100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting diagnostisch onderzoek jaar 1 TP $7.25   Add to cart

Summary

Samenvatting diagnostisch onderzoek jaar 1 TP

 21 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Dit is een gehele samenvatting van Diagnostische onderzoek dat je in kwartiel 1 en 2 krijgt in het 1e jaar TP

Preview 3 out of 28  pages

  • No
  • Unknown
  • January 11, 2023
  • 28
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Diagnostisch onderzoek
Hoofdstuk 1
Diagnostiek: Inschatten van mensen.
Voorspellingsproces-> beoordelingsmoment nu en het beoordelingsmoment in de toekomst
Dit noemen we test en criterium.
Predictieve validiteit= Hoe goed iemand iets kan voorspellen.
VP-> Valid positive-> positieve goede voorspelling
FP-> False positive-> positieve foute voorspelling
VN-> Valid negative-> negatieve goede voorspelling
FN-> False negative-> negatieve foute voorspelling
Correlatie: De statistische samenhang tussen twee grootheden.
Correlatiecoëfficiënt: Getal tussen 0 en 1.00 die de sterkte van de relatie tussen 2 variabelen
aangeeft.

Meest voorkomende fouten:
 Verstandige fouten: Je maakt een FN maar je weet wel dat je dan zeker weten goed zit.
Bijvoorbeeld; Je loopt in het donker op straat en je hoort voetstappen. Je weet niet zeker of het gevaar
is maar toch ren je voor de zekerheid weg. Op deze manier kan het zijn dat je een fout maakt maar je
zit toch goed.
 Overschatting van specifieke kansen: Kansen worden groter geschat terwijl ze kleiner zijn.
Bijvoorbeeld: De kans dat iemand een hond heeft is groter dan de kans dat iemand een bruine hond
heeft.
 Beschikbaarheidsheuristiek: We schatten gebeurtenissen veel zwaarder dan dingen die niet
gebeurd zijn.
Bijvoorbeeld: In het nieuws staat dat er een moord in Nederland is gebeurd waardoor mensen zich
minder veilig voelen. Terwijl eigenlijk Nederland een relatief veilig land is alleen omdat mensen dit
eerder opslaan voelen ze zich minder veilig.
 Regressie naar het gemiddelde: Het vergeten van effecten zoals spontaan herstel.
Bijvoorbeeld: Iemand is ziek. Dit komt niet vaak voor, het is vaker zo dat je niet ziek bent. Iemand
zegt: ik weet zeker dat je over 2 weken weer normaal bent. Dit is natuurlijk bijna altijd zo dus
natuurlijk gebeurt dit. Dit betekent niet per se dat jij het altijd goed hebt.
 Eerste en laatste indruk: Primacy en recensy effect. We onthouden het begin en eind het
best. In het begin ben je nog fris en let je goed op en het eind onthoud je beter omdat dat het
kortst geleden is gebeurd.
 Voorbarige reductie van cognitieve dissonantie: Moeite hebben met botsende ideeën.

,Bijvoorbeeld: Roken. Het is slecht voor je maar je vindt het wel lekker. Of mensen willen hier
verandering in brengen en gaan minder roken. Of mensen verzinnen voor zichzelf redenen waarom
het niet zo erg zou zijn.



Beoordelingsfouten voorkomen.
 Tegenbewijs zoeken-> contrary evidence
 Theorie onderuithalen
 Meerdere personen inschakelen voor hun conclusie/ mening.

Hoofdstuk 2
Drie soorten diagnostische instrumenten:

