Leerstofoverzicht Biologische aspecten
Het schriftelijk examen bestaat uit 40 meerkeuzevragen. Uit elk onderdeel
komen er vragen. Elke vraag staat op 1 punt. Er worden geen punten
afgetrokken voor foute antwoorden.
TIP: maak al je oefeningen opnieuw en zorg dat je deze begrijpt
Inleiding en de evolutietheorie: NIET KENNEN
Wat is erfelijkheid?
Erfelijkheid: Erfelijkheid is het overdragen van zichtbare of onzichtbare
eigenschappen van een generatie van een organisme op de volgende generatie.
Wat is Gen/Genoom/Genotype/Fenotype? (Tekening)
Met uitzondering van de geslachtschromosomen krijg je van iedere ouder een
volledige set van alle genen. Dat betekent dus dat je van elk gen twee exemplaren
bezit: één van je vader en één van je moeder. Een genotype is een verzameling
erfelijke eigenschappen. = biologische bouwplan = genotype: ligt vast bij de
conceptie en verandert niet meer. (Uitzondering= mutatie)
Het manifesteren van het de erfelijke eigenschappen is het fenotype.= Fysieke
bouwwerk dat daaruit voorkomt. = voortdurend veranderen. Vastleggen door op
verschillende momenten een foto te trekken van het lichaam.
Een gen is een stukje DNA. Elk gen beschrijft de code van een kenmerk, die
(mee)bepaalt hoe je er uit ziet, hoe je lichaam werkt of hoe je bent.= Een gen is een
specifiek stukje van het DNA dat codeert voor een fysiek/functioneel stukje van een
erfelijke eigenschap
Wat is DNA? (Tekening)
= erfelijk materiaal is opgebouwd uit de chemische stof (DNA)
desoxyribonucleïnezuur.
= lange molecule in de vorm van een spiraalvormige ladder. (Dubbele helix)
= erfelijk informatie geschreven in een code met 4 letters.
= DNA is een molecuul dat al het erfelijke materiaal van een organisme bevat.
, Adenine – thymine
Guanine – cytosine
Eiwitten vervaardigd op het lichaam te laten groeien en functioneren.
Omgeving
(=milieu)
Fenotype
Genen/
genotype
Menselijk lichaam= verzameling van cellen. (Hartcellen, huidcellen, zenuwcellen, …)
Elke cel = celkern (nucleus) daarin => erfelijk materiaal.
Genotype is de verzameling van alle erfelijke informatie, dus dan hebben we het
over wat vastligt in je chromosomen/DNA.
Het fenotype is de verzameling van alle waarneembare eigenschappen van een
individu (oftewel het uiterlijk) Het fenotype komt tot stand door een samenspel van
het genotype en omgevingsfactoren Het fenotype kan veranderen zonder dat het
genotype verandert.
Wat zijn chromosomen (+ aantal)?
= elk normaal mens 46 chromosomen (23 moeder, 23 vader) n23 bij de mens
,= DNA lange dunne en sterk spiralende draden de groepering hiervan komen tot
chromosomen. Chromosomen bevatten genen, die dragers zijn van belangrijke
erfelijke informatie van een individu
Wat zijn homologe chromosomen?
= twee gelijkaardige chromosomen
= deze 23 paar in elk van ons lichaam aanwezig.
Zo een paar heeft dezelfde chromosoomlengte maar ook dezelfde type genen op
het chromosoom. Deze paartjes worden homologe chromosomen (
Je kunt het je zo voorstellen dat je van elk chromosoom een soort kopie hebt. In zo
een paar, heb je één chromosoom gekregen van je moeder en het andere
chromosoom van je vader. In die homologe chromosoomparen heb je dezelfde type
genen, maar daarvoor heb je wel verschillende varianten! = (allelen)
X en Y = geslachtschromosomen en lichaamschromosomen.
2 X = vrouw
XY = man
De vader bepaalt het geslacht van het kind.
Wat zijn genen:
= natuurlijke eenheid van erfelijke informatie.
= bevat de code voor bepaalde erfelijke lichamelijke of psychische eigenschappen.
20000 à 25 000 genen. = dit geheel => genoom.
Wat zijn allelen?
= een gen kan verschillende varianten hebben =>allelen.
= Eén erfelijke eigenschap (gen) is opgebouwd uit twee allelen.
= verschillende allelen zorgt ervoor dat wij van elkaar verschillen.
, Een allel is dus een variant op een gen
= Bijvoorbeeld: er is een gen dat bepaalt of je oorlellen aan je hoofd vastzitten of
loshangen. Voor elk van deze twee uiterlijke varianten van dit kenmerkt bestaat er
een allelen.
Wat zijn lichaams- en geslachtschromosomen?
= lichaamschromosomen autosomen. = het meest talrijk. (22 paar)
= geslachtschromosomen heb er maar 2.
In totaal heeft de mens dus 23 chromosoomparen. 22 van die chromosoomparen,
bepalen niet het geslacht en worden autosomen genoemd. Het laatste paar, het
23e paar, worden de geslachtschromosomen genoemd
Als het geslachtschromosoompaar niet gelijk is, dan wordt het een man. Het
geslachtschromosoompaar van een vrouw bestaat uit twee X-chromosomen. Het
geslachtschromosoompaar van een man bestaat uit een X-chromosoom en een Y-
chromosoom. Genen die liggen op het X-chromosoom worden X-chromosomale
genen genoemd. Op het Y-chromosoom liggen vrijwel geen genen.
Een autosomaal chromosoom is een chromosoom dat geen geslachtschromosoom
is. De autosomen zijn dus gelijk bij de man en de vrouw. Deze 22
chromosomenparen bevatten genen die coderen voor bijvoorbeeld lengte, huidtype
en oogkleur.
De zaadcel heeft dus maar 23 chromosomen en de eicel dus ook.
In de geslachtcellen zijn dus geen paartjes aanwezig. De geslachtscel van een mens
is namelijk haploïd.
Door de versmelting van de eicel en zaadcel krijg je dus een nieuwe combinatie aan
chromosomen!
Wie bepaalt geslacht kind?
De vader
Wat is een karyotype? (tekening) zie tekening boven.
= een weergave van al de chromosomen van een mens.
Wat is geslachtelijke/ongeslachtelijke voortplanting?
Geslachtelijke voortplanting: succesvolle manier van voortplanten omdat het zorgt
voor een geweldige genetische variatie binnen de populatie.
Ongeslachtelijke voortplanting: is voortplanting waarbij slechts één ouder betrokken
is. De nakomelingen die ontstaan uit ongeslachtelijke voortplanting zijn genetisch
identiek aan het moederorganisme, en worden om deze reden
(natuurlijke) klonen genoemd
Wat is mitose en meiose? (+ a.d.h.v. tekening kunnen zeggen of het mitose of
meiose is)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lau-raraz. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.99. You're not tied to anything after your purchase.