planten beschrijven
en de relatie met fotosynthese, dissimilatie en opslag van stoffen beargumenteren
(BINAS 81);
Planten nemen water met daarin opgeloste mineralen (voedingszouten) op via hun
wortelharen. Dat zijn uitstulpingen van epidermiscellen vlak bij de uiteinden van jonge
worteltoppen. Wortelharen vergroten het worteloppervlak en daarmee de capaciteit voor het
opnemen van water en zouten. Na opname gaan water en zouten via celwanden, de apoplast-
route of via celmembranen en grondplasma de symplast-route, richting het midden van de
wortel, de centrale cilinder. Hieromheen ligt de endodermiscellen, die in de dwarswanden van
de cel een laagje kurk hebben, de bandjes van Caspari. Het water kan hier alleen via de
symplast-route doorheen: door de celmembranen van de endodermiscellen. Selectief
opgeomen zouten gaan tegen het concentratieverschil in naar de centrale cilinder (dus via
actief transport), watermoleculen volgen door osmose. Dit geeft een lichte overdruk (de
worteldruk) die het water via speciale transportbuisjes, de houtvaten, naar boven perst. Bij
lage verdamping en wanneer de worteldruk relatief hoog is door hoge bodemtemperatuur
worden waterdruppels door de worteldruk uit de poriën van de bladeren geperst, dit heet
guttatie.
De houtvaten in de wortels lopen door in de stengel en de bladeren. Ze ontstaan uit
langgerekte cellen met celwanden die met houtstof zijn versterkt tot ring-, spiraal- of netvaten.
De cel is afgestorven en de tussenvangen met de boven- en onderliggende cellen zijn
verdwenen. Houtvaten vervoeren water vanuit de wortels. Met dat water komen opgeloste
zouten mee die de cellen nodig hebben om bijvoorbeeld bladgroen te maken.
Watermoleculen zijn polair, hierdoor trekken ze elkaar aan (cohesie), en de wandcellen van de
houtvaten (adhesie). Hoe nauwer een houtvat, hoe groter de adhesiekrachten en hoe hoger het
water kan komen. Door verdamping trekken bladeren als het ware de waterdraden via de
houtvaten uit de wortels omhoog: de verdampingsstroom. Verdamping vindt vooral plaats via
de huidmondjes, openingen in de bladeren en groene stengels, omgeven door twee speciale
sluitcellen. Bij warm weer en ‘s nachts zijn de huidmondjes dicht, als de huidmondjes
openstaan neemt de verdamping toe met de temperatuur en de windsnelheid. Bomen die in het
vroege voorjaar nog geen bladeren hebben, verdampen bijna geen water. In de wortels
opgeslagen suikers lossen op in het water in de houtvaten, door osmose wordt water uit de
bodem opgenomen en stijgt de worteldruk, die transportprocessen weer op gang brengt.
Door osmotische processen beweegt water in de richting van de hoogste concentratie
opgeloste stoffen. De waterpotentiaal (psi) op een bepaalde plek is de optelsom van alle
krachten die invloed hebben op de stroomrichting van water. Water stroomt in de richting van
de laagste psi. De psi van zuiver water is nul, en met opgeloste stoffen wordt de psi negatief.
In de top van een plant is de waterpotentiaal erg negatief; er zijn veel opgeloste stoffen,
grootste zwaartekracht en verdamping vergroot de concentratie opgeloste stoffen.
Het transport van organische stoffen vindt plaats via de bastvaten, dit zijn langgerekte levende
cellen. De tussenwanden zijn doorboord: zeefplaten. De begeleidende cellen naast de
bastvaten hebben wel een kern en bevatten veel mitochondriën en ribosomen. Hun ATP en
eiwitproducten bewegen via plasmadraden naar de bastvatcellen. Het transport in bastvaten
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller 151317. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.28. You're not tied to anything after your purchase.