- Interviewtechnieken
- Psychologische testen
- Observatiemethoden

Wat maakt een test een goede test?
Het COTAN laat zien of een test is goedgekeurd door de NIP
Belangrijke verschillen tussen goede en slechte testen:
 Een professionele test wordt geconstrueerd vanuit een wetenschappelijke achtergrond. Dit kan
een wetenschappelijke persoonlijkheidstheorie of een statische methode zijn, bijvoorbeeld
factoranalyse. In de handleiding wordt omschreven volgens welke methoden items zijn
samengesteld en gekozen
 Schalen (of de hele test, wanneer die één construct meet, zoals de intelligentietest) zijn
homogeen en zuiver.
 Er is onderzoek gedaan naar de betrouwbaarheid en validiteit van de test.
 De wijze waarop de test moet worden afgenomen is precies omschreven en doorgaans in hoge
mate gestandaardiseerd.
 Testscores van een kandidaat kunnen worden vergeleken met voldoende grote en
representatieve normgroepen.
 Er is onderzoek gedaan naar de meetpretenties van de test en de mate waarin de test die kan
waarnemen.
Een toegepast psycholoog hoeft niet een psychologische test kunnen maken, maar hij moet wel de
grote lijnen weten over wetenschappelijke en statistische methoden.
Het wetenschappelijke fundament van de diagnostische instrumenten.
Schalen van vragenlijsten zijn bij voorkeur terug te voeren tot één zo’n gemeenschappelijke factor.
Dan noemen we zo’n schaal zuiver of homogeen. Factoranalyse kan aantonen of een test zuiver is en
laat zien uit welke verschillende factoren een schaal dan wel bestaat.
Betrouwbaarheid
Betrouwbaarheid en validiteit zijn 2 kernbegrippen, ze verschillen wel van elkaar. Betrouwbaarheid is
een noodzakelijke, maar niet voldoende voorwaarde voor validiteit. Betrouwbaarheid geeft aan wat
het plafond van de validiteit van een instrument kan zijn. Validiteit is uiteindelijk het belangrijkste en
bepaalt de waarde van de meetmethode.
Afwezigheid van ruis

, Betrouwbaarheid heeft betrekking op de afwezigheid van storende factoren die het meetproces
kunnen vertroebelen. Een weegschaal moet bijvoorbeeld alleen gebruikt worden wanneer degene die
erop staat niet ergens nog op leunt. Bij een psychologische test kan een test bijvoorbeeld
onbetrouwbaar zijn als:
 Als iemand een IQ test maakt maar die is kortgeleden ziek geweest waardoor die zich minder
goed kan concentreren.
 Een puber die een studeerstijl test niet serieus in vult.
 Iemand begrijpt de taal niet goed genoeg en begrijpt de test dus niet helemaal.
Zelfs huidskleur kan de betrouwbaarheid van een test verstoren (mensen zijn minder eerlijk als de
andere een andere huidskleur heeft). De factoren die de betrouwbaarheid aantasten zijn niet altijd
makkelijk aan te wijzen en te verhelpen. Als psycholoog moet je hier bij een testafname goed over
nadenken.
Inschatten van de hoeveelheid ruis.
Soms is het relatief eenvoudig de bronnen van een ruis te elimineren, en soms is dit bijna onmogelijk.
Er zijn methoden ontwikkeld om met deze problemen om te gaan.
1`weEen normaalverdeling kan zowel fysieke als psychische eigenschappen laten zien. Je hebt twee
belangrijke kenmerken in de normaalverdeling: Het gemiddelde en de standaarddeviatie. De
standaarddeviatie kan per eigenschap variëren. Een concrete testscore van een kandidaat zegt niet heel
veel over het gemiddelde. Vandaar dat we in de psychodiagnostiek altijd bij een eenmalige test een
foutenmarge in acht moeten nemen. Je vindt dit in de handleiding van een psychologische test.
Betrouwbaarheid van instrumenten
Ook bij een meetinstrument moet je altijd twijfelen aan de betrouwbaarheid daarvan.
Vier manieren om betrouwbaarheid te meten.
 Goede testen worden gekenmerkt door homogeniteit en zuiverheid.
 De splitsingsmethode: Twee willekeurige groepen worden verdeeld en de correlatie
hiertussen wordt berekend.
 De test- her testmethode: Eenzelfde test wordt met een tussenperiode van enkele weken bij
dezelfde groep kandidaten afgenomen. Als de test een stabiele persoonlijkheidseigenschap
beoogt te meten dan zullen de scores sterk overeenkomen, er is dus een hoge correlatie tussen
de twee meetmomenten.
 De interraterbetrouwbaarheid: We noemen dit de BARS: behaviour anchored rating scales.
Iemand word dan beoordeeld door twee personen maar de mening van die personen zal altijd
iets verschillen.
Eisen aan de betrouwbaarheid
Er moeten duidelijke eisen gesteld worden aan de betrouwbaarheid. Er geld voor bepaalde testen
verschillende minimum voor betrouwbaarheid.
Validiteit
Je zou kunnen zeggen dat validiteit het finale kenmerk is. Een test wordt nooit zomaar gemaakt, maar
altijd om iets anders te meten, bepalen of te voorspellen. Hierin ligt dan ook de kwaliteitsnorm voor
validiteit.
We onderscheiden een aantal vormen van validiteit. De belangrijkste zijn:
 Construct- of begripsvaliditeit

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller isascholten. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.25. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

81849 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.25
  • (0)
  Add to cart