Financiering
3. Financiële overzichten
Vaste activa bewijzen gedurende langere tijd (meer dan een jaar) hun diensten aan de
onderneming. Vlottende activa ontstaan en gaan teniet binnen een jaar.
Eigen vermogen Vreemd vermogen
Ter beschikking gesteld door Eigenaren Schuldeisers
Duur terbeschikkingstelling Onbepaalde tijd Tijdelijk
Vergoeding Afhankelijk van winst Normaliter vast
Karakter Risicodragend Risicomijdend
Resultatenrekening -> opbrengsten in een periode hoeven niet samen te vallen met de
ontvangsten. Opbrengst wordt genomen in de periode waarin de onderneming prestaties
ten behoeve van de klanten heeft verricht, ongeacht of deze prestaties ook al tot betaling in
de betreffende periode hebben geleid.
Factoren die leiden tot verschillen tussen de kasmutatie en de winst:
Afschrijvingen -> investeringsuitgave verdelen over meerdere jaren zodat het niet in
een keer ten laste van het resultaat gaat. Verschillende afschrijvingsmethoden zijn:
lineaire afschrijving (elk jaar hetzelfde bedrag), sum-of-the-years-digitsmethode (5
jaar is de wegingsfactor 15 dus in het eerste jaar 5/15) en boekwaardemethode (vast
percentage van de boekwaarde).
Voorzieningen -> worden gevormd in geval van mogelijke toekomstige verplichtingen
die zich als gevolg van de bedrijfsuitoefening in het afgelopen jaar kunnen voordoen.
Is een schatting, dus kan overdreven optimistisch of pessimistisch worden vastgesteld
Rechtstreekse vermogensmutaties -> privéstortingen en privéonttrekkingen komen
niet op de resultatenrekening voor, omdat ze niet voortvloeien uit de
bedrijfsactiviteiten, maar het gevolg zijn van vermogensverschuivingen tussen het
bedrijfsvermogen en het privévermogen van de eigenaar.
Creative accounting: het flatteren van de winst door te optimistisch schattingen bij het
opstellen van de jaarrekening.
9. Beoordeling van de financiële structuur
Door verschillende posten van de balans en de resultatenrekening met elkaar in verband te
brengen, kan inzicht worden verkregen in de financiële gezondheidstoestand van een
onderneming. De analyse door middel van het berekenen van kengetallen wordt
ratioanalyse genoemd. Deze wordt als volgt ingedeeld:
Rentabiliteit
Solvabiliteit
Liquiditeit
,Bezwaren zijn -> momentopname, geen normen (waaraan dient te voldoen) &
windowdressing (alle activiteiten voor het balansopmakingsmoment die tot doel hebben de
financiële structuur per die balansdatum gunstiger voor te stellen dan deze in werkelijkheid
is).
Historische analyse -> aantal opeenvolgende momenten berekenen van dezelfde
onderneming.
Bedrijfsvergelijkende analyse -> berekenen van soortgelijke bedrijven met elkaar.
Rentabiliteit - > vermogen onderneming en het inkomen dat met dat vermogen is verdiend
Onder rentabiliteit verstaat men de verhouding tussen een inkomen en het vermogen dat dit
inkomen heeft verdiend. Ten behoeve van de continuïteit van de onderneming moet op
lange termijn het bedrijfsresultaat voldoende groot zijn om de door de
vermogensverschaffers gewenste uitkeringen in de vorm van dividend of interest te kunnen
doen.
De verhouding tussen het vreemd vermogen en het eigen vermogen heet de hefboomfactor.
Rentabiliteit van het eigen vermogen wordt gunstig beïnvloed, doordat de activa van de
onderneming gedeeltelijk met vreemd vermogen wordt gefinancierd. Hieruit zou men
kunnen afleiden dat in het belang van de eigenvermogenverschaffers zo veel mogelijk
gebruik moet worden gemaakt van het hefboomeffect. Hierover zijn een aantal bezwaren:
Hoogte van het bedrijfsresultaat staat niet van tevoren vast;
Een daling van de rentabiliteit van het totale vermogen door het hefboomeffect nog
verstrekt wordt doorgegeven aan de rentabiliteit van het eigen vermogen. Dit
betekent dat het risico voor de eigenvermogenverschaffers groter is dan het al
genoemde bedrijfsrisico.
Het risico voor de geldgevers neemt toe naarmate er meer gebruik wordt gemaakt
van financiering met vreemd vermogen. De vreemdvermogenverschaffers zullen dan
een hogere rentevergoeding eisen.
