Hoorcollege 7: pijn en uitval aan één arm of been ........................................................................................ 40
Interactief college 2: pijn, zwakte of gevoelsstoornissen in één arm of been ................................................. 41
Speerpuntcollege 1: ALS ................................................................................................................................. 44
Hoorcollege 8: botgenezing en infectie .......................................................................................................... 45
Hoorcollege 9: pathogenese van artrose ........................................................................................................ 47
Interactief college 4 ........................................................................................................................................ 88
Hoorcollege 1: het steun- en bewegingsstelsel
Je kunt het lichaam zien als een systeem van houtjes en touwtjes. De centrale as (houtjes) zijn dan de botten en
gewrichten en de touwtjes zijn spieren en pezen. De spieren en pezen zorgen er dus voor dat botten en
gewrichten kunnen bewegen. De aansturing van de touwtjes en dus de houtjes gebeurt via de zenuwen.
Embryologie
Aan de zijkant van de neurale buis vormen zich de somieten. Uit het somietmesoderm ontstaan de spieren en
subcutis. Lateraal van de somieten ligt het somatisch lateraal plaatmesoderm, waar de botten en pezen uit
ontstaan.
De opbouw van de somieten is segmentaal. Vanaf dag 24 gaan de segmenten C5-C8 voor de armen naar
lateraal uitgroeien, waardoor extremiteitsknoppen ontstaan. Vanaf dag 28 gebeurt hetzelfde met de segmenten
L3-L5 voor de benen. Bij de arm begint C7 als eerst met groeien, dus dit gedeelte wordt het langst en vormt de
2
,middelvinger. Tijdens het groeien worden de segmenten C5, C6, C8 en Th1 meegetrokken, welke allen
verschillende delen van de arm gaan vormen.
Elk segment heeft een ventrale en een dorsale kant met een centrale as. De centrale as is ontstaan uit het laterale
plaatmesoderm. Deze ontwikkeling begint met een mesenchymale verdikking, waarvan een deel kraakbeen gaat
vormen en een deel fibreus wordt. Dorsaal en ventraal van de centrale as groeien spiermesoderm en
dermatoommesoderm de extremiteitsknoppen binnen. Er komen dus spieren zowel dorsaal als ventraal van de
centrale as. De ventrale spieren zorgen voor (ante)flexie, pronatie en adductie. De dorsale spieren zorgen voor
extensie/retroflexie, supinatie en abductie. De m. biceps brachii is een uitzondering, want dit is een ventrale spier
die supinatie kan veroorzaken.
De laatste stap van de ontwikkeling is de rotatie in week 6-8. De benen draaien hierbij naar binnen toe, deze
stonden eerst naar lateraal. Door deze draaiing komen de flexoren van de benen dorsaal te liggen en heet de
bovenkant van je voet de voetrug. De dermatomen van de benen draaien spiraalsgewijs naar binnen. In de
bovenste extremiteit vindt ook een rotatie plaats: de elleboog draait naar buiten, waardoor laterale spieren
ventraal komen te liggen (exorotatie).
Algemene opbouw van een ledemaat
De lagen waaruit een ledemaat van buiten naar binnen bestaat zijn:
• Huid
• Subcutis/oppervlakkige fascie: de onderhuidse vetlaag welke
huidzenuwen en huidvenen bevat
• Diepe fascie: een stevige bindweefsellaag die om de spieren heen
ligt
• Spierlaag
o Groepen spieren (compartimenten) zijn verbonden aan de
centrale as via intermusculaire septa. Elk compartiment heeft
zijn eigen innerverende zenuw.
Opbouw van een spier
De spier bestaat uit twee delen:
1. De spierbuik, bestaande uit myofibrillen: dit deel kan contraheren
2. De pees: dit deel kan niet contraheren
Histologie van de spier
Er zijn drie typen spiervezels met verschillende kenmerken. Voor dit blok zijn de skeletspieren belangrijk.
3
, Skeletspieren bestaan uit bundels van spiervezels die ook wel fasciculi worden
genoemd. Spiervezels worden omgeven door het sarcolemma (celmembraan). Het
sarcolemma scheidt het interne milieu van de buitenomgeving en is in staat om
stoffen selectief de cel in en uit te laten.
Er zijn verschillende lagen bindweefsel in een skeletspier:
• Het epimysium bestaat uit dicht, onregelmatig bindweefsel en omgeeft de
hele spier
• Het perimysium is een dunne bindweefsellaag die een bundel spiervezels
(fasciculus) omgeeft. Zenuwen, bloedvaten en lymfevaten lopen door het
perimysium om de fasciculi te bereiken.
• Het endomysium is een zeer dunne laag die de individuele spiervezels
omgeeft. In het endomysium is een rijk netwerk van zenuwvezels en
capillairen. Het endomysium brengt O2 naar de spiervezels. Het
endomysium ligt over het sarcolemma van de spiervezel.
In het sarcolemma zitten buisvormige inkepingen, welke T-tubuli worden genoemd.
Deze T-tubuli gaan diep door het sarcolemma en omcirkelen elke myofibril. Naast
de T-tubuli bevindt zich in de spiervezel ook het sarcoplasmatisch reticulum. Via de
T-tubuli wordt het calcium in de hele spier gelijktijdig verspreid. Zo wordt het
overal gelijktijdig opgenomen door het SR en trekken alle myofibrillen tegelijk
samen.
Individuele spiervezels bestaan uit myofibrillen, welke bestaan uit actine- en myosinefilamenten. Een segment van
naast elkaar gelegen actine- en myosinefilamenten binnen de spiervezel wordt een sarcomeer genoemd. Myosine
is een stuk dikker dan actine en bestaat uit een staart met een kop eraan. Op deze kop zijn er bindingsplekken
voor actine en ATP. Het actine complex bestaat uit G-actine (bindplaats voor ATP) en F-actine (filamenteuse vorm
van actine filament)), tropomyosine en troponine.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller romydelange02. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.89. You're not tied to anything after your purchase.