Hoorcollege 1
Frenologie: als je een hersengebied veel gebruikt wordt deze groter en dit zorgt voor een
hobbel in de schedel, Franz Joseph Gall.
De eerste holist - dieronderzoek
Pierre Flourens (1794-1867) veroorzaakte laesies in brein van konijnen en duiven en begon als
lokalist. Zijn observatie: zonder cortex geen perceptie en motoriek, zonder cerebellum geen
coördinatie. Hij vond geen “lokatie” voor geheugen of cognitie.
Aggregate field theory: gehele brein doet mee aan gedrag, percepties, intenties, sensaties zij in
essentie één. Omvang van de beschadiging (niet de plaats) bepaald de mate van uitval.
De eerste lokalisten - neurologen
Clinicoanatomische methode: uitvalsverschijnselen van patiënten met een focale laesie in kaart
brengen.
Hierarchie theorie: na laesie hogere functies (geheugen) mindef aangedaan dan kagere functies
(hersenstam).
Broca beschreef een patiënt die alleen maar Tan kon zeggen. Na zijn dood keek Broca naar zijn
brein en vond een beschadiging in de frontaal kwab. Hij concludeerde dat dit gebied bestemd is
voor spraak.
Jackson was de eerste die een topologische indeling veronderstelde op basis van zijn werk met
epilepsie patiënten. Epilepsie zorgt voor stimulering van een “set map” van het lichaam -
karakteristieke spasmen gaan van ene deel naar andere deel van het lichaam. Hij ontdekte ook
de lateraliteit van functies (taal), en hij formuleerde een “hiërarchie theorie” hogere functies
(geheugen) minder aangedaan door laesies dan lagere functies (ademhaling).
Lokalisten Fritsch & Hitzig - fysiologen
Elektrische stimulatie van de cortex van honden→ ontdekte verschillende bewegingsgebieden.
Anatomische richtingen:
- Dorsaal vs. ventraal
- Superior vs. inferior
- Anterior vs. posterior
- Lateraal vs. mediaal
- Ipsilateraal vs. contralateraal
,Neuroanatomie: Brodmann gebieden
Indeling op basis van cel architectuur (cytoarchitectonics)
door middel van histologische kleuring.
Verschillende naamgeving voor een zelfde structuur:
- Area 17 (Brodmann);
- V1 (aap);
- Striate cortex (microscopisch);
- Calcarine cortex (vorm);
- Primaire visuele cortex (functie)
Lokalisten
Hersengebiedjes zijn niet alleen structureel, maar ook functioneel van elkaar te scheiden.
Beschadiging van een specifiek gebied zorgt voor specifiek functioneel verlies. Dus gebied is
gespecialiseerd voor een functie.
M1 = bewegen?
Lokalisten:JA!
→ M1 vertoont activatie als je een beweging uitvoert
→ Stimulatie van M1 gebied zorgt voor een motor respons
→ Eenzijdige beschadiging o.a. M1 zorgt voor hemiplegie
→ Training zorgt voor reorganisatie va M1
Nee… M1 staat in verbinding met veel andere corticale gebieden. En bij het uitvoeren van een
zeer simpele vinger flexie speelt M1 wellicht een cruciale rol, maar als we het hebben over
bewegingshandelingen of vaardigheden dan doet het hele brein mee.
Complexiteit en flexibiliteit in vaardigheden en handelingen
Holisten
Er zijn geen onafhankelijk functionerende gebieden. Geheel ontleent uiteraard wel kenmerken
aan de samenstellende delen, maar ook (en wellicht meer) aan de samenhang of ordening van
die delen en hun interactiegedrag.
Er zijn netwerken!
Neuroanatomisch structureel
Witte stof
- Projectie banen
- Commissuur banen
→ Homotopisch: zelfde plek in andere hemisfeer
→ Heterotopisch: andere plek in de andere hemisfeer
- Associatie banen
→ Ipsilateraal: intracorticaal naar andere plek in dezelfde hemisfeer
En functioneel….
,Projectie banen: corticaal-subcorticaal (thalamus), bijvoorbeeld CST (corticospinal tract)
Commissuur banen: corpus callosum
Anterior commissure
Posterior commissure
Fornix
Associate banen: U fibers connect adjacent gyri
The uncinate fasciculus (UNC) connects the inferior frontal lobe gyri with the anterior temporal
lobe.
The cingulum (CING),a white band within the cingulate gyrus, connects the frontal and parietal
lobe and a part connects with the parahippocampal gyrus.
The arcuate fasciculus (ARC) sweeps around the insula and connects the superior and middle
frontal convolutions (which contain the speech motor area) with the temporal lobe (which
contains the speech comprehension area).
The superior longitudinal fasciculus (SLF) connects portions of the frontal lobe with occipital and
temporal areas. Bestaat uit 3 banen: inferior, middle, superior.
The inferior longitudinal fasciculus (ILF), connects the temporal and occipital lobes.
The occipitofrontal fasciculus (IFOF) inferior occipitofrontal,extends backward from the frontal
lobe,radiating into the temporal and occipital lobes.
Functionele hiërarchie Luria (1920s)
Complex gedrag is volgens Luria opgebouwd uit supcomponenten die geïntegreerd worden
1. “Law of the hierarchical structure of the cortical zones”
Primair, secundair (unimodal associatie) en tertiair (multimodale associatie/integratie)
2. “Law of diminishing specificity of the hierarchically arranged cortical zones”
Top-down motor hiërarchie Luria
Hierarchie: van hogere orde (tertiair/associatie) naar primair
Verminderde specificiteit: hogere orde gebieden minder specifieke activatie dan primaire
gebieden.
Top-down hierarchie
Tertiair (multimodale associatie, prefrontaal) → secundair (unimodale associatie SMA, PMS) →
primair (M1)
Aansturing vanuit de executieve functies (hogere orde cognitie = hoog in de hierarchie) via
motor planning naar uitvoering (lagere orde) en spieractivatie patronen.
Verminderde specificiteit: motorische associatiecortex= grijp handelingen gecodeerd in
SMA/PMd (minder specifiek, celactivatie geassocieerd met groter gebied van homunculus) M1=
flexie 1 vinger
, Bottom-up sensory hiërarchie Luria
Verminderde specificiteit van primair naar tertiair:
Van V1 (lagere orde = eenvoudig) via visuele specialisten naar polymodale integratie (hogere
orde = complex)
Hiërarchische verwerking bottom-up
Primair (S1) (lagere orde) → secundair (S2) → tertiair (pariëtaal, prefrontaal), dus van laag naar
hoog in de hierarchie.
Van unimodaal maar multimodale verwerking en begrip.
V1 neuronen met klein receptief veld, visuele specialisten neuronen beslaan groot receptief
veld: objecten, huizen, gezichten.
Ook klinische neuropsychologie volgt vaak deze traditioneel hiërarchische seriële indeling
Bal wordt te laat gezien→ visueel veld defect (V1)
Bal wordt niet als bal herkend → visuele agnosie
Verbanden worden niet gelegd, situatie wordt verkeerd begrepen, trapt lekker hard door i.p.v.
remmen→ frontaal syndroom
Ontwikkelt onvoldoende kracht → parese (M1)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller laurainekolmschot. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.71. You're not tied to anything after your purchase.