100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Inleiding Staats- en Bestuursrecht: Staatsrecht $3.21
Add to cart

Summary

Samenvatting Inleiding Staats- en Bestuursrecht: Staatsrecht

 244 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Uitgebreide samenvatting van Inleiding Staats- en Bestuursrecht. Het betreft het boek: Staatsrecht. Het is vooral geschikt voor 1e jaar studenten.

Preview 2 out of 54  pages

  • Yes
  • April 13, 2016
  • 54
  • 2015/2016
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting Inleiding Staatsrecht
Nr. 15: Indirecte democratieën

Indirecte dem. zijn onder te verdelen in:
1. Parlementaire stelsel: sprake van als een verkozen parlement de wetgevende
bevoegdheden heeft en de uitvoerende macht(regering) tot stand komt op
grondslag vd samenstelling vh parlement+dient de regering te berusten op
vertrouwen in/van (meerderheid) vh parlement. (bijv. Dui, NL, Verenigd
Koninkrijk)
2. Presidentiele stelsel: sprake van als de wetgever(Het Congres, bestaande uit
Huis van Afgevaardigden+Senaat)+President(uitvoerende macht) op
regelmatige basis rechtstreeks verkozen is. Congres kan President niet
ontslaan door vertrouwen op te zeggen. (bijv. VS)
3. Tussenvorm: Semi-presidentieel: In Frankrijk, er wordt zowel een parlement
als een president gekozen. Na de verkiezingen wordt een regering
samengesteld die vertrouwen vd president en (vooral) vh parlement(Nationale
Assemblée).

Een aantal Europese stelsels combineert het democratische model met een formeel
monarchale staatsstructuur (bijv. NL, BEL, VK). Het erfelijke staatshoofd is
onschendbaar en handelt onder ministeriële verantwoordelijkheid, art. 42 lid 2 Gw.
Dit heet ook wel een constitutionele monarchie  hiermee wordt aangeven dat het
staatshoofd in bevoegdheden beperkt is door constitutionele regels die het primaat
aan de democratisch gelegitimeerde politieke ambtsdragers geven.

De EU is ook een indirecte dem.  parlement rechtstreeks gekozen en de lidstaten
worden vertegenwoordigd in de (Europese)raad door hun ministers/regeringsleiders .

Nr. 43 Het begrip centrale overheid

Het NLse staatkundige bestel bestaat uit verschillende lichamen, oa de centrale OV.
 het belangrijkste, hier berusten de meest ingrijpende bevoegdheden mbt
wetgeving+bestuur. Hoewel de uitoefening van wetgevende en bestuurlijke
bevoegdheden steeds meer toekomen aan andere lichamen, gebeurt dit veelal onder
toezicht vd centrale OV. Rechterlijke bevoegdheden enkel voor centrale niveau.
De centrale OV wordt ook wel Koninkrijk der Nederlanden of Staat der Nederlanden
genoemd. Het begrip Koninkrijk(der Nederlanden) heeft staatsrechtelijk gezien een
dubbele betekenis, namelijk ten 1e: in het Statuut staat het voor het staatkundig
verband v NL, Aruba, Curaçao en St. M., die een aantal gemeenschappelijke
belangen moeten behartigen en elkaar bijstand verlenen. Ten 2e: in de GW is het
beperkter, namelijk alleen het grondgebied Nederland in EU.
Het begrip Rijk betekent in de GW de centrale OV. (LET OP: termen Rijkswet+alg.
maat. v rijksbestuur hebben betrekking op zowel NL in EU als de overzeese delen.)
De term staat gebruikt de GW slechts n enkele keer om de centrale ov aan te duiden
en eigk nog meer ter aanduiding v NL als gemeenschap dan als OVlichaam of
publiek persoon. Verder betekent staat vaak verdragsstaat als lidstaat v EU bijv.
Echter indien Staat in het burgerlijk(proces)recht wordt gebruikt is het juist wel de
centrale OV. Dit is zo gekomen toen bepaald is dat tegen de Staat der Nederlanden
ook civiele rechtszaken kunnen worden aangespannen, bij het nalaten of handelen
door organen in de naam vd Staat (vooral mbt onrechtmatige daad was dit

, Samenvatting Inleiding Staatsrecht
belangrijk). het is dan gericht tegen de Staat der Nederlanden als lichaam, niet
tegen 1 specifiek orgaan!