Het bestaan van onzekerheid over, van, voor de hoogte van de rentabiliteit van het totale
vermogen wordt aangeduid als het bedrijfsrisico of het ondernemingsrisico.
Het financieel risico geeft de extra onzekerheid ten aanzien van de hoogte van de
rentabiliteit van het eigen vermogen weer. Tussen het financieel risico en het bedrijfsrisico
bestaat het volgende verband:
Financieel risico = bedrijfsrisico x hefboomfactor
Dupont chart -> rentabiliteit van het totale vermogen wordt opgesplitst naar bepalende
posten op de balans en de resultatenrekening, zodat gemakkelijk de gevolgen van een
verandering in een of meer van deze posten op de rentabiliteit zichtbaar gemaakt kunnen
worden. De dupont chart maakt gebruik van het volgende verband tussen de rentabiliteit
van het totale vermogen en de brutowinstmarge: RTV = omloopsnelheid totaal vermogen x
brutowinstmarge
De omloopsnelheid van het totale vermogen geeft de relatie weer tussen de omzet en het
totaal geïnvesteerde vermogen.
, Formules rentabiliteit
Brutowinstmarge = bedrijfsresultaat / omzet (bedrijfsresultaat: winst voor aftrek van
financieringslasten en belastingen)
Nettowinstmarge = nettowinst / omzet
RTV = bedrijfsresultaat / gemiddeld totaal geïnvesteerd vermogen x 100%
REVnb = winst na aftrek van interest en belastingen / gemiddeld geïnvesteerd eigen
vermogen x 100%
REVvb = winst na aftrek van interest / gemiddeld geïnvesteerd eigen vermogen x 100%
RVV = betaalde interest /gemiddeld geïnvesteerd vreemd vermogen x 100%
Verband tussen REV, RTV en RVV = REVvb = RTV + (RTV – RVV) X VV /EV
Financiële hefboomfactor = (RVT – RVV) X VV / EV
Financiële hefboomfactor nb = (1-f) x (RVT – RVV) X VV / EV
Solvabiliteit -> vreemd vermogen
Onder de solvabiliteit wordt verstaan de mate waarin een onderneming in geval van
liquidatie kan voldoen aan haar financiële verplichtingen aan de verschaffers van vreemd
vermogen. Bij liquidatie moeten uit de opbrengst van de verkoop van de activa eerst de
schulden worden afgelost. Het eigen vermogen fungeert hierbij als buffer, aangezien de
opbrengst van de activa bij liquidatie meestal lager is dan de boekwaarde. Geeft een
indicatie in hoeverre de onderneming in staat is om op lange termijn aan haar verplichtingen
te voldoen.
Algemeen geldt dat hoe meer eigen vermogen een onderneming heeft ten opzichte van het
vreemd vermogen, hoe solvabele de onderneming is. De debt ratio en de solvabiliteit geven
een indruk van de grootte van de buffer ten behoeve van de verschaffers van vreemd
vermogen.
Onder het weerstandsvermogen verstaat men het vermogen van de onderneming om ook in
ongunstige tijden de activiteiten te kunnen voortzetten. De rentedekkingsfactor geeft aan in
welk mate het bedrijfsresultaat mag dalen zonder dat daarmee de betaling van de
verschuldigde interest aan vreemd vermogensverschaffers in gevaar komt. Bij een waarde
kleiner dan 1 is de behaalde winst onvoldoende groot om interest te kunnen voldoen en
moet worden ingeteerd op het eigen vermogen. De elasticiteit van de vermogensstructuur
geeft weer in welke mate de vermogensvoorziening kan worden aangepast aan een
veranderde vermogensbehoefte.
Formules solvabiliteit
Hefboomfactor = VV / EV
Debt ratio = VV / TV
Eigen vermogen verhouding tot vreemd vermogen = EV / VV
Eigen vermogen verhouding tot totaal vermogen = EV / TV -> wordt het vaakst gebruikt
Interestcoverage ratio = IVIB / interestlast = winst nb (of verlies) + interestlast + belasting /
interestlast
Liquiditeit -> vlottende activa en kort vreemd vermogen
Liquiditeitsratio’s geven een indicatie in hoeverre de onderneming in staat is om op korte
termijn aan haar verplichtingen te voldoen, dus de lopende betalingsverplichtingen. De
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller AccountancyStudentW. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.47. You're not tied to anything after your purchase.