Nr. 44 De organen vd centrale overheid

De organen zijn v oudsher op basis v functie in 3 categorieën te verdelen:
 Wetgevende functie: op centraal niveau kent de GW in beginsel aan 2
organen dit toe. 1) de formele wetgever(= regering+S-G).
2) de regering(= Koning+ministers, art. 42 Gw). de hierbij horende GW
attributiebepaling staan in art. 81+89 Gw. De staatsrechtelijke doctrine heeft
bepaalt dat de eigen wetgevende functie vd regering(= amvb), zonder daartoe
gemachtigd te zijn door de formele wetgever(via delegatie), alleen mbt is tot
situaties v nood of gevallen waarin de weg v formele wetgever is
afgesloten(bijv. ten tijde ve bezetting tijdens oorlog) of wanneer het volgen
vdie weg vanwege de duur redelijkerwijs niet kan worden gevraagd.
Verder kan op centraal niveau ook nog worden aangemerkt, 3) de minister+
4) enkele zelfstandige bestuursorganen(ZBO’s= bestuursorganen die op
grond vd wet op afstand zijn geplaatst vd bevoegde minister en voor wie
slechts een beperkte ministeriële verantwoordelijkheid geldt).  ZBO’s
ontlenen hun bevoegdheden niet rechtstreeks via een GW-attributie, maar via
delegatie op subdelegatie vd formele wetgever.
 Bestuurlijke functie: De GW geeft nauwelijks expliciete bevoegdheden tot
besturen aan OV-organen. vooral de formele wetgever bepaalt wat er te
besturen val en door wie. Besturen bestaat in ieder geval uit het uitvoeren vd
wet. Dit kan ten 1e zijn het verrichten van feitelijke handelingen zodat
bepaalde doelstelling mbt een wet gerealiseerd worden(zie vb blz 126). Het
kan ten 2e bestaan uit het besluiten tot het al dan niet verrichten v
rechtshandelingen( bijv. onderdeel vd Vreemdelingenwet is dat er besluiten
moeten worden genomen over de juridische status ve vreemdeling). In praktijk
houden bestuursorganen zich meer bezig met toezicht op naleving v wetten+
handhavend optreden. bestuursorganen mogen steeds vaker zelf sancties
opleggen  via de klassieke leer v machtenscheiding behoort dat tot de
rechterlijke macht, echter is dit tegenwoordig een integraal onderdeel v
bestuur(zie vb blz 127).
Ten 3e behoort ook het ontwikkelen van beleid tot bestuur.
 Rechterlijke functie: deze functie betreft alle bij wet aangewezen
rechtscolleges waaraan, conform art. 112+113 Gw, de berechting is
opgedragen van 1) geschillen over burgerlijke rechten en schuldvorderingen,
2) geschillen over bestuurlijk handelen, 3) berechting v strafbare feiten of 4)
berechting v tuchtrechtelijke vergrijpen. De regeling vd absolute competentie
mbt punten 1+3 is geregeld in art. 42-45, 60 &78 wet RO. De relatieve
competentie mbt die punten is geregeld in art. 99 RV+art. 2 Sv.
Mbt punt 2 is op basis v art. 43 RO en de Awb de rechtbank in eerste aanleg
bevoegd. De Relatieve competentie staat in art. 8:7 Awb. Vervolgens staat in
art. 8:105 Awb dat hoger beroep in beginsel behandeld wordt door de Afdeling
bestuursrechtspraak vd Raad v State(ABRvS), tenzij anders is bepaald. De
belangrijkste uitzonderingen zijn:
1) hoger beroep bij de gerechtshoven in belasting zaken, art. 60 RO.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller daanneilen. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53920 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.21  1x  sold
  • (0)
Add to cart
Added